Thymen Arensman laat het jongetje weer leven
Column Of het nog mooier kan dan zijn winnende solo op Superbagnères? Ja dus. Thymen Arensman maakt er precies een week later op La Plagne andermaal een bloedstollende slotklim van. Opnieuw weet de klimmer uit Deil uit de klauwen van de allerbesten van deze Tour de France, Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard, te blijven en een prachtig bevochten bergrit te winnen.
De overwinning van Peter Winnen in 1981 op l’Alpe d’Huez is een van de eerste tastbare herinneringen die ik aan een Nederlandse ritzege in een bergetappe in de Tour de France heb. Destijds was ik als negenjarige met mijn ouders op vakantie op een camping in de Ardéche. In een ruimte onder de campingwinkel keken we naar de rit op de Nederlandse Alp.
Eerlijk gezegd had ik tot die bewuste dag nog nooit van Winnen gehoord. Maar zijn bloedstollende zege maakte me zo enthousiast dat mijn vader de volgende dag door mij verplicht werd om de Franse sportkrant l’Equipe te kopen. Ik kon geen woord Frans lezen, maar de hele dag keek ik naar de foto’s en de uitslag van die historische Tourrit.
Vorige zomer maakte ik met Peter Winnen voor het blad Helden een reconstructie van die bewuste zege in 1981. Twee uur lang zat ik bij hem in zijn huiskamer in Venray. Twee uur lang had ik kippenvel op mijn armen staan tijdens het horen van zijn verhaal en beleving van die bewuste ritzege tot in de kleinste details. Maximaal 40 seconden voorsprong had hij na zijn aanval op de slotklim op de achtervolgers. Maar hoe Bernard Hinault ook achtervolgde, die blonde Limburger van Capri Sonne kon hij niet meer achterhalen.

Peter Winnen op l’Alpe d’Huez in 1981 – foto: Cor Vos
Mijn eerste dag ooit in de Tour de France was in 1988 op l’Alpe d’Huez. Wederom vanaf de camping, ditmaal aan het Lac d’Aiguebelette, reden we naar Bourg d’Oisans. Als 16-jarige had ik toen al mijn eigen gestencilde wielerblaadje Wielerpeloton en had ik een twee maanden eerder een accreditatie voor de GP Wallonië in Namen gekregen. De Franstalige stickers voor op de auto van die koers had ik opnieuw in Frankrijk op de voorruit geplakt. En wonder boven wonder reden we daarmee de 21 haarspeldbochten tellende klim op.
Met een fotoapparaat gewapend zag ik Steven Rooks als eerste passeren met Pedro Delgado in zijn wiel. Via de wereldomroep met Jacques Chapel hoorden we dat Rooks later de rit wist te winnen. Vanaf die dag was ik meteen supporter van de Noord-Hollander en zelfs nu luister ik nog soms naar de finishreportage van Leo Driessen voor Radio Tour de France over die wonderdag van Rooks.
Een jaar later was ik opnieuw als supporter c.q. schoolkrantreporter (en natuurlijk opnieuw met de perskaart van de GP Wallonië op de auto) present op l’Alpe d’Huez en was ik getuige van de winnende solo van Gert-Jan Theunisse, met zijn prachtige manen en in de bolletjestrui, op de Nederlandse alp. Een dag later in Villard de Lans mocht ik bij PDM helpen om de stickers op de bolletjestrui van Theunisse te strijken.
Het zijn herinneringen die ik mijn heel leven zal koesteren. Het tekent ook wat zo’n overwinningen kunnen losmaken. Dit zijn inspiratiebronnen voor vele jonge Nederlandse jongeren. Prestaties die de jeugd doet dromen. Overwinningen waardoor helden geboren worden. De Tour maakt nieuwe sterren en een van die nieuwe helden van 2025 is Thymen Arensman.
Zijn emoties zo’n 150 meter voorbij de finish op La Plagne spraken boekdelen. Hij was zelfs zo kapot dat hij bijna van de fiets viel en daarmee ook nog eens geletruidrager Tadej Pogacar in zijn tuimeling naar de grond dreigde mee te nemen. Vervolgens sloeg hij de handen voor zijn gezicht om zijn emoties de vrije loop te laten gaan. Al was het ook een teken van ongeloof wat hij nu opnieuw had geflikt.

foto: Cor Vos
Theo Middelkamp, Jan Nolten, Wout Wagtmans, Joop Zoetemelk, Hennie Kuiper, Peter Winnen, Steven Rooks, Gert-Jan Theunisse, Michael Boogerd, Tom Dumoulin en Wout Poels gingen hem voor. Thymen Arensman is de twaalfde Nederlander die erin slaagde om een bergrit in de Tour de France te winnen. Wat heet, bij zijn debuut wint hij meteen twee bergritten.
Arensman is niet de eerste Nederlander is die twee bergritten in één Tour de France heeft gewonnen, want Joop Zoetemelk zegevierde in 1976 twee dagen elkaar in de Alpen in Montgenèvre en l’Alpe d’Huez. Arensman is wel de eerste landgenoot die in één Tour een bergrit in de Pyreneeën en in de Alpen weet te winnen.
Tijdens zijn 13 kilometer lange aanval op La Plagne moet ik denken aan die zege van Peter Winnen in 1981. Arensman krijgt ook niet meer ruimte dan zo’n halve minuut en heeft ook de beste renners uit die ronde in de achtervolging. Net als 44 jaar geleden is het een bloedstollende strijd tot op 200 meter van de streep. Pas dan heb je het gevoel dat die dik verdiende en zwaarbevochten overwinning binnen is.
In 1981 won de voor mij tot dat moment onbekende Peter Winnen. Arensman is een renner die ik vanaf zijn tweede plek in de Tour de l’Avenir in 2018 (waar hij tweede werd achter Tadej Pogacar) volg. Drie jaar geleden, in het najaar van 2022, zocht ik hem thuis op in Beesd voor een fotoreportage voor RIDE Magazine voor bij een verhaal dat collega Youri IJnsen had gemaakt.
We gingen samen naar de dijk om een fotosessie bij de Molen van Vrijheid te maken. We spraken daar lange tijd over het wielrennen. Er wordt wel eens gezegd dat Thymen gesloten is, maar ik leerde een eerlijke, ambitieuze jonge wielrenner kennen. Het was ontwapenend om hem zo over zijn ambities in het wielrennen en vooral het rijden van grote rondes te horen.

