Twee prestaties uit Giro d’Italia neemt Tadej Pogacar zeker mee naar Tour de France
Analyse Met zes ritzeges, twintig roze truien, het bergklassement en de eindzege met een voorsprong van liefst 9 minuten en 56 seconden heeft Tadej Pogacar de afgelopen drie weken huis gehouden in de Giro d’Italia. De Italiaanse ronde bleek een speeltuin voor de Sloveense veelvraat. Al leek het ook veel op een training voor de Tour de France.
Hadden we iets anders mogen verwachten dan deze heerschappij van Pogacar in de Giro d’Italia? Wanneer we naar de concurrentie kijken, dan is de overmacht waarmee de kopman van UAE Emirates de ronde naar zijn hand zette geen verrassing. Daniel Felipe Martinez werd tweede op bijna 10 minuten achterstand. Nog nooit eerder was de Colombiaan van BORA hansgrohe zo dicht in de buurt gekomen van Pogacar. In de Vuelta van 2019 was het verschil 2u10’25. In de Tour 2020 verloor hij 1u55’12. In de Tour 2022 1u58’12 en in de Tour van 2023 gaf hij op in rit 14 terwijl zijn achterstand op ‘Pogi’ toen al 1u58’21 telde.
De inmiddels 38-jarige Geraint Thomas stond in 2022 naast Pogacar op het podium van de Tour de France en had toen slechts 4’39 achterstand op de Sloveen. In de Tour van 2021 was dat nog 2u11’37. Gezien zijn leeftijd heeft Thomas opnieuw een topprestatie gerealiseerd door voor de vijfde keer in zijn loopbaan op het podium van een grote ronde te eindigen. Voor een renner die zijn loopbaan begon op de piste, zich vervolgens op de Vlaamse klassiekers richtte en eigenlijk pas na zijn zevende jaar bij de profs de focus op de grote rondes zette een knap resultaat.
Pogacar is op dit moment van een andere orde. Of het handig was dat Richard Plugge in zijn rol als teammanager van Visma | Lease a Bike zei dat er weinig conclusies uit de prestaties van de Sloveen in deze Giro d’Italia zijn te trekken kun je betwisten. Maar gelijk heeft de Nederlandse teambaas wel. Zonder de tegenstand van Remco Evenepoel, Primoz Roglic en Jonas Vingegaard is er volgens Plugge weinig op te maken over het niveau van Pogacar: “Pas in de Tour zullen we zien wat zijn echte niveau is.”
Zijn concurrenten op de Italiaanse wegen konden nauwelijks zijn wiel houden. Ben O’Connor probeerde het op Oropa, terwijl Daniel Felipe Martinez zich dapper toonde op weg naar Livigno en Santa Christina. Ze stierven echter in zijn wiel en moesten die inspanning later bekopen. Opgeteld hooguit twee à drie minuten konden deze concurrenten de tempoversnellingen van ‘Il Re Pogacar’ volgen.
Als je terugkijkt hoefde Pogacar slechts drie keer voluit te gaan in deze Giro. Eerst in de bergtijdrit naar Perugia waar hij op de slotklim alles uit de kast moest halen om de beproeving tegen de chronometers op zijn naam te schrijven. Dan de bergrit naar Livigno waar hij al op 14 kilometer van de streep in de aanval moest gaan om aanvaller Nairo Quintana nog te achterhalen, zodat hij zijn geliefkoosde koninginnenrit nog op zijn naam kon schrijven. En vervolgens in de tijdrit naar Desenzano del Garda, waar hij toch het onderspit tegen Ganna moest delven.

Foto: Cor Vos
Verder was het een grote one man show. Het enige smetje, als je daar al over mag praten, is de sprintnederlaag in de eerste rit tegen Jhonatan Narváez. Anders had hij ook nog eens de hele ronde in het roze gereden.
Pogacars’ teambaas Mauro Gianetti vertelde de afgelopen dagen in de Giro d’Italia dat we dit jaar nog niet het beste hebben gezien van zijn kopman. Logische woorden in de wetenschap dat de concurrentie mee luistert. Na de tweede resolute nederlaag in de Tour de France tegen Jonas Vingegaard besefte men bij UAE Emirates dat ook hun superman marginal gains nodig had om de strijd met de Deen van Visma | Lease a Bike aan te kunnen. Vooral de nederlaag in de klimtijdrit naar Combloux kwam hard aan, omdat daar juist ook de professionaliteit van een team aan de oppervlakte kwam. En… een klimtijdrit liegt nooit.
Tegenover Het Nieuwsblad vertelde Gianetti dat alles onder het vergrootglas werd gelegd. Zo werkt hij met een nieuwe Spaanse nutritionist, waardoor hij een kilogram scherper dan vorig jaar op de fiets zit. Op basis van wetenschappelijke metingen werden diverse aanpassingen doorgevoerd. Pogacar rijdt nu met een iets kleiner frame, terwijl zijn pedaalcranks ietwat zijn ingekort. Vorig jaar al met 2,5 mm, maar dit jaar nog eens 5 mm korter tot 165 mm. Zo verhoogt zijn cadans en zit hij ook weer iets meer aerodynamisch op zijn fiets.
