foto: Sirotti

Steeds meer details over de inhoud van Michael Rasmussens autobiografie ‘Gele Koorts’ worden bekend. Zo gaf Ryder Hesjedal al toe dat de Deen de waarheid spreekt als hij beschrijft hoe hij de Canadees leerde doping te gebruiken. Nu blijkt ook dat de UCI een gedopeerde Rasmussen door liet rijden tijdens de Tour de France 2005.

Tenminste, zo schrijft Rasmussen zelf: “Op maandag was er een rustdag. We kregen bezoek van dopingcontroleurs en moesten bloed afstaan. Daarna gingen we naar buiten om te trainen. Toen we terugkwamen, vertelde ploegleider Frans Maassen dat hij benaderd was door de UCI. Ze hadden laten weten dat er een probleem was met één van de renners.”

Rasmussen wist al dat hij het was. “Mijn hematocrietwaarde was in orde, 39 of 40 procent. Maar mijn reticulocyt (onvolgroeide rode bloedlichamen) was zeer laag. Bij een reticulocytwaarde van onder de 0,3 was het aan de ploeg om de renner terug te trekken uit de Tour. Als het lager was dan 0,25, dan kon de UCI dat doen. Bij mij was het 0,23. kortom, ik moest naar huis.”

Dat gebeurde echter niet. “De UCI wilde geen onnodige problemen voor de sport. Rabobank was een grote sponsor die de sport veel gegeven had”, zo verklaart de Deen de gang van zaken. Ploegarts Leinders (die Rasmussen de doping had bezorgd) en dokter Mario Zorzoli, hoofd van de medische afdeling van de UCI, kwamen bijeen om de zaak te bespreken. “Na afloop gebruikte Leinders de Nederlandse uitdrukking: Ze hebben boter op hun hoofd. Rabobank had een goede relatie met de UCI. Ze schikten het in der minne.”

Chicken mocht dus verder in de bollentrui, en wist deze uiteindelijk naar Parijs te brengen. “Ik weet nog dat ik naar de start stond in mijn bolletjestrui. Ik ging naast Lance Armstrong staan, die de gele trui droeg. Hij keek me met een plagende uitdrukking aan en zei: ‘Wat heb jij gisteren gegeten?’ Ik keek hem aan en antwoordde: ‘Waarschijnlijk hetzelfde als jij’.”