Voorbeschouwing: Ronde van het Baskenland 2018
foto: 2016 Zikliamatore
maandag 2 april 2018 om 08:30

Voorbeschouwing: Ronde van het Baskenland 2018

Waar de Flandriens nog tot en met komende week zondag dokkeren over de keien, legt een ander deel van het peloton in de Ronde van het Baskenland de laatste hand aan de voorbereidingen op het Ardense drieluik. Al is het woord voorbereiding niet op zijn plaats, als we over Itzulia spreken. De organisatie kan ook dit jaar weer een blik met toppers opentrekken. Wie volgt de afwezige Alejandro Valverde op? WielerFlits blikt vooruit.

Historie
De Tour de France is – naast een driewekelijks wielerevenement – een goed werkende propagandamachine voor Frankrijk. Gedurende drie weken wordt het land van Liberté, Egalité en Fraternité (vrijheid, gelijkheid en broederschap) op welhaast nationalistische wijze in beeld gebracht, wat inhoudt dat de stokbroden, châteaus, Alpen, lavendelvelden en andere – Vincent van Gogh-ogende – landschappen nimmer ver weg zijn.

La Grande Boucle mag dan tot in de haarvaten Frans zijn; als de ronde de Pyreneeën aandoet zijn het niet de Fransen die de renners het felst aanmoedigen. Wanneer de karavaan opdraait op de flanken van Hautacam, Pla de Beret of Saint Lary Soulan, zwemmen de renners plots in een zee van Baskische wielerfanaten. Zeker in de periode toen Euskaltel-Euskadi – de inmiddels van het toneel verdwenen wielerploeg – de bergritten nog mede wist te kleuren, verzamelden de Euskotarrak zich als een zwerm bijen rondom de naar boven zwoegende coureurs. Aupa! Aupa! Aupa! krijgen de renners ter aanmoediging naar hun hoofd geslingerd, terwijl ze angstvallig proberen de vele vlaggen en uitgestoken handen te ontwijken.

De Baskische wielerfans stuwen de renners, hier Marzio Bruseghin, omhoog – foto: Sirotti

Wielrennen is voor de Basken meer dan alleen een sportieve bezigheid. Het is – zoals met meer zaken – een religie. Een letterlijke vlucht naar vrijheid, na eeuwen van inperking en onderdrukking. Deze onderdrukking kreeg een nieuwe vorm in 1876, na het einde van de derde Carlistenoorlog (1872-1876). Dit was een oorlog die zich toespitste op de strijd tussen de aanhangers van een sterk centraal Spanje (liberalen) en de volgelingen voor meer autonomie voor de provincies (Carlisten). Het Baskenland en Catalonië kozen de kant van de verliezende Carlisten, wat betekende dat de opgebouwde verworvenheden van de regio – na het optrekken van de kruitdampen – ernstig werden ingeperkt. Het Baskenland verloor zijn fueros (een verzameling lokale rechten) en instituties, en kwam hiermee onder rechtstreeks gezag te staan van Madrid. Het bleek een koren op de molen van het opkomende nationalisme.

De hierop ontstane periode van onderdrukking – met als beklemmend hoogtepunt de heerschappij van generalísimo Francisco Franco – heeft geleid tot een tegenreactie met de oprichting van de Euskadi Ta Askatasuna, kortweg ETA. Deze in 1959 opgerichte ‘vrijheidsbeweging’ streefde decennia lang, door middel van (terroristische) aanslagen, naar Baskische autonomie. Anno 2018 heeft de ETA zijn wapens eenzijdig overgedragen en heeft de regio weer veel van zijn verworvenheden teruggekregen. Toch is de algehele teneur er nog altijd een van het spelen van tweede viool. Het gevoel van verbondenheid, dat als een soort waakvlam bij momenten weer kan oplaaien.

Een van de Baskische wielerhelden luistert naar de naam Iban Mayo, die Itzulia won in 2003 – foto: Sirotti

Een van die momenten is als het wielerpeloton een bezoek brengt aan de regio. Waar Vlaanderen altijd wordt beschouwd als het mekka van de koers, doet Pais Vasco niet onder in enthousiasme. Het aantal Baskische wielergoden zijn zeker niet op één hand te tellen: Domingo Perurena, Marino Lejarreta, Joseba Beloki, Iban Mayo en Mikel Landa zijn slechts enkele voorbeelden. Zij werden in eigen land voortgestuwd in koersen als de Euskal Bizikleta, Clásica San Sebastián of de Vuelta al Pais Vasco. De Baskische wielerfans vallen niet alleen in de smaak bij de thuisrenners, zo blijkt wel uit de woorden van viervoudig Itzulia-winnaar en Madrileen Alberto Contador na het behalen van zijn vierde scalp. “De beste fans ter wereld vind je in het Baskenland!”, aldus een uitzinnige Contador.

