Morgen start Luik-Bastenaken-Luik, hierna zitten de voorjaarsklassiekers er weer op en kunnen we ons op maken voor de grote rondes. Aan het vertrek in Luik staan al enkele ronde specialisten waarvan sommige ook bij de grootste kanshebbers horen. Hoe denken kleppers als Andy Schleck, Cunego, Basso en een Gesink over hun vorm en kansen?

Andy Schleck:
‘De ploeg heeft de voorbije wedstrijden bewezen tot wat ze in staat is. Wat mij betreft was de Waalse Pijl de perfecte voorbereiding voor mijn zelfvertrouwen.’

Samuel Sanchez:
‘Vooral na de Waalse Pijl is het optimisme opnieuw groot. Van alle klassiekers is Luik-Bastenaken-Luik degene die me het meest aanspreekt en waar ik met de grootste verwachtingen aan de start kom.’

Damiano Cunego:
‘Op de Muur van Hoei kon ik woensdag doortrekken, waar ik vorig jaar lastige momenten kende. Rebellin was beter, maar Luik-Bastenaken-Luik is nog heel wat anders dan de Waalse Pijl. Zondag zal het de afstand zijn die het verschil maakt.’

Robert Gesink:
‘Ik heb me donderdag nog eens stevig getest. Ik zat vier uur op de fiets en heb daarbij mijn knie een paar keer serieus belast, zonder probleem. Ik durf dus weer hoopvol vooruitkijken naar Luik-Bastenaken-Luik.’

Davide Rebellin:
‘Ik heb nog een rekening openstaan met deze wedstrijd. Vorig jaar incasseerde ik immers een bittere tweede plaats. In plaats van tenminste iets te proberen om hem af te schudden nam ik Valverde gewoon mee naar de streep.’

Alejandro Valverde:
‘Luik-Bastenaken-Luik past me als een handschoen, maar dit seizoen ben ik vooral bezig met de Ronde van Frankrijk. Als het weer een beetje meezit, moet het echter mogelijk blijven om volop mee te doen voor de overwinning.’

Ivan Basso:
‘De combinatie van Trentino en Luik-Bastenaken-Luik zal veel van me vergen, maar anderzijds is het een goeie test voor mijn lichaam, dat dagen na mekaar onder druk wordt gezet. Misschien volgt het wel wat te snel na mijn hoogtestage in Tenerife.’

Cadel Evans:
‘Vorige zondag in de Gold Race liep het goed. Drie dagen later in de Waalse Pijl helemaal niet maar werd ik toch nog derde. In een lange, slopende koers als Luik-Bastenaken-Luik zou het weer beter moeten zijn.’