UCI moet niet meteen een melkkoe van de WK Gravel willen maken
Opinie De vierde editie van de Bolero WK Gravel heeft opnieuw de enorme potentie van dit evenement aangetoond. Na de eerste twee edities in Italië en vorig jaar een prachtige mondiale titelstrijd in Leuven, liet Zuid-Limburg nu zien dat het ook een paradijs voor gravelbikers is. Met Lorena Wiebes en Florian Vermeersch straalden de grote favorieten op het podium in de regenboogtruien, maar de nieuwste discipline van de wielersport was opnieuw de grote winnaar.
Ere wie ere toekomt: gedeputeerde Stephan Satijn van de Provincie Limburg zag direct de buitenkans toen Nice in april de organisatie van de WK Gravel teruggaf aan de UCI. Hij zag de mogelijkheden die deze wielerdiscipline biedt. Na pogingen om het WK onder te brengen bij de gemeenten Valkenburg en Venlo, stapten uiteindelijk Maastricht, Beek en Beekdaelen in dit wieleravontuur. Beter had het eigenlijk niet gekund. Organisator Golazo verdient een groot compliment voor wat er in Limburg in enkele maanden tijd is neergezet.
De schitterende tv-beelden van de onverharde wegen van het WK Gravel lieten zien dat Zuid-Limburg veel meer te bieden heeft dan alleen het bekende heuvellandschap van Valkenburg, Gulpen, Eijsden-Margraten en Vaals. Juist nu de spreiding van wielrenners en fietsers in Zuid-Limburg de laatste jaren een vast discussiepunt is, heeft dit WK Gravel voor het fietstoerisme in de regio ‘nieuwe’ wegen geopend.
Inmiddels is het WK-parcours uitgestippeld in een vaste route, waardoor iedereen door het jaar heen over de gravelwegen kan rijden waarop Wiebes en Vermeersch triomfeerden: wkgravel2025route.nl. Dat dit WK meer mogelijkheden biedt, besefte dit weekend iedereen. De Provincie Limburg en organisator Golazo onderzoeken nu of er een toertocht georganiseerd kan worden (zoals eerder succesvol gebeurde op het WK-parcours in Leuven), of mogelijk zelfs een nieuwe wedstrijd.

Florian Vermeersch voor Frits Biesterbos en Floris Van Tricht. – foto: Fotoburo Cor Vos
Wie je ook vroeg naar zijn of haar ervaring; iedereen vond het door Bram Tankink uitgestippelde parcours schitterend. Natuurlijk is het niet het grove gravel zoals bij Unbound of de Tour de France-ritten rond Troyes. Kenners spreken van ‘champagnegravel’, waarop je met hoge snelheid kunt koersen.
Maar juist de combinatie van brede, lange stroken met enkele steile onverharde Limburgse kuitenbijters, zoals de Stevensweg en Bronsdalweg, zorgden voor een gevarieerd parcours. Dankzij die brede stroken kon er overal makkelijk worden ingehaald en was er bij de renners niet de stress die singletracks normaal veroorzaken.
Bij de mannen zagen we hoe gespecialiseerde gravelbikers de strijd aankonden met de vedetten van de weg. Frits Biesterbos werd de grote Nederlandse held met een tweede plaats achter de verdiende wereldkampioen Florian Vermeersch. De voormalig mountainbiker rijdt ook op de weg, maar doet de graveldiscipline er graag naast.
Kijk je verder in de top-10, dan zie je dat Floris van Tricht (4e) zich hier specifiek op heeft gericht. Ook Felix Stehli (5e) is een bekende naam in de gravelscene en Rick Ottema (8e) eindigde voor het tweede jaar op rij in de top-15 van het WK. Het was prachtig om te zien hoe zij standhielden, terwijl wegtoppers als Matej Mohoric en Tom Pidcock constant op volle kracht reden.
Een ander pluspunt van het WK Gravel zijn de deelnemers in de verschillende leeftijdscategorieën, die vanuit alle hoeken van Europa naar Limburg kwamen. En hoe oud-profs als Johnny Hoogerland, Greg Van Avermaet, Jan Bakelants en Niki Terpstra zich volop in de strijd wierpen.
De waarde van het WK Gravel is in slechts vier jaar enorm gegroeid, terwijl de populariteit van de sport alleen maar toeneemt. Het is jammer dat het WK volgend jaar al in Nannup (Australië) wordt gehouden, waardoor het aantal internationale deelnemers waarschijnlijk zeer beperkt zal zijn. Totaal onbegrijpelijk is dat het in 2028 in Al-Ula (Saoedi-Arabië) wordt georganiseerd.

Frits Biesterbos, Florian Vermeersch en Matej Mohoric. Foto: Fotoburo Cor Vos
Dat geeft aan dat de UCI vooral kiest voor de hoogste fee van de gaststad. De internationale wielerunie had het WK Gravel de eerste tien jaar veel beter stap voor stap in Europa, en eventueel een keer in de Verenigde Staten, kunnen opbouwen, zodat het evenement en de sport zich op natuurlijke wijze konden ontwikkelen. Helaas ziet de UCI het vooral als een melkkoe voor de eigen portemonnee.