De beste fans ter wereld vind je in het Baskenland – Alberto Contador

De Vuelta al Pais Vasco – het jaarlijkse wielerhoogtepunt – onderscheidt zich niet alleen van veel andere koersen door de immer aanwezige passie van de toeschouwers. De organisatie kan traditioneel ook bogen op de aanwezigheid van de crème de la crème van het wielergilde. De eerste editie mocht al een kampioen op het eindpodium verwelkomen. De vermaarde sprinter Francis Pélissier – de middelste van de beroemde broers Pélissier – zegevierde in 1924. De beroemde Amerikaanse schrijver Ernest Hemingway (1899-1961) besteedde in zijn bejubelde eerste roman The Sun Also Rises – dat zich voor belangrijk gedeelte afspeelt in het Baskenland – zelfs aandacht aan de eerste editie van de rittenkoers. “De door de zon aangebrande coureurs dronken veel wijn. Ik zat op een terras met een van de teammanagers van de grote fietsfabrikanten. Hij vertelde me dat wielrennen de enige echte sport was.”

Ieren Sean Kelly en Stephen Roche, respectievelijk drie- en eenvoudig winnaar van Itzulia, schudden elkaar de hand – foto: Sirotti

Grote vooroorlogse kampioenen als Nicolas Frantz (1926), Maurice de Waele (1928 en 1929) en Gino Bartali (1935) traden in de voetsporen van Pélissier. Hierna verdween Itzulia voor maar liefst 34 jaar van de kalender, voordat Jacques Anquetil in 1969 de draad weer wist op te pakken. Een jaar later was het Luis Pedro Santamarina die de Basken voor de eerste maal op de banken kreeg. Sindsdien heeft de ronde onafgebroken plaatsgevonden, met puike overwinnaars als Luis Ocaña (1971 en 1973), de veel te jong gestorven Alberto Férnandez Blanco (1980), Stephen Roche (1989), Alex Zülle (1995 en 1997) en Laurent Jalabert (1999).

In totaal mochten 26 Spanjaarden (waaronder zeven Basken) de champagne ontkurken, gevolgd door zeven Italianen en vijf Zwitsers. De Fransen en Ieren scoren traditioneel ook goed in deze koers, met elk vier laureaten. Recordhouders zijn Alberto Contador en de misschien iets minder bekende José Antonio González met vier eindoverwinningen. Ook Sean Kelly en Tony Rominger kennen een indrukwekkend track record met drie eindzeges. Er mocht slechts één landgenoot op het bovenste treetje staan. Erik Breukink zorgde in 1988 voor de primeur door landgenoot Luc Suykerbuyk achter zich te houden.

Alberto Contador won de Ronde van het Baskenland maar liefst viermaal – foto: ASO / G. Demouveaux

Als we het rijtje aan recente eindwinnaars onder de loep nemen, dan zien we uitsluitend grote namen. Het deed Chris Horner – winnaar in 2010 – dan ook tot bewegen tot de volgende uitspraak. “Itzulia is een van de mooiste wedstrijden op de kalender. Het is na de Tour de France de wedstrijd met de meeste toppers aan het vertrek.” De topper die vorig jaar aan het langste eind trok, was Alejandro Valverde. De Murciaan wist de ronde binnen te hengelen na een spannende slottijdrit van en naar Eibar. Alberto Contador leek na het eerste tussenpunt op weg naar een recordbrekende vijfde eindzege, maar dat was buiten El Imbatido gerekend. De Movistar-kopman wist door een ijzersterk tweede gedeelte alsnog de oppergaai te bemachtigen; goed voor zijn eerste Itzulia.

Itzulia is een van de mooiste wedstrijden op de kalender. Het is na de Tour de France de wedstrijd met de meeste toppers aan het vertrek – Chris Horner

Laatste tien eindwinnaars Ronde van het Baskenland
2008: flag-es Alberto Contador
2009: flag-es Alberto Contador
2010: flag-us Chris Horner
2011: flag-de Andreas Klöden
2012: flag-es Samuel Sánchez
2013: flag-co Nairo Quintana
2014: flag-es Alberto Contador
2015: flag-es Joaquim Rodríguez
2016: flag-es Alberto Contador
2017: flag-es Alejandro Valverde

Parcours
De Vuelta al Pais Vasco leunt qua parcours misschien wel het meeste aan tegen Tirreno-Adriatico. Net als in de Koers van de Twee Zeeën mogen de muurbedwingers er vaak hun hart ophalen met duivelse stijgingspercentages. In vergelijking met de voorgaande edities – waar zigzaggende stervelingen tot de de waan van de dag behoorden – worden de typische Baskische muro’s dit jaar voornamelijk gemeden. Op de slotdag eindigt Itzulia wel op de steile slotstroken van de Usartza, maar de overige etappes eindigen vaak na een afdaling. Een ander verschil is dat de individuele tijdrit dit jaar biljartvlak is, waardoor de eindwinnaar meer moet kunnen dan alleen hard tegen een berg op fietsen.

