Verbazing over tactische keuzes van concurrenten Kopecky in Ronde van Vlaanderen
Na de Ronde van Vlaanderen voor vrouwen hebben diverse analisten hun vragen gesteld bij de tactiek van de concurrenten van Lotte Kopecky. De wereldkampioene belandde na de Oude Kwaremont en de Paterberg in een kopgroep met Pauline Ferrand-Prévot, Liane Lippert en Kasia Niewiadoma. “Maar ze reden gewoon met haar naar de streep”, zei NOS-analiste Annemiek van Vleuten verbaasd. En Van Vleuten was niet de enige.
“Iedereen heeft meegereden in de groep, er is niet gedemarreerd”, zei de Ronde-winnares van 2011 en 2021. “Het is haar niet heel erg moeilijk gemaakt, tot mijn verbazing. Dan weet je wel dat Kopecky een grote kans heeft. Ze hebben het haar niet moeilijk gemaakt. […] Ik snap niet waarom niet. Niewiadoma en Ferrand-Prévot zijn niet heel snel. Lippert nog wel, dus dat zij erop gokt, oké… Maar ze reden gewoon met haar naar de streep.”
Bij Sporza was oud-wielrenner Sep Vanmarcke die vol vragen zat. “Die andere drie zijn in de sprint geen concurrentes voor Kopecky, dus waarom wachten ze zo lang? Ze bleven heel passief. Alleen Niewiadoma heeft heel voorzichtig wat geprobeerd, maar ik had ook verwacht van de andere twee dat ze wat wilden doen”, zei de Vlaming.
Niki Terpstra deelde bij de NOS die mening. “Niemand van de drie nam het initiatief, zelfs Lippert wacht tot Kopecky aangaat met de sprint. Zij was de enige gevaarlijke, maar ze wacht en dan gaat ze er naast rijden in de wind… Ik heb geen idee waarom. Misschien twijfelen ze ook gewoon. Je moet durven om iets anders te doen.”
‘Gaan voor een podiumplaats is ook hun goed recht natuurlijk’
Wat kan dan wel de reden zijn dat Ferrand-Prévot, Lippert en Niewiadoma ‘gewoon’ meedraaiden? Kopecky was in deze groep altijd de favoriete in het geval van een sprint. “Bij Wout van Aert dachten we dat woensdag ook, dus die spanning is enorm. Maar ze hebben het haar niet moeilijk gemaakt”, concludeerde Van Vleuten.
“Ofwel wilden ze twee en drie worden”, vertelde Vanmarcke nog. “Dat is gelukt en dat is ook heel mooi. Ik heb op een bepaald moment – in 2014 – echt gedacht aan winnen, maar ik wilde minimaal podium rijden. Dat hebben zij misschien ook gedacht. Dat is ook hun recht natuurlijk, want podium rijden in de Ronde vergeet ook niemand. Als je dan Kopecky mee hebt, dan weet je dat zij 99% van de gaatjes dichtrijdt als het moet. Dan moet je het ook soms realistisch bekijken.”
Volgens winnares Lotte Kopecky speelde het weer ook een rol. “Dat was best moeilijk met de tegenwind. Ik wist dat Niewiadoma de minst snelle was, dus toen zij het probeerde, moest ik niet twijfelen”, zei de wereldkampioene na afloop.
Je weet dat je op deze manier een winstkans hebt van nagenoeg nul. Als je het probeert, heb je de kans op winst. En het moet raar lopen als je een sprint verliest voor de vierde plek.
En zeker Niewiadoma... die moet op 5 km van de meet al gewoon proberen, misschien zelfs nog verder. Of tenminste alvast een eerste prikje om de samenwerking te verstoren.
Als je tegenwind hebt, en geen benen, dan moet je vooral in de wielen gaan zitten.
Dat kan vanop de sofa best wel de moeite waard zijn om dat te riskeren maar wie zijn wij om die afweging in hun plaats te maken?
Lippert nog nooit een podium in RVV, een keer een podium in een grote eendagskoers, eind contract dit seizoen en met een podium een verdubbeling van haar aantal UCI-punten.
PFP heeft ondanks haar wereldtitel ook nog niet zo'n imposante erelijst op de weg, die pakt mee wat er nog te pakken valt, ook nog nooit podium in RVV.
Niewieadoma had het minst te verliezen en had misschien vroeger iets kunnen proberen. Maar die voelde waarschijnlijk dat ze niet de benen had voor meerdere pijlen en gokte dan op de demarrage op 1k van de meet, de enige aanval waarmee je niet sterk moet zijn maar vooral geluk moet hebben dat er net te laat wordt gereageerd.