Hetzelfde geldt voor de UCI Gravel World Series. In plaats van hier een serie van klassiekers van te maken, wordt deze formule aan zoveel mogelijk steden en regio’s verkocht. In 2025 telt de kalender maar liefst 33 wedstrijden, waardoor de waarde ervan sterk is gedevalueerd. Had men dit beperkt tot 10 à 15 wedstrijden, dan waren de meeste toppers in alle wedstrijden aan de start verschenen.
Dat gravel hot is, werd het afgelopen weekend opnieuw duidelijk. Hopelijk gaat de UCI ook inzien dat het veel meer is dan een hype.
Ik heb nou niet het idee dat het een succes/blijvertje was.
Ontwerp gewoon leuke onverharde eendaagsen zonder meteen daaraan een wk trui te verbinden.
De andere kant van het spectrum is die van de linksdraaiende alternatieve "zogenaamd originele" en, jawel, community based gravel events, maar daar vindt je zonder snor, 21 mini tattoo's, zandkleurige MAAP of PNS pakjes en een niet mainstream fiets als doodnormale jan met de pet die graag offroad rijdt ook geen aansluiting.
Bij allebei geldt: de startfee's zijn belachelijk, de prijzen voor een biertje/burger benaderen die van wat je op het Leidseplein kwijt bent en het loopt allemaal over van mensen die vooral vol van zichzelf zijn.
Ergo; commercie heeft het hele spectrum verziekt. Maar da's de tijdgeest. Iedereen heeft tegenwoordig een bucketlist om bijzonder gevonden te worden...en loopt daarbij graag achter elkaar aan.
Zit veel waarheid in jouw reactie, ik heb me er ook al druk in gemaakt, maar de oplossing is natuurlijk minder eenduidig. En vooral: waarom zou een ander minder recht hebben op z'n "bucketlist" dan jij en hoe bepalen we dat ons recht op deelname aan zo'n wedstrijden meer waard is dan dat van een ander.
Je ziet binnen de interessegroepen wereldwijd ook zo'n monocultuur ontstaan. In de VS liep het gros van de vrouwelijke wandelaars van zeg even tussen de 20-+/-30 jaar, zowel locals als internationale toeristen er precies zo bij als ik een jaar eerder op Madeira heb gezien (Europees, veel Duits). Das met zo'n sporttopje, blote buik en /rugdelen en een strakke stretch sportbroek/legging. In zijn algeheel met een wat beperkt kleurgamma (wit, grijs, zwart of lichtere pasteltinten). Je ziet onder die groep ook hele typische fotokeuzes zeg maar. Bij wielrenners is er ook al jaren zo'n duidelijke trend zichtbaar, als een soort sportief verlengstuk van de eerdere hipster man. Alleen bij de wielrenner is het craftbier dan vaak ingeruild voor een barista koffie.
Ik deel de mening van Har77 ook wel over de prijzen voor toertochten in zijn geheel in Nederland. Paar jaar terug heb ik nog wel eens zo'n Proximus tocht gereden in Belgie en die waren bijna de helft goedkoper dan vergelijkbare events in Nederland. Tevens zijn de merken en het soort waren dat er als sponsor aan zulke events gebonden zit ook zo typisch.
Niettemin is gravelen zelf eigenlijk een best logische manier van fietsen. Op heel veel paden heb je geen MTB nodig met diens nadelen en met een wegfiets kun je niet in veel natuurlijke of landelijke omgevingen fietsen door de dunne banden, ontbrekend profiel en niet op comfort ingestelde frames/wielen. Ikzelf vind hardlopen in bossen en velden in ieder geval een stuk boeiender dan in een polder of stedelijk gebied. Zo is het met fietsen allicht ook zo voor velen. Dat daar dan zo'n typische cultuur omheen is gesmeden, vanuit commerciele doeleinden wetende dat de mens het blijkbaar nodig heeft om zichzelf te conformeren aan een groep(sgevoel) is logisch maar moet je jezelf verder niet te laten ontmoedigen om het dan ook niet zelf te gaan uitoefenen.
Dit opiniestuk hier lijkt in de eerste helft op een gesponsord PR bericht om vervolgens arrogant en betweterig te worden. Waarom zou het gravel WK in vredesnaam alleen in Europa plaats moeten vinden? Het is immers een WERELDkampioenschap. Maar blijkbaar heerst de gedachte dat niet-Europeanen altijd maar een hoop kosten moeten maken i.p.v. andersom. Bovendien is de UCI al jaren bezig alles internationaler te maken dus logisch dat er dan ook andere continenten worden opgezocht.
An sich vind ik meer wedstrijden ook nog niet erg. Dat houdt gravel nog wat toegankelijker (minder reiskosten etc), en dat toegankelijke is juist wat gravel zo tof maakt. Wel mag er een strengere kwalificatielimiet komen, zeg bijvoorbeeld 10 procent. Toppers staan sowieso wel aan de start als ze zin hebben, geen idee wat het aantal kwalificatiewedstrijden daarmee te maken heeft.