Maandag 2 april – Etappe 1: Zarautz-Zarautz (162,1 km)
De 58e editie van de Ronde van het Baskenland voert op de openingsdag van en naar Zarautz, een gemeente in het uiterste noorden van de regio. Over een lengte van 162 kilometer krijgen de coureurs een pak hoogtemeters voor de kiezen. Via golvende wegen gaat het naar de eerste beklimming van de dag. En wat voor een: de Jaizkibel!

Deze 8,8 kilometer lange klim – stijgend aan een gemiddelde van 5,2% – dankt zijn bekendheid aan de Clásica San Sébastian. Tot en en met de eeuwwisseling vormde de Jaizkibel het ankerpunt van deze Baskische wielerklassieker.  Tegenwoordig is zijn sportieve waarde – net als dat bij de Col de la Redoute is gebeurd in Luik-Bastenaken-Luik – afgenomen door wijzigingen in het parcours. Toch is het een plek waar wielerhistorie in de lucht hangt, aangewakkerd door de duizenden Basken langs de kant.

Na de Jaizkibel volgen verderop in het parcours met de Maddiola (8,4 km aan 4.2%) en de Garate Gaina (3,5 km aan 6.2%) nog twee stevige puisten. Hierna gaat het via relatief vlakke wegen via de kust terug naar Garautz, waarna er een lus volgt van 38 kilometer. Als de renners Orio passeren, gaat het in de richting van Aia. De niet-klimmers hoeven niet te schrikken: de percentages van 28%(!) procent – die schering en inslag zijn op de Alto de Aia – worden dit keer gemeden. De ditmaal te beklimmen kant van de Aia is bijzonder zacht te noemen, met een gemiddelde stijging van 3.4% over 9,5 kilometer.

Het bekende uitzicht op de Jaizkibel – foto: Sirotti

Na de top van de Aia volgen er nog 22 kilometer tot de finish, maar het zwaartepunt moet dan nog komen. Met nog negen kilometer te gaan doemt met de Elkano Gania (2,4 km aan 9%) de slotklim van de dag op. Met pieken van 20% betreden de aanwezige lichtgewichten voor hun hemels terrein. Als de coureurs zich naar boven hebben gehesen, volgt er nog een snelle afdaling naar Zarautz. Espectacular!

Start: 13.26
Finish: 17.18-17.42

Dinsdag 3 april – Etappe 2: Zarautz-Bermeo (152,7 km)
De tweede etappe naar Bermeo – geboortegrond van oud-renner Bingen Fernández en de belangrijkste vishaven van de regio – vertoont gelijkenissen met de openingsrit naar Zarautz. Na een resem bergen doemt in volle finale een laatste springplank op, waarna een korte afdaling over ritwinst zal beslissen.

Na goed zestig kilometer – die overigens verre van vlak zijn – wacht met de Natxitua (3,3 km aan 5.1%) de eerste gecategoriseerde klim van de dag. Hierna wachten een dertigtal – Spaans vlakke – kilometers naar de langste helling van de dag: de Almika-Sollube (5,5 km aan 6.6%). De coureurs zijn inmiddels vanuit de kust naar de binnenlanden getrokken, maar na de top van de Sollube wordt er weer ‘voet’ gezet richting de Baskische kust.

Na een niet te onderschatten tussenfase schotelt de organisatie in de laatste 23 kilometer de renners nog twee beklimmingen voor. De Jata – met de top op ruim 17 kilometer van de streep – is met zijn gemiddelde van 3,6% over bijna 6 kilometer niet al te lastig. De laatste hindernis van de dag, de San Pelalo (4,6 km aan 6,5%), is dat echter wél. Na de top volgt nog een ruim 6 kilometer lange afdaling, die bovendien in twee trapjes verloopt. Welke waaghals komt als eerste aan in Bermeo?

Start: 13.41
Finish: 17.19-17.42

Woensdag 4 april – Etappe 3: Bermeo-Valdegovía (184,8 km)
Het geringe aantal snelle mannen dat aan het vertrek staat, ruikt op dag drie wellicht hun eerste – en daarmee enige – kans. De onderneming naar Valdegovia kent, zoals een etappe in het Baskenland betaamt, voldoende hoogtemeters. De top van de laatste, niet in het rondeboek opgenomen, helling ligt echter op ruim tien kilometer van de streep.

De route, die trekt naar de binnenlanden van de regio, kent twee gezichten. De eerste 117 kilometer gaan in lijn, terwijl de renners op zeventig kilometer van de finish de lokale ronde opdraaien, die ze in totaal anderhalf keer moeten afwerken. In de beginuren volgen de Errigoti (5 km aan 4,8%) en de Aretxabalgane (4 km aan 2,7%) elkaar in rap tempo op, gevolgd door een lange aanloopfase richting La Barrerilla (7.6 km aan 5%).