Thymen Arensman portret in Beesd bij Molen De Vrijheid – foto: Raymond Kerckhoffs
Als je terugkijkt hoe hij met de nodige tegenslagen in zijn eerste grote rondes al vijfde in de Vuelta a España (2022) en twee keer zesde in de Giro d’Italia (2023 en 2024) is geworden, dan wist je dat je met een ongeslepen diamant te maken had.
Ondanks die bevestigingen van zijn talent worstelde hij vooral met de druk, vooral door zichzelf opgelegd, om te willen presteren in een grote ronde. In de eerste dagen van een grote ronde liep hij als klassementsrenner door alle verwachtingen tegen een mentale deur aan. Daarop volgde dan weer de ongefundeerde hoon van de kritische Nederlandse wielervolgers.
Na het EK tijdrijden in Hasselt vertelde Thymen dat hij het WK wielrennen in Zürich links liet liggen om een fietstocht met zijn schoonbroer Guy te maken van zijn thuis in Andorra naar Beesd. Puur om het plezier in het fietsen weer te herontdekken. Een betere beslissing had hij niet kunnen nemen. Plezier in wat je doet werkt nu eenmaal duizend keer beter dan de allerbeste wetenschappelijke benadering.
En die Arensman schrijft nu in deze Tour de France wielergeschiedenis. Voor de tweede keer na een zware bergrit eindigen de twee super dominante Tour-helden van de afgelopen vijf jaar, Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard, direct achter hem. Renners die hijzelf ‘aliens’ noemde, maar nu is hij ze opnieuw de baas. Ditmaal zelfs na een man-tegen-man-gevecht.
Arensman plaatst zich in zijn eerste Tour de France direct bij de allergrootsten uit de Nederlandse wielerhistorie. In één keer promoveert hij ook zijn drie top-10-noteringen in eerdere grote rondes die nu een veel grotere betekenis op zijn palmares krijgen. In drie weken tijd is hij uitgegroeid tot een sportheld van ons polderland. En tijdens zijn twee hoogtijdagen in de Pyreneeën en de Alpen liet hij het jongetje in mij weer leven.

De Arend mag zich gelukkig prijzen dat hij deze gasten heeft zien opkomen, bevestigen en afbouwen. En ook met zijn zelfkennis en relativeringsvermogen.
Dit was natuurlijk de schuld van Pogi zelf of wellicht die steward die ook gewoon maar z'n werk deed, daar botste Pogi tegenaan omdat ie zelf niet zat op te letten. Verder geinig verhaal, historische overwinning natuurlijk.
Mathieu van der Poel 9:
Smaakmaker van de eerste tien dagen. Had misschien in deze vorm een etappe extra moeten winnen.
Thijmen Arensman 9:
Zorgde voor spektakel in de bergen en schrijft met twee zeges wielergeschiedenis. Wellicht de opmaat naar een serieus klassement.
Pascal Eenkhoorn: 8
Eerste helft van de Tour prima helper voor Evenepoel en Merlier. En na opgave van Evenepoel veel in de aanval.
Tim Naberman: 7
De volgens sommigen slechtste WorldTour-renner bewijst deze ronde dat hij wel degelijk over capaciteiten beschikt. Deed zijn werk uitstekend en kwam nooit in de problemen.
Frank van den Broek: 6,5
Kon zijn spectaculaire Tour van vorig jaar niet echt een vervolg geven, maar kwam in de laatste bergetappes prima bovendrijven.
Mick van Dijke: 6
Niet heel veel gezien, maar heeft zijn werk gedaan. Als debutant prima over de bergen gekomen.
Roel Sint Maartensdijk: 6
Heeft zijn werk gedaan en van een debutant mag niet veel meer worden verwacht.
Elmar Reinders: 6
Ongetwijfeld, buiten beeld, veel werk verzet.
Mike Teunissen: 5
Behoorlijk onzichtbaar geweest. Eigenlijk zoals de complete Astana-ploeg die het goede voorjaar in de Tour geen vervolg kon geven.
Marijn van den Berg: 5
Pechvogel. Al snel uitgeschakeld na een valpartij. Anders had hij ongetwijfeld een dikke voldoende gescoord.
Danny van Poppel: 4
Kon zijn NK-vorm niet doortrekken. Ook omdat het geen Tour voor sprinters was. Stapte uiteindelijk, en terecht, af voor geboorte kind.
Dylan Groenewegen 4:
Kwam nooit in positie voor een serieuze sprint. Veel kansen daarop waren er ook niet. Haalde wel steeds de eindstreep.
Cees Bol: 3
Onzichtbaar en afgestapt.
Moet eerlijk toegeven, ik geloofde er niet zo meer in. Het werd tot Tour of Alps een beetje een lijdensweg om te volgen. Gelukkig nooit uitgesproken op WF. En nog gelukkiger dat het totaal fout beoordeeld was. Het is een plezier om de nieuwe Arensman bezig te zien.
Blijf bevrijd, blijf plezier houden. En maak het NLse wielerpubliek daarmee af en toe heel blij. Maar wel als bijvangst.