Voor mensen die niet geheel thuis zijn in de wielerwereld levert de Vierdaagse van Duinkerke ieder jaar verwarring op. De rittenkoers duurt – tegenstrijdig genoeg – al sinds 2017 zes dagen. Daar komt vanaf 2025 verandering in. De organisatie heeft besloten om de rittenkoers in te korten naar vijf dagen met de dag voor deze rittenkoers de ‘Classique Dunkerque’. De koers hoopt zo voor renners en ploegen, die UCI-punten willen verzamelen, aantrekkelijk te blijven.

De organisatie van de Vierdaagse van Duinkerke geeft in een persbericht aan na de afgelopen editie met de handen in het haar te hebben gezeten. Voor de Franse rittenkoers werd het steeds lastiger om een kwalitatief sterk deelnemersveld aan de start te laten verschijnen. De organisatie wijst naar de strijd om de UCI-punten als reden voor dit probleem. In een eendagskoers op 1.1-niveau kan tussen de 125 en 3 punten behaald worden, terwijl op het 2.Pro-niveau van de Vierdaagse van Duinkerke slechts 20 tot 3 punten per etappe en 200 tot 3 voor het algemeen klassement te verdienen zijn.

Om een aantrekkelijkere koers te kunnen bieden aan renners en ploegen heeft de organisatie dus besloten één van de etappes van de rittenkoers te schappen. Zo is ruimte gemaakt voor een eendaagse koers op het 1.1-niveau, die op de dag voorafgaand aan de rittenkoers wordt verreden. Zo kunnen renners tijdens de klassieker meer punten behalen dan in een etappe. De organisatie moedigt de ploegen aan om ook in de aansluitende rittenkoers van start gaan.

Eric Marchyllie, de voorzitter van de Vierdaagse van Duinkerke, hoopt met deze innovatie een sterker deelnemersveld aan te trekken. “Na de editie van 2024 moesten we innoveren om onze wedstrijd een hoogtepunt te laten blijven. De creatie van de Classic Dunkerque – Grand Prix des Hauts de France moet hiervoor zorgen. Door teams en renners zich te laten aanmelden voor dit nieuwe format en door leuke verrassingen te brengen qua parcours, hopen wij ons evenement verder te kunnen ontwikkelen en in te spelen op de wensen van de renners en het publiek.”