Tour 2014: Voorbeschouwing Puntenklassement

foto: Sirotti
Zaterdag gaat de Tour de France van start in Leeds. In geen enkele koers is het puntenklassement zó belangrijk als in deze ronde. Jaarlijks is er een grote strijd om het prestigieuze groen. Dat zal dit seizoen niet anders zijn. Verschillende sprinttoppers hebben hun zinnen gezet op le maillot vert. Wie neemt de trui ditmaal mee naar Parijs? WielerFlits blikt vooruit.
Historie
In 1953 kon er voor het eerst om de groene trui gestreden worden. Het nieuwe klassement werd geïntroduceerd om de vijftigste verjaardag van de Tour de France te vieren. Omdat de trui gesponsord werd door een producent van grasmaaiers, kreeg hij de kleur groen. De Nederlander Wout Wagtmans was de eerste die le maillot vert mocht aantrekken. Slechts twee landgenoten slaagden erin om het groen naar Parijs te brengen: Jean-Paul van Poppel en Jan Janssen. Laatstgenoemde won het klassement zelfs driemaal, maar hij is daarmee geen recordhouder. Erik Zabel (zie foto hieronder) was zes keer het beste in het puntenklassement.
In de afgelopen twee seizoenen werd dit nevenklassement gedomineerd door Peter Sagan. In 2012 scoorde de Slowaak 421 punten en had daarmee maar liefst 141 punten meer dan André Greipel, die als tweede eindigde. Vorig jaar was het verschil met de dichtste belager (ditmaal Mark Cavendish) weliswaar wat kleiner, maar de voorsprong van 97 punten kan nog steeds erg ruim worden genoemd. De zevende etappe, een heuvelachtige rit naar Albi, maakte toen duidelijk dat er niets tegen Sagan te beginnen was. De ploeggenoten van de Slowaak maakten tempo op een klim van tweede categorie, waardoor Greipel, Cavendish en Kittel achterop raakten. Sagan won daarna zowel de tussensprint als de spurt om de dagzege en liep meteen flink uit in het puntenklassement.

Laatste tien winnaars
2004: Robbie McEwen
2005: Thor Hushovd
2006: Robbie McEwen
2007: Tom Boonen
2008: Óscar Freire
2009: Thor Hushovd
2010: Alessandro Petacchi
2011: Mark Cavendish
2012: Peter Sagan
2013: Peter Sagan
Puntentelling
Chris Froome won dit seizoen nog de groene trui in het Critérium du Dauphiné, maar de kans is erg klein dat ook in de Tour de France een klassementsrenner le maillot vert gaat winnen. Dit is omdat er in de vlakke etappes veel meer punten zijn te verdienen. Een zege in een typische sprintersrit levert 45 punten op, terwijl de winnaar van een bergetappe slechts 20 punten krijgt. Viermaal was de winnaar van het groen ook de beste in het algemeen klassement. Drie keer overkwam dat Eddy Merckx en éénmaal Bernard Hinault. Dat het winnen van een etappe niet eens per se nodig is om het groen te grijpen, bewees Thor Hushovd in 2005. Veel ereplaatsen zorgden ervoor dat de Noor alsnog het puntenklassement won.
De puntenverdeling is als volgt:
Vlakke etappes: 45-35-30-26-22-20-18-16-14-12-10-8-6-4-2 punten voor de eerste vijftien.
Heuvelritten: 30-25-22-19-17-15-13-11-9-7-6-5-4-3-2 punten voor de eerste vijftien.
Bergetappes: 20-17-15-13-11-10-9-8-7-6-5-4-3-2-1 punten voor de eerste vijftien.
Tijdritten: 20-17-15-13-11-10-9-8-7-6-5-4-3-2-1 punten voor de eerste vijftien.
Tussensprints: 20-17-15-13-11-10-9-8-7-6-5-4-3-2-1 punten voor de eerste vijftien.
Favorieten
Een blik op het etappeschema leert ons dat acht ritten zouden kunnen uitmonden in een massasprint. Bovendien zijn er een aantal heuvelachtige etappes waar goed klimmende sprinters als Peter Sagan kunnen profiteren. Daarom is het voor spurters die minder goed omhoog kunnen extra van belang zo veel mogelijk punten te sprokkelen in vlakke ritten. Dat wordt echter geen makkelijke opgave, aangezien de concurrentie groot is. Marcel Kittel, Mark Cavendish en André Greipel zijn redelijk aan elkaar gewaagd.
**** Peter Sagan

Deze zware concurrentie speelt Peter Sagan in de kaart. Als slechts één renner bij wijze van spreken acht massasprints zou winnen, haalt hij erg veel punten. Daarmee zou die renner een gevaar vormen voor Sagan. Nu meerdere toppers aan elkaar gewaagd zijn, lijkt dat scenario echter minder waarschijnlijk. Bovendien heeft de Cannondale-renner het voordeel van zijn veelzijdigheid. Als één van de weinige kandidaten voor het groen kan hij punten sprokkelen in lastigere ritten. Sagan heeft niet voor niets al tweemaal dit nevenklassement gewonnen. Ook dit seizoen is de pas 24-jarige renner de grote favoriet.
*** Mark Cavendish en
Marcel Kittel

In 2011 wist Cavendish al eens het puntenklassement te winnen en ook dit seizoen is hij een belangrijke kandidaat. Zeker nu de 29-jarige Brit een betere voorbereiding op de Tour de France lijkt te hebben. In 2013 reed de renner van Omega Pharma-Quick-Step nog de Ronde van Italië – waar Cavendish de puntentrui won – en daardoor leek hij enigszins vermoeid in La Grand Boucle. Dit jaar heeft de Brit de Giro overgeslagen. Daarnaast is de OPQS-trein na het aantrekken van Mark Renshaw en Alessandro Petacchi er een stuk op vooruit gegaan. Dit alles maakt Cavendish een goede kanshebber voor het groen.