Na de top van deze klim blijven de renners op een plateau rijden, totdat ze kilometerpaal 117 passeren en het lokale circuit oprijden. De eerste helling die ze tegenkomen is 2,9 kilometer lang aan 6.6%, waarna de renners vervolgens een afzink nemen om zich te onderwerpen aan een ‘drietrapsklim’. De eerste trap is 2,5 kilometer aan 4.2%, gevolgd door 2,3 kilometer aan 5.1% en 2,2 kilometer aan 3.2%.

Na een afdaling en tweede sprintpassage langs Anuncita, moet nogmaals de 2,9 kilometer lange klim aan 6.6% worden afgewerkt, waarna het nog 25 kilometer is tot de finish in Valdegovia. Na twaalf relatief vlakke kilometers, moet op 13,2 kilometer voor het einde nog de eerste trede van de drietrapsklim worden genomen. Na 2500 meter klimmen aan 4.2% wacht er nog een zeven kilometer lange afdaling, gevolgd door drieduizend – licht oplopende – meters.

Start: 12.52
Finish: 17.16-17.44

Donderdag 5 april – Etappe 4: Lodosa-Lodosa (19,4 km, ITT)
Na drie dagen met ontelbaar veel hoogtemeters, is het parcours van de vierde etappe zo vlak als een biljartlaken. En dat is opvallend: de organisatie van Itzulia opteert normaliter voor een lastige heuveltijdrit. De trendbreuk houdt voor de klimmers in dat ze hier de schade moeten beperken. Een andere verandering is dat er nu niet meer op de slotdag zal worden gebikkeld tegen de klok, wat de dynamiek van de wedstrijd ongetwijfeld zal veranderen.

De individuele tijdrit van en naar Lodasa – liggend aan de rivier de Ebro – is in totaal 19 kilometer lang. Na een bochtenrijke beginfase steken ze de rivier over, om op een gegeven moment een 90-gradenbocht te maken terug naar Lodosa. Wat volgt zijn lange rechte wegen, afgewisseld met enkele bochten in het dorpje Sartaguda, naar de finishstreep. Kan iemand als Primož Roglič hier een tik uitdelen aan de concurrentie?

Start: n.n.b.
Finish: n.n.b.

Vrijdag 6 april – Etappe 5: Vitoria-Eibar (164,7 km)
De voorlaatste etappe voert van de ene oude bekende naar de andere. Vitoria-Gasteiz – de hoofdstad van de regio – is in het verleden al vaak verantwoordelijk geweest voor een start of aankomst van een Itzulia-etappe. De lokale bevolking – die ook wel door het leven gaan als gasteiztarrak – kunnen zich in het dagelijks leven overgeven aan de vele cultuur die de stad rijk is, zoals de Santa Maria katedrala en de Museo de Bellas Artes de Álava.

Een ander opvallend detail: in 2012 won het de verkiezing voor de groenste stad van Europa. Maar Vitoria-Gasteiz vindt zijn naam ook dikgedrukt terug in het grote boek der geschiedenis. Zo speelde de stad een cruciale rol in de Spaanse onafhankelijkheidsoorlog (1808-1814) tussen het in die tijd allesverslindende Napoleontische Rijk en de Spanjaarden, Portugezen en Britten. Na zes jaar moest Napoleon het Iberische schiereiland uiteindelijk met het schaamrood op de kaken verlaten.

Vanuit Vitoria-Gasteiz verlopen de eerste 70 kilometer – zeker voor Baskische begrippen – behoorlijk vlak. Hierna wordt er een lange afzink ingezet naar de ravitaillering, om daarna naar de eerste klim van de dag te rijden. De Elosua Gaina (8,1 km aan 6.9%) – met de top op 60 kilometer van de finish – zal wellicht voor een eerste schifting zorgen.

Na een lange afdaling en vlakke tussenfase – met een tussensprint in Loioia – zal het peloton uit elkaar worden gereten op het koninklijke duo Endoia Gaina (7 km aan 5.1%) en onregelmatige Azurki Gaina (5,5 km aan 7.6%). Vooral de beklimming van de Azurki heeft alles om de koers te doen ontploffen. De renners worden grotendeels over een smal geitenpad gestuurd, waar de percentages bij momenten naar de 20% kruipen. Na de top is het nog 20 kilometer naar Eibar, die grotendeels in dalende lijn gaan. De laatste kilometers lopen nog verraderlijk bergop, wat een verrassende finale in de hand kan werken.

Start: 13.22
Finish: 17.18-17.43

Zaterdag 7 april – Etappe 6: Eibar-Arrate (122,2 km)
De Ronde van het Baskenland is niet compleet zonder een etappe naar het heiligdom van Arrate. Gestart wordt er enkele kilometers van de voet van de slotklim, maar de renners krioelen eerst nog ruim honderd kilometer door het Baskische landschap alvorens aan te komen op de Usartza.

