Annemiek van Vleuten heeft een goed gevoel overgehouden aan het trainingskamp met de mannenploeg van Mitchelton-Scott. Haar knie, die ze brak tijdens het WK in Innsbruck, hield zich goed en ook in mentaal opzicht was het kamp een opsteker.

Van Vleutens deelname aan het trainingskamp was een idee van Gene Bates, haar ploegleider vorig jaar. Die stelde het aan de Nederlandse voor toen ze nog herstellende was van de kniebreuk, die ze opliep tijdens het WK in Innsbruck. Ze stemde in en trok vervolgens naar Portugal. Over negen dagen verspreid legde ze liefst 1800 kilometer af met bijna dertigduizend hoogtemeters. Samen met haar mannelijke ploeggenoten reed ze van Faro naar het Spaanse Roquetas de Mar.

“Mijn doel was zien hoe ik het zou doen en hoe mijn knie zou voelen na mijn blessure. Ik had slechts zes weken getraind toen ik mij bij de jongens aansloot voor dit epische trainingskamp, dus ik was bang dat het teveel voor me zou zijn”, schrijft Van Vleuten in haar blog op Cyclingnews. “Maar het was goed.” Hoewel het trainingskamp was ingericht voor de mannenploeg, voelde ze zich erg welkom.

Extra volgwagen
“Na de eerste dagen zorgde de ploeg voor een extra volgwagen voor mij, omdat ik zou lossen op de beklimmingen. Simon en Adam Yates, Mikel Nieve en de andere jongens klimmen natuurlijk sneller dan ik. Ik denk niet dat het, onder normale omstandigheden, realistisch is voor mij om met hen omhoog te rijden. Omdat ik nog niet de beste conditie heb, was het extra moeilijk. Maar toch vond ik het leuk. Het was een epische rit en het beste nieuws was dat mijn knie niet reageerde.”

Niet alleen in fysiek opzicht was Van Vleuten tevreden, maar ook mentaal was het trainingskamp goed voor haar. “Ik had het moeilijk in december toen ik terugkwam van de blessure en het fietsen niet zo goed ging. Maar het kamp was een kans om iets heel anders te doen en voelde als een grote uitdaging. Ik hou van uitdagingen, misschien nog wel meer als ik wat fitter ben. Maar over het algemeen was het echt fijn.”