Voorbeschouwing: Critérium du Dauphiné 2011
zondag 5 juni 2011 om 11:13

Voorbeschouwing: Critérium du Dauphiné 2011

Vanaf 5 tot en met 12 juni staat de 63e editie van het Critérium du Dauphiné op de internationale wielerkalender. In zeven etappes en over evenveel dagen wordt van Saint-Jean-de-Maurienne naar La Toussuire gereden. Daar tussenin liggen traditioneel verscheidene Alpencols op het programma. WielerFlits blikt vooruit op het parcours en de kanshebbers.

Historie
De Dauphiné is vooral bekend als de ideale voorbereidingskoers op de Tour de France. Dat doet echter tekort aan de rijke traditie die de rittenkoers kent. Het Critérium du Dauphiné, tot en met 2009 bekend onder de naam Critérium du Dauphiné Libéré naar het gelijknamige dagblad, werd voor het eerst verreden in het jaar 1947, toen de Fransman Edouard Kablinski zich tot eindwinnaar kroonde. Het imago van voorbereidingskoers zorgde echter wel voor enkele bekende Tourhelden op de erelijst, zoals Louison Bobet (1955), Jacques Anquetil (1963; 1965), Raymond Poulidor (1966; 1969), Luis Ocaña (1970; 1972; 1973), Eddy Merckx (1971), Bernard Thévenet (1975; 1976), Bernard Hinault (1977; 1979; 1981), Greg LeMond (1983); Miguel Indurain (1995; 1996) en Lance Armstrong (2002; 2003).

Ocaña en Hinault houden samen met Charly Mottet en Nello Lauredi het recordaantal eindoverwinningen (3). Met Johan van der Velde (1980) staat er maar één Nederlander op het palmares, terwijl de Belgen het met drie zeges moeten doen (Alex Close, Eddy Merckx en Michel Pollentier). Die overwinningen zijn echter nog langer geleden dan die van Van der Velde.

De editie van 2010 stond vooral in het teken van veel valpartijen. Zo moesten in de eerste etappes Paul Martens, Haimar Zubeldia, Dennis van Winden, Michel Kreder en Peter Velits al de koers verlaten. De eerste twee vlakke ritten werden in de sprint gewonnen door respectievelijk Grega Bole en Juanjo Haedo. De daarop volgende 49 kilometer lange tijdrit werd een prooi voor Janez Brajkovic, die ondanks enkele lastige bergritten zijn trui tot aan het einde kon vasthouden. De overige ritzeges gingen naar Nicolas Vogondy, Daniel Navarro, Alberto Contador (sprint-à-deux met Brajkovic op de Alpe d’Huez) en Edvald Boasson Hagen.

Parcours


5 juni, proloog: Saint-Jean-de-Maurienne – Saint-Jean-de-Maurienne (5.4 km) ITT
De proloog kent kort na de start een heuse heuvel, de Côte de Bonrieux. Deze heuvel is 800 meter lang en kent een gemiddelde van 5%. Op een totale afstand van nog geen vijfenhalve kilometer kan dit wel degelijk een verschil maken. Zo zullen de sprinters die normaal gesproken meedoen voor de prijzen op een dergelijke afstand er minder blij mee zijn. Rabobank heeft met Lars Boom in ieder geval een specialist aan boord.

*** Lars Boom
** Geraint Thomas, Edvald Boasson Hagen
* Bradley Wiggins, Frantisek Rabon, Lieuwe Westra

6 juni, etappe 1: Albertville – Saint-Pierre-de-Chartreuse (144 km)
In tegenstelling tot vorig jaar gaat de eerste rit in lijn direct de Alpen in. Nadat er eerst ongeveer 30 vlakke kilometers worden gereden, rijdt men in aanloop naar de vierde categorie Côte de Saint-André. Vervolgens vinden we na 53 kilometer de Côte de Montagnole, een derde categorie klim van 3.2 kilometer aan 6.1 procent. Waarschijnlijk is de kopgroep dan echter al gevormd en wordt hier alleen gevochten om de bergpunten. Datzelfde kan gezegd worden van de Côte de la Bauche van de vierde categorie op 65 kilometer van de finish. Die finish ligt bovenop de Montée de Saint-Pierre-de-Chartreuse, een 7.4 kilometer lange klim met een percentage van 4.8%, waarmee hij de tweede categorie waardering heeft meegekregen. De vraag is op de kopgroep daarop wordt teruggegrepen.

