Tiller wint Dwars door het Hageland voor de tweede keer, lekke band nekt Van der Poel
Rasmus Tiller heeft voor de tweede keer in zijn carrière Dwars door het Hageland gewonnen. Op de Citadel van Diest was de Noor van Uno-X, die in 2021 ook al de beste was op deze helling, te sterk voor Stan Van Tricht en Florian Vermeersch. Mathieu van der Poel zat in de beslissende kopgroep, maar reed op twintig kilometer van het einde lek.
Dwars door het Hageland stond dit jaar vooral in het teken van de terugkeer van Mathieu van der Poel, die sinds zijn overwinning in Parijs-Roubaix niet meer in actie kwam. MVDP was bij zijn het rentree ook meteen de absolute topfavoriet. Het parcours van 181 kilometer, waarvan 41 kilometer onverhard of over kasseien, was namelijk spek naar zijn bek. Zou hij zijn zege uit 2017 kunnen herhalen?
In het eerste deel van de wedstrijd waren er veel demarrages. Er ontstonden ook wat kopgroepjes, maar vooral door de troepen van Alpecin-Deceuninck kreeg niemand echt de ruimte. Met nog tachtig kilometer te gaan, toen Meindert Weulink (ABLOC CT), Jasper Haest (VolkerWessels) en James Fouché (Bolton Equities Black Spoke) na een aanval weer ingerekend werden, was alles weer bij elkaar. De finale kon beginnen.
Vroege aanval Van der Poel
Zo dacht Mathieu van der Poel ook over. Nadat zijn ploeg stevig doortrok, ging hij met nog 75 kilometer te gaan – op een gravelstrook – in de aanval. De kopman van Alpecin-Deceunicnk sloeg meteen een gaatje, maar ging in een bocht bijna onderuit, waarna zijn ketting even haperde. Niettemin had hij nog steeds een voorsprong en dus besloot hij door te zetten. Eenmaal van de strook af, had hij zo’n vijftien seconden voorsprong op de achtervolgende groep van zo’n 35 renners.

foto: Cor Vos
Van der Poel bleef nog eventjes doorrijden, maar besloot na tien kilometer dan toch om wat in te houden. Hij zakte terug tot bij de achtervolgers. Daar was het even onrustig, totdat Uno-X besloot te controleren. Zij wilden de achterblijvers duidelijk niet terug laten keren, maar ze hadden ook aanvalsplannen: Søren Wærenskjold trok samen met Frederik Frison ten strijde. Het duo reed een tijdje voor de meute uit, maar het tempo lag te hoog om echt weg te komen.
Lampaert trekt door, Van der Poel rijdt lek
Casper Pedersen (Soudal Quick-Step) kreeg als eenling wel wat ruimte. Wat heet, hij kon bijna een minuut uitlopen. Met nog 35 kilometer te gaan, sloeg het noodlot echter toe voor de Deen: kramp. Hij kon de pedalen nauwelijks nog rondkrijgen en zag zijn voorsprong als sneeuw voor de zon verdwijnen. We kregen zo weer een compleet peloton. Bij het ingaan van de laatste ronde, op de Citadel van Diest, deed Yves Lampaert echter een stevige inspanning en dat leidde tot een nieuwe kopgroep.
Naast Lampaert zelf, waren de herstelde Casper Pedersen, Stan Van Tricht (Soudal Quick-Step), Søren Wærenskjold, Rasmus Tiller (Uno-X), Loïc Vliegen (Intermarché-Circus-Wanty), Simon Clarke (Israel-Premier Tech), Florian Vermeersch (Lotto Dstny) én Mathieu van der Poel present. Die laatste reed met nog twintig kilometer te gaan echter lek. Hij kreeg een nieuw achterwiel van de neutrale motor, maar moest lijdzaam toezien hoe de achtervolgende groep hem voorbijreed. Het leek een onmogelijke missie om nog terug te keren aan het front.
Van der Poel probeert nog terug te keren
Van der Poel kwam met nog elf kilometer te rijden wel bij de tweede groep, die op dat moment 24 seconden van de kopgroep zat. Alpecin-Deceuninck voerde het pelotonnetje van zo’n twintig renners aan. Op de laatste strook leek Van der Poel er alleen voor te staan, maar Timo Kielich kon na al veel werk te hebben verricht toch nog een keer terugkeren. Hij gaf alles om Van der Poel terug vooraan te brengen.
Ondertussen viel de kopgroep uiteen. Stan Van Tricht viel aan op een klein klimmetje en alleen Vermeersch en Tiller konden volgen. De samenwerking was echter niet al te best bij het drietal. Clarke, Vliegen en Lampaert kwamen zo toch weer bijna aansluiten voor de slotkilometer. Van der Poel had net daarvoor een poging gedaan om de oversteek te maken, maar daar slaagde hij niet meer in.
Tiller is de sterkste
Het zou tussen Tiller, Van Tricht en Vermeersch gaan op de Citadel van Diest, want de drie achtervolgers wisten net niet meer terug te keren. In de sprint bergop bleek Tiller over de beste benen te beschikken. Hij schreef Dwars door het Hageland zo voor de tweede keer op zijn naam, nadat hij in 2021 ook al de beste was in de gravelkoers. Van Tricht werd tweede, Florian Vermeersch derde.
Verder een heel mooie koers gezien met een verdiende winnaar in Tiller, hoewel ik het Matje ook had gegund
Slechts één op de duizend is een Eekhofje. Als ze iemand van de ca. tiende plaats schappen, dan maakt het voor de race en de uitslag geen zak uit maar pak je de ploegen wel op hun UCI punten. Iedere wedstrijd 5 of 6 figuren voor een kleine infractie DQ en dan leren ze het nog nooit af, maar je geeft in ieder geval het idee dat je een faire race wilt.
Pech is immers pech. Had je maar een betere fiets of banden moeten kopen / beter moeten sturen / niet achter vallende henkie of over die spijker moeten rijden. Hoort er allemaal gewoon bij.
Of dat hier van toepassing is geen idee*, niet goed gezien, maar de jury kan het wel goed zien. Dus als zij nou eens hun werk gaan doen...
Uno-X in de breedte erg sterk met een mooie winnaar. Weening verzetje de citadel op.
Als de kopman niet sterk genoeg is, is 't niet meteen vreemd dat hij niet mee zit. Jij doet alsof het een tactiek was.
Niet elke nederlaag van Soudal-Quickstep moet een tactische flater of het summum van lafheid zijn. Soms zit het gewoon tegen.