De 122 kilometer lange onderneming krijgt met recht het predicaat koninginnenrit opgeplakt, want er staan maar liefst acht beklimmingen op het menu. In de beginfase volgen de Trabakua (3,2 km aan 5.2%), Gontzagaraigana (3,6 km aan 5.5%), Bizkaiko Begiratokia (4,7 km aan 4.8%) en de Muniketa Gane (4 km aan 6.4%) elkaar in rap tempo op.

Na een vlakke tussenstrook van een twintigtal kilometer, luidt de Eigeta (4 km aan 6.8%) het tweede deel van de etappe in. Al begint de echte finale pas met de 4,7 kilometer lange Izua, die opdoemt met nog 37 kilometer te gaan. Met een gemiddelde van 8.8% is het een van de zwaarste beklimmingen in deze Itzulia. Na een afdaling volgt de tweede van drie finale-klimmen: de Urkaregi (5,9 km aan 4%). Na een laatste afzink en stijgende aanloopfase, mogen de klimmers zich nog een vijftiental minuten uitleven naar Arrate.

Rodríguez, Froome, Contador en Valverde in actie tijdens de Vuelta van 2012 op de slotstroken naar Arrate – foto: Sirotti

Sinds 2009 zegevierde op het ‘Santuario’ alleen de crème de la crème van het klimgilde: Alberto Contador (2009), Nairo Quintana (2013), landgenoot Wout Poels (2014), Joaquim ‘Purito’ Rodríguez (2015) en recordhouder Samuel Sánchez (2010, 2011 en 2012). Dit was echter niet vanuit de (kortere) zijde die ze voor het tweede jaar op rij zullen beklimmen. Vanuit Matsaria Kalea gaat het slechts 3,1 kilometer bergop, maar wel aan een hallucinant gemiddelde van 12.7%! Na de top volgen nog twee vlakke kilometers naar Arrate, waarvan de laatste honderden meters bergaf gaan. Vorig jaar klopte Alejandro Valverde er zijn concurrenten in een hectisch spurtje.

Start: 14.26
Finish: 17.21-17.39

Favorieten
De titelverdediger en man in vorm is er dit jaar niet bij. Alejandro Valverde zoog in de Ronde van Catalonië als een stofzuiger alle denkbare kruimels weg voor de concurrentie, maar kiest in de aanloop naar zijn zo geliefde Ardennenklassiekers voor rust. Het zal ongetwijfeld zorgen voor een veranderende koersdynamiek, met veel coureurs die een ultieme kans ruiken op Itzulia-winst. Ze zullen overigens allemaal de hoop koesteren op een goed resultaat: de 154 coureurs verdeeld over achttien WorldTour-ploegen en vier ProContinentale formaties.

De gebroeders Izagirre gebroederlijk naast elkaar: beide coureurs maken een kans op eindwinst – foto: Sirotti

De Basken hebben periodes gekend waarin ze op hun honger moesten zitten, maar anno 2018 is er van een gebrek aan toprenners allerminst sprake. De regio herbergt zelfs drie topfavorieten voor de Txapela, de bekende Baskische wielerhoed die de eindwinnaar op het podium op zijn hoofd gezet krijgt. De renner die wellicht het meeste kans maakt, is Ion Izagirre. Goed acht maanden geleden lag hij nog aan bed gekluisterd na zijn zware valpartij in de openingstijdrit van de Tour de France. Het verdict? Een onstabiele breuk in het wervelkolom. Vanaf dat moment zag Izagirre zich gedwongen tot een langdurig revalidatieproces, dat een half jaar in beslag nam.

Al aan het begin van het seizoen bleek het blessureduiveltje zijn terugtocht naar de hel te hebben gemaakt. In de Tour Down Under (12e) stak hij al nadrukkelijk zijn neus aan het venster, terwijl hij in Parijs-Nice (4e) meedeed om de knikkers. De Bahrain Merida-coureur is met andere woorden klaar voor ‘zijn’ Ronde van het Baskenland, waar hij in 2015 en 2017 al op het eindpodium stond. Het parcours past hem ook als een handschoen. Met zijn tijdritcapaciteiten moet hij in staat zijn om in de chrono een stevig fundament te leggen, terwijl de uitgetekende finales – met een resem afdalingen en weinig muren ter afsluiting – de iets minder explosieve Ion op het lijf geschreven zijn. Kan de jongste van de broers Izagirre het Baskische volk in vuur en vlam zetten?

Kan Michał Kwiatkowski zijn derde rittenkoers op rij winnen? – foto: LaPresse/Fabio Ferrari

Als Valverde zich in 2018 met drie eindklassementen koning der rittenkoersen mag noemen, dan mag Michał Kwiatkowski met recht de titel prins dragen. De Poolse alleskunner stond dit jaar al op het hoogste schavotje in de Volta ao Algarve en Tirreno-Adriatico. Een drie-op-een-rij behoort tot de mogelijkheden, zeker omdat de Sky-renner in het verleden al dichtbij de Txapela kwam met een tweede plaats in 2014. De vraag is echter: hoe gemotiveerd is Kwiatkowski, een dag na de Ronde van Vlaanderen? Vorig seizoen was hij ook van de partij, maar speelde toen niet mee om de eindzege. Is dat dit jaar anders, of gebruikt Kwiat de Baskische wegen voornamelijk om zich warm te draaien voor de nakende klimklassiekers?