*** Nicolas Vogondy
** Jerome Coppel, Remy Di Grégorio
* Remi Pauriol, Rigoberto Uran, Jonathan Hivert

7 juni, etappe 2: Voiron – Lyon (179 km)
Ondanks de aanwezigheid van weer vier cols, belooft dit een sprintersetappe te worden. De vier heuvels, die nooit boven de 5% stijgingspercentage uit komen, liggen over de hele rit verspreid. De positie van de laatste berg, de Côte de la Croix-Rousse, kan echter voor een spectaculaire finish zorgen. Op de top van deze 1.4 kilometer lange heuvel aan 4.8% ligt namelijk de finishlijn. De sprinters zullen dus al hun krachten moeten aanspreken om hier de zege te grijpen.

*** Edvald Boasson Hagen,
** Grega Bole, Simon Gerrans
* Mauro Santambrogio, Nicholas Roche, Leonardo Duque

8 juni, etappe 3: Grenoble – Grenoble (42,5 km) ITT
Op de vierde koersdag staat een lange tijdrit op het programma. Hoewel het klassement nog alles behalve gemaakt is, kunnen de grote namen met een sterke tijdrit vandaag hun concurrenten een slag toebrengen. Onderweg worden twee heuvels opgereden, maar deze zijn niet zwaar genoeg om een kwalificatie mee te hebben gekregen. Interessant genoeg is de voorlaatste rit van de Tour 2011 een duplicaat van deze etappe.

*** Tony Martin
** Bradley Wiggins, Janez Brajkovic
* David Zabriskie, Lieuwe Westra, Jean-Christophe Peraud

9 juni, etappe 4: La Motte-Servolex – Mâcon (173.5 km)
Ook vandaag worden de echte cols nog niet beklommen, hoewel er een tweede categorie klim al na zo’n 7 kilometer ligt. De komende 6.2 kilometer worden dan gereden aan een stijgingspercentage van 6.7%, wat enkele vrijbuiters de kans zal geven een kopgroep te vormen. Daarna volgen op 54 kilometer en 109.5 kilometer nog twee kleine toppen, maar wat dan volgt zijn 64 vlakke kilometers tot aan de finish, waar de eerste echte massasprint van deze Dauphiné te verwachten valt.

*** Tyler Farrar
** John Degenkolb, Juan José Haedo
* Grega Bole, Edvald Boasson Hagen, Jurgen Roelandts

10 juni, etappe 5: Parc des Oiseaux-Villars-les-Dombes – Les Gets (210 km)
Op vrijdag wordt het al een stuk serieuzer wat de bergen betreft: drie cols van de tweede categorie moeten worden beklommen. De eerste is de Côte de Corlier (6.4 km, 5.3%) met de top na 45.5 kilometer, gevolgd door de Côte du Mont des Princes die 55 kilometer verderop ligt en 5.5 kilometer lang is bij 7% stijging. Hierna volgt een geleidelijke klim die tot 872 meter hoogte voert, maar niet gecategoriseerd is. Wel gecategoriseerd is de Montée des Gets (10.7 km, 4.7%), die het finishspandoek op de top heeft staan.

*** Christophe Riblon
** Pierre Rolland, Jerome Coppel
* Rein Taaramae, Oliver Zaugg, Remy Di Grégorio

11 juni, etappe 6: Les Gets – Le Collet D’Allevard (192.5 km)
Vandaag wordt het tijd voor de grote favorieten om zich te laten zien. Met meer dan 190 kilometers te rijden en zes cols op het programma zijn de omstandigheden er in ieder geval naar. De etappe finisht op de Collet d’Allevard, een klim van 11.2 kilometer aan 8.4%. Voor deze col van de buitencategorie is het peloton al de Col du Grand Cucheron gepasseerd, die gemiddeld 5% steil is maar wel 16.2 kilometer meet. Spektakel mag verwacht worden.

