Van Kessel: “Nederlandse opleidingsbasis te smal”
Egon van Kessel blijft de problemen in het Nederlandse wielrennen aan de kaak stellen. In het AD stelt de oud-bondscoach dat er te weinig opleidingsploegen met goede programma’s zijn om een normale basis te krijgen.
“Het gaat gewoon bij de profs niet goed met het Nederlandse wielrennen. Ook de prestaties van Robert Gesink en Lars Boom in de Vuelta kunnen dat niet verbloemen. De ritzege van Boom was de eerste in een grote ronde sinds 2005”, vertelt een Van Kessel die moeilijk een optimist genoemd kan worden.
“Niet eens zo lang geleden ging hartstikke goed. De bond ondersteunde de andere ploegen met een buitenlands programma. Maar de afgelopen jaren ontstonden er op het uniebureau andere ideeën: de beloftenopleiding wordt overgelaten aan de markt. In de huidige situatie, met één dominante opleidingsploeg, houdt dat in dat er weer veel renners buiten de boot vallen. Met de KNWU kwamen wij naast Rabobank nog wel binnen bij buitenlandse etappekoersen. Maar de andere continentale ploegen krijgen meestal niet eens een uitnodiging of kunnen het zich niet veroorloven.”
Hoewel Rabobank momenteel de enige serieuze opleidingsploeg heeft met het Continental Team, is de schuld daar volgens Van Kessel niet te leggen. “Rabo heeft te lang eenzijdig opgeleid, waardoor ze alleen knechten voortbrachten. Daarbij viel er veel talent af omdat de bundeling van talent bij één ploeg leidde tot een flessenhals. Daar kon de ploeg niks aan doen maar het geeft wel aan dat de KNWU ervoor moet zorgen dat de opleiding zo breed mogelijk blijft.”