Aanvankelijk zou dé nieuwe klimsensatie Egan Bernal hier zijn opwachting maken, maar een zware val in de slotrit van de Ronde van Catalonië dwong hem om een kruis te maken over Itzulia. Mocht Kwiatkowski niet in de stemming zijn om zich een week uit elkaar te trekken, dan is David De la Cruz een meer dan capabele vervanger. De Catalaan maakte vorig jaar in Pais Vasco het mooie weer met ritwinst in Donostia. Hij wist zich na een puike slottijdrit ook naar een top-5-notering in de eindstand te katapulteren. Dit jaar liet hij in de tijdrit van de Ruta de Sol – die hij winnend afsloot – zien in deze discipline te kunnen uitblinken. Dat hij met ambitie aan de start staat, blijkt wel uit het feit dat hij zijn thuisronde liet schieten. Werpt deze aanpak zijn vruchten af?

Mikel Landa torst de druk van het thuispubliek met zich mee – foto: LaPresse/Fabio Ferrari

Mikel Landa is een thuisrenner die het niet moet hebben van de tijdrit, maar van een ander ding: atacar! De sierlijke klimmer was traditioneel geen hoogvlieger in het voorseizoen, maar daar lijkt bij Movistar verandering te zijn ingekomen. In de Ruta del Sol (6e) demonstreerde hij al een meer dan degelijk vormpeil, maar in Tirreno-Adriatico maakte de Movistar-klimmer pas echt indruk met een knappe ritzege op Sassotetto. Het zal hem een boost hebben gegeven in aanloop naar zijn thuiskoers. Een ronde waarin hij – gek genoeg – nog nooit een goed klassement reed, maar in 2016 wél een etappe wist te pakken. “Ik steek in een bijzonder goede vorm. Het is mijn droom om Itzulia te winnen”, verklapte Landa enkele dagen voor aanvang aan het Baskische Eitb. Mocht Landa voor de eerste maal serieus willen meedoen om de eindzege, dan zal hij de schade moeten beperken in de vlakke tijdrit. Als hij daarin slaagt, dan zijn er maar weinig renners die bergop zijn wiel kunnen houden.

Het is mijn droom om Itzulia te winnen – Mikel Landa

Wielerliefhebbers mokken regelmatig over de sterkte van Sky, maar ook het Spaanse Movistar kan de tegenstand tegenwoordig lamleggen door het opleggen van een verstikkend regime. Want welke ploeg kan naast Landa ook nog rekenen op een renner als Nairo Quintana? De Colombiaanse klimgeit gaf in meerdere interviews aan conservatief te zullen koersen met het oog op de Tour de France. In de recente Volta Ciclista a Catalunya smeet hij – in dienst van Valverde – echter veelvuldig met zijn krachten. Het bracht hem, naast eindwinst van zijn teamgenoot, nog een tweede stek in het eindklassement. Het geeft aan dat de renner uit Tunja over de vorm beschikt om deze week mee te doen voor eindwinst. Mag hij na 2013 – toen de Vuelta al Pais Vasco zijn definitieve doorbraak betekende – voor een tweede maal de Txapela op zijn hoofd zetten?

Primoz Roglic zal de honneurs waarnemen namens LottoNL-Jumbo – foto: LaPresse/Gian Mattia D’Alberto

De tweede Bahrain Merida-pion – Gorka Izagirre – is ook uitstekend op dreef de laatste weken. Zijn vertrek naar het vrijere Bahrain Merida heeft de oudste Izagirre schijnbaar goed gedaan. In de Tour Down Under (7e), Tour of Oman (3e) en Parijs-Nice (3e) vergaarde hij al een hoop WorldTour-punten. Hij hoopt in zijn thuiskoers de nul van de tabellen te vegen. Net als Ion bezit Gorka over een resem kwaliteiten: hij combineert een flitsende sprint met goede klim- als tijdritkwaliteiten. Met andere woorden: de 30-jarige Bask heeft alle kwaliteiten in huis om een gooi te doen naar eindwinst.

Iemand die vorig jaar al voor spektakel zorgde op Baskische wegen, is Primož Roglič. In 2017 schreef de LottoNL-Jumbo-coureur maar liefst twee ritten op zijn naam, wat hem uiteindelijk een vijfde plaats in de eindrangschikking opleverde. Kan Roglič ditmaal nog hoger mikken? Hij zal het parcours met tevredenheid hebben gadegeslagen; vooral in de tijdrit moet hij een tik kunnen uitdelen aan een aantal concurrenten. Iemand die normaliter verlekkerd kijkt naar een dergelijk parcours, Julian Alaphilippe, zal nu met wat meer twijfel aan de start staan. De Franse puncheur zakte na een hoopvol begin weg in Parijs-Nice, terwijl hij in Milaan-San Remo – na een ijzersterkte editie in 2017 – eveneens geen potten kon breken. Hij zal in Itzulia bevestiging zoeken in aanloop naar de Ardennenklassiekers, waar hij wordt beschouwd als de grootste uitdager van el rey Valverde. Het is afwachten of de Quick-Step Floors-renner zich richt op het klassement, of er een aantal etappes zal uitpikken.