Zijn standaard buitenblad werd van 54 naar 55 tandjes vergroot, terwijl men het binnenblad gelijk hield op 40 tanden. Daarnaast werkt UAE Emirates nu met kettingbladen van het Italiaanse merk Carbon-Ti gemaakt uit carbon met tanden van aluminium om zo enkele grammen gewicht uit te sparen. Ook zijn schijfremmen zijn om dezelfde reden deels uit carbon vervaardigd.
Om een extra impuls aan zijn trainen te geven werkt Pogacar sinds deze winter niet meer met Inigo San Millan, maar volgt hij de aanpak van coach Javier Sola om te zien welke kleine veranderingen hem nog sterker kunnen maken.
Juist door de grote nederlaag in de klimtijdrit in Combloux besefte men bij UAE Emirates dat een verschil van 1’38 op Vingegaard tegen de klok zodanig groot is, dat hij dit in geen enkele bergrit in lijn goed zou kunnen maken. De tijdrit van Pogacar moest verbeteren en dus zat hij de afgelopen maanden 20% meer op de tijdritfiets. Gianetti zei verder tegenover Het Nieuwsblad: “Tadej heeft veel meer oefeningen naast zijn fiets gedaan om een positie op zijn tijdritfiets te kunnen aanhouden waarbij hij zo veel mogelijk kracht kwijt kan. Verder hebben we de fietsen, helmen en pakken verbeterd.”

Foto: Cor Vos
De winst in de klimtijdrit naar Perugia en de tweede plek in de vlakke tijdrit achter specialist pur sang Filippo Ganna zijn voor UAE Emirates dan ook de belangrijkste graadmeters uit deze Giro d’Italia richting de Tour. Dit zijn zijn belangrijkste bouwstenen voor de komende Ronde van Frankrijk. Bergop was hij in Italië een klasse apart. Maar veel vergelijkingsmateriaal met de ‘echte’ concurrentie in de Tour geeft het niet. Pogacar verbeterde op Monte Grappa het klimrecord van Nairo Quintana uit 2014 met 58 seconden, maar bleef op Oropa 24 seconden verwijderd van de beste tijd van Marco Pantani in 1999.
Juist in de voetsporen van Pantani hoopt Pogacar deze zomer te treden. De Italiaanse klimmer was de laatste renner die in 1998 de dubbel Giro/Tour realiseerde. Pogacar gaf voor deze Giro aan dat hij hoopte om deze ronde winnend, maar ook mentaal goed te kunnen afsluiten. Verder was het een wens dat hij in de laatste week niet iedere dag tot het uiterste hoefde te gaan. Aan al die voorwaarden heeft hij voldaan. Qua moreel heeft de Sloveen de afgelopen weken alleen maar positieve energie getankt richting de Tour.
Al wachten bij Le Grand Départ ook verse tegenstanders op hem. Remco Evenepoel, Primoz Roglic en een niet te onderschatten Carlos Rodriguez zullen van een hoger niveau zijn dan zijn opponenten in de Giro. En reken daar ook Jonas Vingegaard maar bij. De geluiden die WielerFlits opvangt geven aan dat hij straks ook in Florence voor vrijwel honderd procent fit zal zijn voor de Tour. Dus was deze Giro d’Italia een graadmeter voor de komende Tour de France: nauwelijks.

Over de ambitieuze plannen van Tadej Pogačar
In de nieuwe RIDE Magazine (€9,95) lees je de volledige reportage over Tadej Pogačar. Daarin komt de Sloveen aan het woord, net als zijn trainer/coach José Matxin, ploegmanager Mauro Gianetti en zaakwaarnemer Alex Carera. Alles over het masterplan staat in het 236 pagina’s tellende zomernummer van RIDE. Bestel jouw exemplaar van het zomernummer 2024 van RIDE Magazine hier!
Even benieuwd als jij
Evenepoel won een Ronde van Spanje zonder noemenswaardige tegenstand en wordt op basis van die overwinning nu tot de kandidaat-winnaars van de Ronde van Frankrijk gerekend.
Maar bekijk eens Pogacars prestaties in de 3 grote rondes:
Ronde van Frankrijk: 2X 1e en 2X 2e
Ronde Van Italië: 1X 1e
Ronde van Spanje: 1X 3e
M.a.w. bij elk van zijn 6 deelnames aan een grote ronde stond hij op het eindpodium. Hij is 25.
Wel mooi om te lezen hoe zijn verlies vorig jaar met name in de tijdrit inspiratie is geweest om een aantal zaken te verbeteren. Dat maakt topsport mooi, de sterkte van de ander als inspiratie gebruiken om zelf beter te worden.
Maar dingen als het schenken van zijn bril en koerstruitje, de high-five of drinkbus aan een klein kereltje, het knechten voor Molano richting de massasprint, of gewoon zijn altijd vriendelijke interviews en optredens in de media; het helpt hem allemaal, zowel in het peloton als daarbuiten.