*** Samuel Sanchez
** Robert Gesink, Cadel Evans
* Alexandre Vinokourov, Ivan Basso, Jurgen Van Den Broeck

12 juni, etappe 7: Pontcharra – La Toussuire (117.5 km)
De mooiste beklimming van de 63e Dauphiné-editie is voor het laast bewaard. Na een praktisch vlakke aanloop van 53.5 kilometer doemt de 22 kilometer lange Col de la Croix de Fer op. De renners krijgen na deze klim van gemiddeld 7% ook nog eens de Montée de la Toussuire voor de kiezen. 14.8 kilometer aan 5.8% later is het echter afgelopen met deze Dauphiné, en dus zullen de klassementsmannen alles moeten geven op deze slotklim.

*** Cadel Evans
** Robert Gesink, Samuel Sanchez
* Ivan Basso, Luis Leon Sanchez, David Moncoutié

Favorieten
Hoewel er vaak grote namen meedoen aan de Dauphiné, is het meestal een naam van net onder de top die met de eindzege aan de haal gaat. In de 62 edities tot nu toe gebeurde het zeven keer dat iemand zowel de Dauphiné als de Tour in dezelfde zomer won: Louison Bobet deed het in 1955, Jacques Anquetil in 1963, Eddy Merckx in 1971, Luis Ocaña in 1973, Bernard Thévenet in 1975, Bernard Hinault in 1979 and 1981, Miguel Indurain in 1995 en Lance Armstrong in 2002 en 2003.

De grootste favorieten voor de eindzege in de Tour de France dit jaar zijn echter afwezig in de Franse Alpen. Alberto Contador is nog niet zeker van zijn startrecht en heeft nog geen voorbereiding bekend gemaakt, terwijl de broers Schleck in de Ronde van Zwitserland aanwezig zullen zijn. Met Cadel Evans, Samuel Sanchez, Ivan Basso en Robert Gesink staan er echter nog altijd enkele Tourpodiumkandidaten aan de start.

Robert Gesink bereidt zijn Tour voor in de Dauphiné (foto: Sirotti)

Omega Pharma-Lotto heeft een redelijke ploeg mee die vooral om Jurgen Van Den Broeck heen lijkt te zijn gebouwd. Hij kan zijn vierde plaats van vorig jaar misschien omzetten in een eindzege. Winnaar van 2010 Janez Brajkovic is er ook weer bij, met Ben Hermans en Haimar Zubeldia aan zijn zijde. Quick-Step brengt Dario Cataldo en Kevin Seeldraeyers mee uit de Giro, terwijl Marc de Maar zijn rentree maakt. En naast de eerder genoemde Gesink rijdt ook Luis Leon Sanchez rond bij Rabobank.

In de top-tien van 2010 vinden we vier Fransen terug die ook dit jaar weer graag een belangrijke rol zouden spelen. Respectievelijk Jérôme Coppel (Saur-Sojasun), Nicolas Vogondy (Cofidis), Christophe Riblon (Ag2r-La Mondiale) en Pierre Rolland (Europcar) bezetten in de vorige editie de plaatsen 5 tot en met 8 op de ranglijst.

Andere interessante namen vinden we bij Sky met Rigoberto Uran en Bradley Wiggins, die zijn Tourdroom nog niet heeft opgegeven. Oude krijger Alexandre Vinokourov heeft met Fredrik Kessiakoff en Remy Di Grégorio twee sterke adjudanten. De Kazach komt zijn landgenoot Andrey Kashechkin tegen, die bij Lampre de in de Giro opvallend sterke Przemyslav Niemiec bij zich heeft. Ook Kanstantsin Sivtsov (HTC-Highroad) deed in die Italië van zich spreken. Juan Mauricio Soler zal bij Movistar vooral moeten proberen op de fiets te blijven zitten, terwijl Rein Taaramae voor Cofidis het vaandel moet dragen.

Officiële deelnemerslijst
Cyclingfever deelnemerslijst

Favorieten volgens WielerFlits.nl
*** Cadel Evans
** Jurgen Van Den Broeck, Samuel Sanchez
* Janez Brajkovic, Robert Gesink, Ivan Basso

RIDE Magazine
RIDE Magazine