De explosieve Dylan Teuns vindt in het Baskenland terrein naar zijn smaak – foto: Sirotti

Alaphilippe is een van de nieuwe vaandeldragers van het Franse wielrennen. Iemand die het vaandel op korte termijn ook moet kunnen dragen, is Pierre Latour. De jonge Fransman timmert al jaren aan de weg, maar liet in de recente editie van de Ronde van Catalonië (3e) zien over hoogvorm te beschikken. De 24-jarige Latour – met zijn kenmerkende klimstijl – eindigde na een bitse strijd met Simon Yates in de slotetappe naar Barcelona op het eindpodium. Dit belooft voor Itzulia, waar Latour een geschikt parcours treft. Want dat de jonge coureur van AG2R La Mondiale kan tijdrijden, liet hij vorig jaar zien door de tricolore trui te bemachtigen.

Iemand die normaal gesproken bij de topfavorieten wordt geschaard, is Richie Porte. De BMC-kopman komt echter uit ziekte, waardoor hij zowel Tirreno-Adriatico als de Ronde van Catalonië moest laten schieten. Het is kortom gissen naar zijn staat van paraatheid. Mocht de Australiër in orde zijn, dan schuift hij meteen flink op in de pikorde. Overigens stuurt het Amerikaanse BMC een waar dreamteam naar de frontlinie, met Damiano Caruso en Dylan Teuns als overige (luxe)soldaten. Het is uitkijken naar de Italiaan, die ei zo na Tirreno-Adriatico op zijn palmares mocht bijschrijven. Hij moest uiteindelijk genoegen nemen met de meest ondankbare plaats op het podium. De nog altijd jonge Teuns reed in Parijs-Nice de stenen uit de straat. Kan hij bevestigen in het Baskenland?

Outsiders

Vincenzo Nibali rijdt op een wolk na winst in La Primavera – foto: LaPress – Marco Alpozzi – foto: LaPress – Marco Alpozzi

De organisatie mag zich dit jaar opnieuw gelukkig prijzen met de aanwezigheid van een blik toprenners. Bahrain Merida rekent naast de gebroeders Izagirre ook op Milaan-San Remo-vincitore Vincenzo Nibali. Net klaar met het gedokker over de Vlaamse keien, is de blik van Lo Squalo alweer gericht op Luik-Bastenaken-Luik. Voordat de Waalse wegen worden aangedaan, zal Nibali in het Baskenland schaven aan zijn vorm. Mocht de Italiaan zijn blik hebben gericht op de eindzege, dan zijn de finales – met de vele afdalingen – een kolfje naar zijn hand. In gesprek met Cyclingnews geeft ploegleider Rik Verbrugghe echter aan dat zijn protegé zich deze week zal uitsloven voor de broertjes Izagirre. “Omdat hij Vlaanderen rijdt, zal hij in het Baskenland niet voor het klassement gaan. Hij zal de komende week in dienst rijden. Vincenzo is slim genoeg om niet voor het klassement te gaan, anders blaas je jezelf volledig op voor de Ardenneklassiekers”, aldus de oud-winnaar van de Waalse Pijl. Zijn de woorden van Verbrugghe de waarheid, of een subtiele poging om een rookgordijn op te trekken?

Bauke Mollema wint in de Settimana Internazionale Coppi E Bartali

Bauke Mollema heeft vertrouwen kunnen tanken in Italië – foto: Sirotti

Iemand die ook met vertrouwen kan afzakken naar het Baskenland, is Bauke Mollema. De kopman van Trek-Segafredo kende door een infectie een fletse Parijs-Nice, maar knoopte in de Internationale Wielerweek van Coppi e Bartali weer aan met de overwinning. In de eindstand moest hij alleen Diego Rosa laten voorgaan. Dat Mollema graag koerst in deze regio liet hij zien in 2012, toen hij Samuel Sanchez en Joaquim Rodríguez mocht vergezellen op het eindpodium. “Ik wilde altijd al graag een van die Baskische hoeden hebben, en nu heb ik er eindelijk een!”, waren de woorden van een uitzinnige Mollema na zijn zege in de Clásica San Sebástian van 2016. De kans bestaat dat hij aan het einde van de week een tweede txapela op de schoorsteenmantel mag zetten.

