Afgelopen jaar eindigde Tom Dumoulin als tweede in de Eneco Tour achter eindwinnaar Zdenek Stybar. De Limburger staat dit jaar als één van de kanshebbers aan de start en is erg ambitieus. Hij gaat vol voor winst in de World Tour-wedstrijd. “Ik wil het nu beter doen.”

Over zijn vorm is hij echter nog niet helemaal zeker. “Hoe ik er nu voorsta, is lastig aan te geven”, zegt de renner van Giant-Shimano tegen CyclingOnline. “Ik heb na de Tour een aantal criteriums gereden, maar dat zijn vooral wedstrijden om in beweging te blijven.”

Het parcours is dit jaar naar eigen zeggen niet helemaal op zijn maat gemaakt. “Het is wel jammer dat de tijdrit zo kort is. De verschillen zullen niet groot zijn en dus de bonificatieseconden des te belangrijker.” Dat is volgens de 23-jarige renner meer in het voordeel van concurrenten als Stybar en Lars Boom.

De wedstrijd wordt volgens de lange Nederlander beslist op vrijdag en zaterdag, omdat de etappe zondag door zijn eigen Limburg goed te controleren is. “Ik kijk zelf het meest uit naar de Ardennenrit. Zo heb ik vorig jaar bewezen dat ik daar uitstekend uit de voeten kan en verschil kan maken ten opzichte van mijn concurrenten. Bovendien ben ik beter gaan klimmen.” Dat bewees hij in de Ronde van Zwitserland, waar hij vijfde werd.

Het gevaar voor Dumoulin zit vooral in de vrijdagetappe in en rond Geraardsbergen. “Op de kortere klimmetjes in Vlaanderen is het voor mij lastiger om tijdwinst te behalen.” Vorig jaar verloor hij daar de Eneco Tour aan Stybar.

De tijdritspecialist kijkt ook al even uit naar het WK tijdrijden in Ponferrada later dit jaar. “Tony Martin is normaal gezien niet te verslaan. Zelf kijk ik dan ook naar het podium, waarbij een medaille al geweldig zou zijn.”