En ik denk dat daarom ook veel wielervolgers heel mild blijven over zijn buitengewone prestaties. Zeker omdat je weet dat hij een paar boeven om zich heen heeft binnen de ploeg, die nou niet bepaald een brandschoon verleden hebben.
Daarom blijf ik wat achterdochtig. Immers, Armstrong was ook ooit zo'n held. Die op kwam voor de kankerpatienten, en het altijd heel goed uit wist te leggen. Ik hoop dat ons dit bespaard blijft bij Pogi, want als wat oudere wielerfan heb ik helaas al veel te veel krassen op mijn ziel.
oudere wielerfan een bekrompen ziel te hebben om dergelijk schandelijke achterdocht naar dit wielerfenomeen, überhaupt te durven uitspreken en hem het label van een Armstrong 2.0 toe
te kennen.
Of Pogacar dan echt zo goed was weten we niet. Er is geen referentie tov vorig jaar bijvoorbeeld.
Het gemak van sommige lieden dat het even een leuke training was etc is ook totaal misplaatst. Een grote ronde vergt altijd energie. Vanaf dag 2 ook nog eens dagelijks podiumceremonie, dopingcontrole etc. Hij zal het niet laten merken, maar het kost gewoon energie.
De dubbel Tour/ Giro is in de laatste 30 jaar alleen door Pantani gelukt en dat was met reden. Contador en Froome ook niet terwijl ze op het moment dat ze het probeerden ook top waren. En Contador had in 2011 net als Pogacar nu amper tegenstand.
Die wkg pippos zeggen mij ook bijzonder weinig, weet je wel wat de afwijking is op die berekeningen?!
Zijn zwakte ligt op grote hoogte tegenover Vingegaard en dat hij zich in ritten toont waar het niet moet. Longwy (22), Baskenland in de Tour (23) ik denk (en dat is mijn mening erover) dat hij dat minder moet doen en dan hopen dat die zwakte op grote hoogte iets minder wordt waardoor hij tegenover de qua recuperatie onovertroffen Vingegaard overeind blijft. Lukt hem dat dan heeft die trainerswissel effect gehad. Dit had hij bij de vorige ook gepresteerd.
Een renner met zoveel klasse dat de Giro niet kan ontbreken op zijn nu al rijk gevulde erelijst (hij nadert in de PCS all-time ranking voor wat het waard is de top-20 en passeerde recent mannen als Roglic, Boonen, Cipollini en Cavendish). Zes ritten erbij, dat toont toch dat hij hier wilde uitpakken.
Ik kan er allemaal wel van genieten, maar na een voorjaar waar de spanning al te vaak ontbrak wist ook deze Giro zelden te beklijven. Dan kon ik veel meer genieten van het duel met Van der Poel vorig jaar in de Ronde van Vlaanderen, op het scherpst van de snee. Als wielerliefhebber wil ik strijd en spanning zien, liefst tot op de meet.
Hij komt ook zelden iets tegen, zoals je kan zien in het rijtje van midi: 6 grote rondes gereden, 6x podium. Toch denk (en hoop) ik dat de Tour andere koek wordt. In de Giro legde de tegenstand zich op voorhand eigenlijk al neer bij de suprematie van Pogi, dat zie ik in de Tour niet te gebeuren.
Maar het is ergens ook wel leuk voor de 'jongere' generatie (onder de 40) uiteraard om zo'n veelvraat bezig te zien, een renner die alles lijkt te kunnen.
Na een eerste seizoenshelft waar de verhoopte duels er nooit zijn uitgekomen, kijk ik wel uit naar de Tour met zowat alle grote namen present - hopelijk ook de Visma-boegbeelden. Bidden tot de wielergoden ook dat ze er daadwerkelijk allen in blakende vorm staan binnen een maand.
We hebben een goede Pogacar gezien, maar we zullen pas in de tour zien hoeveel het allemaal waard is.
Evenepoel en Roglic een trede lager?
Eerst de grote twee, daarna de twee uitdagers. De rest nog een trede lager voor mij.
Zouden ze bij Shimano een grote voorraad 165mm cranks hebben die ze aan de straatstenen niet kwijt kunnen?
Bij kortere cranks buig je je knieën minder, en dus verklein je het gedeelte waarin je het minste kracht kunt leveren.
Daarbij kunnen sommige renners, doordat het bovenbeen minder ver omhoog komt, dieper zitten wat een aërodynamische voordeel geeft.
Wat totaal niet aan bod komt: Pogacar lag vorig jaar met z'n pols in de kreukels en dienovereenkomstig een gebrekkige voorbereiding. En voor Vingegaard geldt dit jaar hetzelfde. Hoe de verhoudingen liggen, mocht Vini überhaupt de Tour halen, moet dan blijken. Pog en Rog hebben een streepje voor. Daar zal de raketwetenschap niet zoveel aan veranderen me dunkt. Maar mss toveren bij VLab nog iets uit het lab. Who knows.