foto: Sirotti

Thomas Voeckler heeft het halen van het Tourpodium uit zijn hoofd gezet. De Fransman, gisteren nog verkozen tot beste Franse renner van het jaar, laat dit weten aan L’Equipe. Voeckler was de voorbije zomer nog goed voor twee ritten en de bolletjestrui in La Grande Boucle.

Voeckler vestigde in één klap zijn naam door in 2004 maarliefst 10 dagen in het geel te rijden na een succesvolle ontsnapping in de eerste week. De Fransman met de karakteristieke grimas groeide in de jaren daarop uit tot een publiekslieveling en werd vorig jaar zowaar 4e in het eindklassement na opnieuw dagenlang in het geel te hebben gereden. Met zijn 33 lentes acht de Europcar-coureur zich niet meer in staat om nog eens voor het Tourpodium te gaan. ”Of het moet zijn dat de koers mij in een andere situatie brengt”, zo laat hij optekenen.

De man uit Schiltigheim is realistisch genoeg om te beseffen dat zijn klimcapaciteiten simpelweg niet goed genoeg zijn voor nog eens een korte eindnotering. Ook de bolletjestrui die hij afgelopen zomer mee naar huis mocht nemen is naar eigen zeggen niet te danken aan zijn klimmersbenen.”Tijdens de Tour hoefde ik geen enkele keer de beste klimmers te lossen om mijn etappes te winnen”, geeft Voeckler te kennen.

Voeckler wil zich in 2013 meer dan ooit toeleggen op de Ardense klassiekers waar hij in 2012 al niet onverdienstelijk reed. ”Nog nooit was ik zo scherp in April”, aldus Voeckler die een indrukwekkende reeks neerzette in zowel de keien- als de heuvelklassiekers. De kleine Fransman werd achtereenvolgens 8e in Vlaanderen, 5e in de Gold Race en 4e in L-B-L. Tussendoor won hij in de stromende regen ook nog de Brabantse Pijl waarmee hij zijn status als allrounder nog maar eens onderstreepte. Op het WK in Valkenburg sloot hij zijn constante seizoen af met een 7e stek.