Best opvallend, was het, dat flashinterview van Tim Merlier na zijn tweede zege. Of hij blij was dat hij nu ook een keer een sprint in een grote ronde heeft gewonnen tijdens de derde week, wilde de interviewer weten. Waarop Merlier met een grijns antwoordde: “De haters zullen teleurgesteld zijn.”

Wat zat er achter die woorden? “Ik heb lang commentaar gekregen dat ik in een grote ronde de man van de eerste sprint was en dat ik in de derde week niet kon winnen. Maar kijk, ik ben blij dat ik bewezen heb dat ik dat wel kan”, zegt de sprinter van Soudal Quick-Step aan Het Nieuwsblad.

• 

  23 mei

  Lees ook Tim Merlier kan het ook in de derde week: "De haters zullen teleurgesteld zijn"

  23 mei

“Als sportman wil je toch de criticasters van antwoord dienen. Ik antwoord liever met de pedalen. Ze probeerden me de voorbije dagen uit mijn kot te lokken met vragen waarop ik antwoorden zou moeten geven die ik niet wil geven. Ik heb nu wel enorm veel binnenpretjes. Niet dat ik daar in de sprint aan denk, maar ik vind dat wel leuk. Dit is een overwinning die heel veel deugd doet. Ik werd in Francavilla al Mare onterecht gediskwalificeerd en in de sprint van afgelopen vrijdag in Cento kreeg ik commentaar als zou ik de benen niet meer hebben om te sprinten. De realiteit is dat we daar de controle kwijt waren zodat ik niet kon sprinten. Het was een heel rare finale. Nu was het rechttoe rechtaan.”

Merlier lijkt ook gewoon sterker geworden. “Ik wist van mezelf dat ik al stappen heb gezet in deze ronde. Ik blijf tussen de kader hangen in de bergetappes, maar ik heb altijd gezegd dat mijn sprint er niet onder lijdt. Ondanks het gegeven dat ik op zo’n dagen oneindig veel afzie. Door die val in de eerste tijdrit maakte ik een moeilijke week door. Ik merkte dat het herstel energie kostte. Mijn scheenbeen, knie en lies lagen open. Die wonde in de lies zat net in de huidplooi. Het was nu de eerste keer dat ik zonder plakker reed. Ik voelde nog dat het schuurt, maar die blessure hindert niet meer.”