Voor Roland Liboton is Van der Poel nu al de beste crosser ooit
Na Nys’ tweede wereldtitel in Louisville 2013 laaide de discussie op. Wie was nu de beste veldrijder aller tijden? Erik De Vlaeminck, Roland Liboton of Sven Nys? Maar zie, een paar jaar later is de discussie achterhaald. Tenminste, dat vertelt Roland Liboton aan WielerFlits. “Zet Mathieu van der Poel maar op één! Hij is buitenaards.”
Het was Sporza-commentator Michel Wuyts die in 2013 – na Nys’ tweede wereldtitel – de kat de bel aanbond en Nys “misschien wel de beste veldrijder aller tijden” noemde. Die laatste was gecharmeerd, maar zowel Roland Liboton als Roger De Vlaeminck, broer van de betreurde Erik, protesteerden. Zij zetten allebei Erik De Vlaeminck op één. “En ik gedeeld tweede, samen met Albert Van Damme”, voegde Liboton er aan toe.Vandaag lijkt de discussie achterhaald. Volgens Liboton staat ondertussen Mathieu van der Poel helemaal bovenaan het lijstje. “In absolute cijfers natuurlijk nog niet”, begint Liboton. “Dat kan ook niet, want hij is vorige maand nog maar net 24 geworden. Maar zoals Mathieu nu domineert…”
“Buitenaards”
Van der Poel heeft ondanks zijn jeugdige leeftijd al vijf nationale en twee wereldtitels op zak. Daarnaast gaat hij voor het tweede opeenvolgende jaar boven de 30 zeges per seizoen en won hij meer dan 70 procent (105 op 151) van alle profwedstrijden waarin hij aan de start stond.
“Ik wil Nys, De Vlaeminck of mezelf geen onrecht aandoen. Wij waren ook steengoede crossers. Maar wat Mathieu doet, is buitenaards. Ja, Erik sprong ook over balkjes. Maar dat was in de beginperiode. Die dingen waren toen 18 centimeter hoog. Mathieu springt over balken van 40 centimeter”, verduidelijkt Liboton. “Nee, wat mij betreft mag je hem nu al de beste veldrijder aller tijden noemen.”
Kampioen op en naast de fiets
Liboton geeft Van der Poel overigens nog een extra compliment mee. “Je kan een grote kampioen zijn óp de fiets, maar Mathieu is dat ook nog eens naast de fiets. Hij blijft bescheiden en gaat geweldig om met zijn fans. Daar kan je niets op aanmerken.” Liboton is niet de enige die Van der Poel op één zet. Ook Niels Albert noemde de regerende wereldkampioen een paar weken geleden al de meest getalenteerde en complete crosser ooit.
Waren jullie er zelf bij of heb je gewoon iets tegen vdP? Dat mag hoor, maar waarschijnlijk heb je zelf nooit gefietst met windstoten en felle regen. Belachelijke reacties op een serieus bedoeld stukje. Maar goed, ik weet inmiddels van wie die reacties komen ! Zoek het lekker uit samen !
Ik weet bijvoorbeeld dat niemand ooit, in welk tijdperk dan ooit, om het even welke ploeg en zelfs met wat extra dope ten opzichte van hem, Miguel Indurain kan verslaan. Geen Merckx, geen Hinault, geen Anquetil, geen Froome en zelfs geen Armstrong met de halve mafia er bij.
dus ..
Waar haal je deze wijsheid nu weer vandaan ? Indurain was een verdienstelijk coureur, maar het voetstuk waar jij hem wilt opzetten is even misplaatst als wankel !
Dan vergeet je ook dat die gasten vroeger in wollen truien en broeken reden. Een buitje regen en je broek/trui woog 5 kilo. Pendalen met toeclips en riempjes was ook handig met al blubber. Reserve fietsen nooit van gehoord. Dus vergelijken gaat niet op. Persoonlijk vindt ik dat qua klasse en uitstraling Eric de Vlaeminck nog het meest in de buurt komt van Matje komt. Maar nogmaals andere tijd.
Om een vergelijk te maken met de MotoGP (andere liefhebberij): Rossi is in Italië ongeveer god op een motorfiets, maar opvolger Marquez doet in dit tijdperk ook dingen met een motor die onmogelijk zijn voor alle anderen.
Maar is hij beter dan Rossi op zijn top? Of Agostini? Of de mannen die vroeger met een campertje naar een extreem onveilig stratencircuit trokken om met een woeste 2takt op dubieuze banden de strijd aan te binden met tientallen andere mafkezen?
Mathieu is een zeldzaam talent waar wij van mogen genieten. Net als van een Nederlandse girowinnaar, of die eigengereide vent uit Noord-Holland, die de laatste jaren klassiekers oogst
In het tennis bijvoorbeeld zijn de belangrijkste toernooien, Grand Slams, de zwaarste vier per jaar. In het wielrennen op de weg zijn de belangrijkste wedstrijden, de grote rondes en grote klassiekers/monumenten (incluis WK), langer en zwaarder dan de overige wedstrijden in hun categorieën van etappekoersen en eendagswedstrijden.
Is in geen andere sport zo.
chapeau doe zo voort
Roland Liboton (Leuven, 6 maart 1957) is een voormalig Belgische veldrijder.
In totaal won hij 156 wedstrijden waarvan 21 wedstrijden voor de Superprestige, een klassement dat hij driemaal won (1985, 1986, 1988).
Hij werd vijfmaal wereldkampioen veldrijden: in 1978 (amateurs), 1980, 1982, 1983, 1984 en hij werd tweede in 1981. Verder werd hij tienmaal opeenvolgend Belgisch kampioen van 1980 tot 1989.
Hij heeft zijn carrière in 1992 beëindigd.
Hoe zit dat met veldrijden? Ik heb het idee dat het bij veldrijden andersom is, omdat techniek nu beter is dan vroeger. Jumpen over een hondernis konden ze vroeger niet/nauwelijks, en nu wek. Dus... MvDP toch de beste. :-)
Belangrijk daarbij is mijns inziens niet van die simplistische optelsommetjes van titels te maken. Armstrong had er seizoenen bij waarin hij naast topniveau in Tour en degelijk niveau in Dauphine verder maar een paar keer kwam opdraven in hoofdzakelijk tweederangskoersen. Dat is wat anders dan wat Contador en Valverde in hun carriere laten zien. Armstrong had 1 trucje dat, hoe knap het ook is uitgevoerd, toch een stuk makkelijker beheersbaar is dan als je niet een heel jaar verstoppertje speelt.
Met dat criterium kun je wel makkelijk onderscheid maken tussen toppers/subtoppers enerzijds en net-niet rijders anderzijds. In een tijd dat veel renners specialiseren, moet dat specialiseren wel iets opleveren en niet wat ereplaatsen zijn her en der. De echte toppers kunnen een heel seizoen of op diverse momenten in het seizoen meedoen om de prijzen.
Voor de tour is dat mijns inziens
1. Indurain > van andere planeet
2. Armstrong > de manikaalste, slimste en gemeenste
3. Lab SKY > waar uw dubbeltje een kwartje wordt