Het is bijzonder lastig om met windkracht 4 tegen te demarreren wanneer je toch al op je tandvlees zit, is zo ongeveer de verklaring die gezocht worden moet. Dan zit je als tegelijk snelste en beste windrijder simpelweg gebeiteld.
Maar als je de dameskoersen van dit jaar bekijkt, dan zie je gewoon een rode draad qua koerstactiek. Of eigenlijk zie je die draad niet, want er is geen tactiek.
Van Aert zat op de Kwaremont ook op zijn tandvlees. Maar die heeft de tegenwoordigheid van geest om zo'n beetje de enige kans die hij heeft toch te grijpen. Die scherpte mis ik bij zp'n beetje alle dameskoersen tot nu toe dit jaar.
En als iedereen op zijn tandvlees zit, dan is de kans klein dat ze de behoefte hebben om meteen achter je aan te springen. De eerste reflex is dan toch om naar de ander te kijken. En als Lotte echt veruit de sterkste was, dan had ze na 1 of 2 pogingen van anderen zelf wel gedemarreerd. En had je ook gesprint voor plek 2. Net als nu. Maar dan tenminste in de wetenschap dat je wat geprobeerd hebt.
Waarom is jouw argumentatie dan geen geneuzel van de zijlijn, maar die van anderen wel?
Zou Kopecky iedere aanvaller terug gehaald hebben? Ik geloof daar niks van. Ja, wel in de laatste 2 km. Maar niet als er vanaf 5-10 km van de meet geprobeerd wordt. En je kunt ook twee keer proberen, bijvoorbeeld als Niewiadoma zijnde; 1 keer half-half om het ritme van de achtervolgers te breken, op pakweg 7 km van de meet. En daarna 1 keer alles of niets, als er genoeg chaos is.
Als je vermoeid bent, dan neem je niet over. Toch? Of ben ik nu dom?
En voor mij is Kopecky de verdiende winnares, daar kan ik prima mee leven. Maar ik heb gewoon erg veel moeite met de onbegrijpelijke aanpak van haar medevluchters.
Als je niet bereid bent om jezelf stuk te rijden uit angst om als 4e te eindigen, dan verdien je geen overwinning.
Maar het bijzondere is dat we dit jaar door de dames al meermaals getrakteerd zijn op onbegrijpelijke tactieken. Dat zag je in de Omloop. Maar ook in Gent Wevelgem, waar het hele peloton initiatiefloos met Wiebes naar de massasprint ging.
Milaan-San Remo dan: afgezien van Longo Borghini was er geen renster die wat heeft geprobeerd. O ja, een halfslachtige poging van Vollering op 100 meter van de top van de Poggio. De rest reed weer met Wiebes naar de sprint.
En ook nu zag je heel veel bizarre gedragingen, ook op de tussenstukken. SD reed heel duidelijk op Trek; waarom is er dan geen andere ploeg (Movistar bijv.) die wat probeert om te kijken of ze wel ruimte krijgen.
En als er iemand gaat, dan rijden andere ploegen meteen het gat dicht. Ipv SD uit hun kot te lokken.
De laatste 10 km, daar hebben we het inmiddels uitgebreid over gehad.
Je zou zeggen dat je van fouten leert, maar ik zie hier nog niet echt een leercurve. En zelfs Ine Beyens, toch ex-renster en een echte Kopecky fan, kon eigenlijk niet begrijpen wat ze zag. Net als Marijn de Vries.
Dus ja, dan komt ergens op een bepaald moment toch echt het woord DOM in mij op.
Meerijden om je podiumplek veilig te stellen vind ik zo zonde, zeker als we spreken over professionele sport. Als je wilt winnen moet je ook durven verliezen. De drie andere dames hadden met elkaar in de slag kunnen zitten en om de beurt demarreren. Dit was gewoon een onbegrijpelijke tactiek en het is inderdaad vaker zo dat de koerstactiek bij de dames niet meteen te begrijpen valt.
En als je het vrouwenwielrennen volwassen wilt maken dan hoort het er ook bij dat je accepteert dat er kritisch naar wordt gekeken. Als we het direct met de mantel der liefde willen bedekken dan zet je als vrouwenwielrennen geen stappen.
Pas op voor Cochise...
Misschien zit ik er helemaal naast, maar ik had toch de indruk dat er heel veel (vaak wat knullig) gevallen werd. Viel jullie dat ook op?