Dan moet er ook naar Marcel Kittel worden gekeken. De Duitser van Giant-Shimano won vorig seizoen maar liefst vier etappes in de Tour de France. Toen was hij echter niet bezig met het puntenklassement. In tegenstelling tot Sagan, Cavendish en Greipel sloeg Kittel de tussensprints over. Het zou een logische stap in zijn carrière zijn als de 26-jarige renner nu wél gaat meestrijden in dit klassement. In interviews wil de Duitser echter nog niet laten weten wat zijn plannen zijn. Hij heeft het vermoedelijk wél in zich om het groen te grijpen. Kittel liet recent in de Giro nog zien ontzettend snel te kunnen sprinten.
** André Greipel,
Michael Matthews en
Arnaud Démare
.jpg)
Voor André Greipel geldt hetzelfde als voor Kittel en Cavendish: om Sagan te verslaan, moet hij flink scoren in vlakke etappes. Vorig seizoen behaalde de Duitser één ritzege. Driemaal eindigde hij toen bij de beste drie. Er zijn echter meer ereplaatsen nodig om kans te maken in het puntenklassement. Het is de vraag in hoeverre dat mogelijk is. In tegenstelling tot de nog jonge Kittel lijkt er bij de 31-jarige Greipel minder progressie in te zitten. Daarentegen kan de renner van Lotto-Belisol rekenen op zijn ervaring. Niet voor niets is Greipel dit seizoen de renner met de meeste overwinningen achter zijn naam.

Arnaud Démare is de coming man man in de sprintwereld. De pas 22-jarige Fransman heeft al meer profoverwinningen dan hij oud is. Al 24 keer kon de renner van FDJ.fr zijn handen in de lucht steken. Vooral de zege in de Vattenfall Cyclassics, waar hij Greipel versloeg, mag indrukwekkend worden genoemd. De nieuwe Franse kampioen heeft in voorbereiding op de Tour voornamelijk kleinere rittenkoersen in eigen land gereden. Daar bleek hij vaak veruit de beste. Soms leek het alsof de concurrentie stil stond. In de Tour mag Démare zich meten met de wereldtop. Het groen zal de Fransman waarschijnlijk niet winnen, maar een ritzege behoort tot de mogelijkheden.

Michael Matthews is een ander type renner. De Australiër heeft eerder wat weg van Peter Sagan. Hij kan net als de Slowaak relatief goed klimkilometers overleven. Dat maakt hem een gevaarlijke outsider voor het groen. In de Giro toonde de 23-jarige renner dit jaar al zijn klasse. Hij won daar de zevende etappe met aankomst op een berg van tweede categorie. Bovendien droeg Bling, zoals zijn bijnaam luidt, enkele dagen de roze leiderstrui. Matthews is dus in staat om ook in zwaardere etappes punten te sprokkelen. Als hij bovendien goed sprint in vlakke ritten, kan de Australiër hoog eindigen in het puntenklassement.
* Alexander Kristoff,
José Joaquín Rojas,
Sacha Modolo en
John Degenkolb

Ook John Degenkolb kan heuvels overleven, maar hij heeft één probleem: Marcel Kittel. Omdat Giant-Shimano in veel etappes de kaart van zijn ploeggenoot zal uitspelen, mist hij in deze ritten kostbare punten. Mocht Kittel net als twee jaar geleden al vroeg opgeven, dan is Degenkolb een gevaarlijke klant voor het groen. Een vergelijkbare renner is Alexander Kristoff. De winnaar van Milaan – San Remo kan eveneens lastige finales aan. Waar bij sommige sprinters nog onduidelijkheid bestaat over hun ambities voor het groen, is dat bij de Noor allerminst zo het geval. In december 2013 stelde Kristoff al: “De groene trui is mijn doel.”

José Joaquín Rojas is misschien wel de best klimmende sprinter, maar de Spanjaard komt snelheid te kort om in vlakke etappes écht dicht te eindigen. Zijn veelzijdigheid zorgt er desondanks voor dat hij vaak hoog eindigt in het puntenklassement. Het is echter de vraag hoeveel ruimte hij krijgt om zijn eigen kans te gaan. Bij Movistar is Alejandro Valverde namelijk de absolute kopman. Rojas zal dus wellicht voor hem moeten werken. Dat probleem heeft Sacha Modolo niet. Ondanks dat zijn ploeg Lampre-Merida met Rui Costa en Chris Horner twee klassementsrenners heeft, beschikt de Italiaan over een treintje. Zijn goede resultaten dit jaar geven Lampre-Merida kennelijk vertrouwen.
Opvallend is dat vrij veel teams ervoor kiezen om geen sprinter mee te nemen. Klassementsploegen lijken liever een knecht als negende man te selecteren dan een sprinter. Daar valt wat voor te zeggen, aangezien de kans op winst vrij klein is in dit sprintersveld. De Franse ploegen nemen daarentegen wél een spurter mee. Samuel Dumoulin (AG2R La Mondiale), Bryan Coquard (Europcar), Adrien Petit (Cofidis) en Romain Feillu (Bretagne – Séché Environnement) zullen op zoek gaan naar ereplaatsen. Nederland heeft met Danny van Poppel slechts één sprinter aan de start staan. Het komt voor hem nog te vroeg om het groen te winnen, maar wie weet kan hij voor een verrassing zorgen in een etappe.
Favorieten volgens WielerFlits
**** Peter Sagan
*** Mark Cavendish en Marcel Kittel
** André Greipel, Michael Matthews en Arnaud Démare
* Alexander Kristoff, José Joaquín Rojas, Sacha Modolo en John Degenkolb