Tom Pidcock verlegt focus nog niet definitief naar grote rondes: “Zoals Geraint Thomas”
Interview Veel wielervolgers waren hun geloof in Tom Pidcock als ronderenner al verloren, maar het 26-jarige talent heeft dan toch zijn eerste eindpodium in een grote ronde beet. De Brit noemde zijn derde plaats in de Vuelta a España al een keerpunt in zijn carrière, maar betekent dat ook dat zijn focus definitief naar de rondes van drie weken gaat? En waar liggen zijn limieten? Wij bespreken het met Kurt Bogaerts, Pidcocks Belgische vaste coach en Head of Technical Performance bij Q36.5.
Grote rondes en Tom Pidcock: het was jarenlang een beetje een haat-liefdeverhouding. In interviews vermeldde het talent meermaals dat zijn grote doel is om de Tour de France te winnen, maar tegelijkertijd waren rondes voor hem ook saai en eentonig – iets waar Mathieu van der Poel zich wellicht in herkent. Maar na drie keer de Tour, een Vuelta en begin dit jaar de Giro, viel op Spaanse bodem dan toch het kwartje.
“In grote rondes kan je nu eenmaal minder spontaan koersen, iets wat heel belangrijk is voor Tom”, legt Bogaerts ons uit. “Dat hebben we deze Vuelta een beetje laten varen, om toch eens alles op dat klassement te zetten. Dat hangt een beetje samen met maturiteit. Het was nog maar de eerste keer dat het eindklassement écht het doel was bij de start van een grote ronde. In het verleden had hij met de Olympische Spelen of een WK mountainbike altijd nog een groter doel vlak na die ronde wachten.”
Heb je Tom dan dikwijls moeten rustig houden?
“Hij heeft dat voorbeeldig aangepakt. We wisten op voorhand niet goed waar zijn grenzen lagen in het grote ronde-werk, daarom moesten we soms extra voorzichtig zijn. De etappe die Giulio Pellizzari won, daar heeft hij door dat koersgedrag misschien een ritzege laten liggen. Hij was vooral bezig met geen tijd te verliezen ten opzichte van andere podiumklanten zoals Jai Hindley, en minder met de rit winnen. Dat heeft nu een derde plek opgeleverd, en ik heb het gevoel dat Tom uit die 21 dagen ook veel voldoening haalt.”

De lange inspanningen waren pittig voor Pidcock – foto: Cor Vos
Is dit nu echt een keerpunt in zijn ambities op grote ronde-vlak, zoals hij dat zelf ziet?
“Dat moet de toekomst uitwijzen. In ieder geval, het was de eerste keer dat hij het gevoel had dat hij kon concurreren met de beste klimmers ter wereld, en dat hij er eventueel van kon wegrijden. In de etappe naar Bilbao loste hij Jonas Vingegaard bergop. Dat was op zich al vrij uniek en een positief signaal voor de toekomst. Zeker omdat je weet dat Tom een profiel heeft die niet veel vrijheid krijgt in ontsnappingen. Hij zal altijd rechtstreeks moeten afrekenen met de allerbeste renners als hij ooit een grote ronde wil winnen.”
“Wil dat nu zeggen dat het podium in elke grote ronde een doel moet zijn vanaf nu? Helemaal niet. Als we volgend jaar de Tour de France mogen rijden, zou ik dat een gevaarlijke ambitie vinden. We moeten het voorzichtig blijven aanpakken en hem de tijd geven die hij nodig heeft. We hebben een goed plan en concept, maar niemand zit stil. Hij zal moeten blijven vorderen, wetende dat de concurrentie ook stappen zet. En op basis daarvan zullen we telkens de parcoursen beoordelen en realistische doelen stellen.”
Tom is nu 26. Hoeveel tijd geef je hem daarvoor?
“We leven in een tijdperk waarin het heel snel moet gaan. Een ontwikkeling als renner die een paar jaar geleden nog als normaal werd gezien, is niet meer genoeg. Jonge gasten als Pogacar en Del Toro staan er direct. Toch denk ik dat Tom iemand is die zijn tijd nodig heeft om zijn carrière op te bouwen. Een beetje zoals Geraint Thomas het heeft gedaan. Hij reed in het begin veel op de piste, schakelde dan over naar de klassiekers en maakte pas heel laat de overstap naar het grote ronde-werk. Op zijn 32e won hij de Tour.”
“Gezien zijn lichaamsbouw werd er altijd naar Tom gekeken als het bergop ging, en wanneer dat tegenviel, werden daar snel conclusies uit getrokken. Dat was dit jaar ook het geval in de Giro, maar onterecht, omdat hij toen net op de klassiekers had gefocust. In een plan dat we vier jaar geleden hebben opgesteld, had ik aangeduid dat hij in 2025 voor het eerst voor het podium in een grote ronde zou gaan. Dat valt nu juist goed uit. Zijn ontwikkeling gaat nog altijd in stijgende lijn, zoals we hadden gehoopt, en dat is het belangrijkste.”

Ook het mountainbiken blijft een doel – foto: Ross Bell / Q36.5
Heeft hij nog meer marge in het klimwerk dan in de klassiekers?
“Tom is een renner die altijd heeft gefocust op inspanningen tot maximaal tien minuten, pas de laatste maanden zijn we meer beginnen werken op langere inspanningen. In een relatief korte periode, die is begonnen na de Giro d’Italia, heeft hij grote stappen gezet in zijn inspanningen te verlengen. Veel meer kan je niet verwachten op zo’n korte tijd. Er is dus marge om in het klimwerk en tijdrijden nog stappen te zetten, maar hij haalt ook veel energie uit andere zaken. Het mountainbiken was altijd een doel en zal dat blijven.”
Speelt ook zijn keuzestress daarbij een rol? Tom is iemand die heel veel kan, en heel veel wil.
“Dat is waar. Tom heeft heel lang andere doelen gehad. Eerst lagen die in het mountainbiken en de cyclocross, maar ook op de weg in de klassiekers. Niet alleen de Tour, maar ook de Amstel Gold Race, Strade Bianche en Milaan-San Remo spreken hem aan. Tom moet vooral kijken naar wat hij zelf wil. We hebben nog geen monument gewonnen, en dat is ook een doel op zich. Maar je kan niet alles willen op hetzelfde moment.”
Dat belooft nog een complexe puzzel te worden.
“Ik durf nu niet zeggen welke kant we opgaan. Het moeilijke aan dit verhaal is dat je alles in elkaar moet inpassen en een goede planning moet maken. De ambitie in het mountainbiken mag bijvoorbeeld geen negatieve uitkomst hebben op zijn andere doelen. Anderzijds haalt hij daar ook veel energie uit. Voor volgend jaar wordt het eerste doel om een goed plan te maken, en het werk van dit jaar te bevestigen. Dan zal hij in bepaalde wedstrijden zeker nog stappen zetten. Het is alleen de vraag hoe groot die stap zal zijn.”
Tom heeft ook zijn ambities voor het WK op de weg al uitgesproken. Is dat realistisch met een zware Vuelta in de benen?
“Als je deze voorbereiding kiest, dan weet je dat je het niet meer volledig in eigen handen hebt. In een Vuelta ga je op bepaalde dagen niet diep genoeg, en op andere juist veel te diep. Dan moet je achteraf een beetje ondergaan hoe snel het lichaam recupereert en of je klaar geraakt. Met een voorbereiding die meer trainingsgericht is, weet je nu beter waar je staat. Maar als hij goed herstelt en zijn niveau haalt van bepaalde ritten in de Vuelta, kan hij zeker een rol spelen met de betere renners op het WK.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.