Bij AG2R La Mondiale kunnen ze – naast Latour – nog een tweede troefkaart uitspelen. En dat is met die van Romain Bardet niet de minste. Het uithangbord van de ploeg liet dit jaar al enkele straffe stoten zien, met als uitschieter zijn tweede plaats in een verregende editie van Strade Bianche. De nummer drie van de afgelopen Tour verliest traditioneel echter een pak tijd tegen de klok, waardoor het niet de verwachting is dat hij zal meedoen om de overwinning. Rigoberto Uran komt – net als Porte – uit een periode van ziekte. Het kostte de Colombiaan van EF Education First-Drapac een passage naar Catalonië, maar daarvoor was hij in respectievelijk de Colombia Oro y Paz (3e + ritzege) en Tirreno-Adriatico (10e) in orde. Een andere naam als een klok is de immer zwijgzame Ilnur Zakarin. Op volle oorlogssterkte is de Rus van Katusha-Alpecin een gevaarlijke klant, maar hij heeft dit seizoen nog geen indruk weten te maken. Komt daar deze week verandering in?

Tot slot vergeten we nog een pak outsiders die kunnen verrassen. Hierbij moet gedacht worden aan thuisrijder Mikel Nieve. Is de aanvalslustige klimmer echter hersteld van twee – in de heup – opgelopen scheurtjes? Simon Špilak is een apart geval. De Sloveen deemstert bij momenten volledig weg, maar in het Baskenland veert hij altijd op. Het is te zien aan zijn uitslagen in deze ronde sinds 2012: tiende, vierde, vierde, twaalfde, achtste en tiende. Kan hij zich opnieuw bij de eerste tien scharen? Andere interessante namen zijn Rui Costa (UAE Emirates), de Baskische ridders Pello Bilbao en Omar Fraile (Astana), Patrick Konrad en Emanuel Buchmann (BORA-hansgrohe), Spaans kampioen Jesús Herrada (Cofidis) en Rudy Molard (Groupama-FDJ).

Sprinters

Michael Matthews is de enige sprinter met faam aan het vertrek – foto: Sirotti

De Ronde van het Baskenland staat niet bekend als een bolwerk voor snelheidsduivels. Dit jaar kun je nauwelijks van een sprintersveld spreken. Michael Matthews steekt er met kop en schouders bovenuit. De Australiër was in het verleden al succesvol op Baskische wegen met drie ritzeges. Wellicht dat Jay McCarthy (BORA-hansgrohe), Enrico Battaglin (LottoNL-Jumbo), Michael Albasini (Mitchelton-Scott) en Eduard Prades (Euskadi-Murias) hem nog enigszins het vuur aan de schenen kunnen leggen. Overigens is het ook niet uit te sluiten dat rappe klassementsrenners als Kwiatkowski en Alaphilippe zich in het spurtgeweld zullen storten.

Favorieten volgens WielerFlits
**** Ion Izagirre
*** Michał Kwiatkowski, Mikel Landa
** Nairo Quintana, David De la Cruz, Gorka Izagirre
* Primož Roglič, Julian Alaphilippe, Pierre Latour, Dylan Teuns

Website organisatie
Volledige deelnemerslijst

Weer en TV
Baskenland is een regio – zeker in vergelijking tot de meer landelijk gelegen regio’s als Madrid, Castilla-La Mancha en vooral Extremadura – waar de regengoden nog weleens in een recalcitrante bui zijn. Dit is ook te zien vanaf maandag, wanneer de hemelsluizen bij momenten zullen worden opengezet. Gedurende de eerste etappes kruipt de neerslagkans naar de 60%, waarna op donderdag en vrijdag de zon meer zal doorkomen. Gedurende de koninginnenrit mag het peloton zich dan weer opmaken voor natte taferelen.

De gemiddelde temperatuur zal schommelen rond de twintig graden Celsius, terwijl de wind vanuit het noordoosten zal waaien met een kracht van drie op de Schaal van Beaufort. Eurosport 1 is er traditiegetrouw live bij, ditmaal vanaf 15:30. Bij WielerFlits kunt u zoals gebruikelijk elke dag terecht voor een Volg Hier.

[poll id=”762″]

RIDE Magazine
31 Reacties
02-04-2018 02:52
LINK van de startlist werkt niet meer bij mij ...
deze doet het wel -> https://www.procyclingstats.com/race/itzulia-basque-country/2018/stage-1/startlist
02-04-2018 04:51
Alleen bij Eurosport. Dan pas ik.
02-04-2018 08:40
Luc Suyckerbuyck. Dat is een naam die ik al een tijdje niet meer gehoord heb. Leuk om die weer eens tegen te komen!
02-04-2018 09:24
@oscarita
opnemen dan kun je doorspoelen bij reclames en audio op Engels dan hoor je die irritante Been en/of Traksel ook niet....
02-04-2018 10:50
in welke rit zouden de sprinters hier dan een kans mogen krijgen hier???
02-04-2018 15:47
Oke Dumoman dan gaan we dat maar eens proberen.

Reacties zijn gesloten.

RIDE Magazine