Thijs van Jaarsveld (19) kon binnen een maand bijna niets meer zien: “Alsof ik door een boterhamzakje kijk”
Interview Thijs van Jaarsveld kwam er begin dit jaar achter dat hij de ziekte van Leber heeft, een erfelijke ziekte die ervoor zorgt dat de cellen in zijn oogzenuw niet meer goed werken. De 19-jarige Van Jaarsveld verloor in korte tijd bijna al zijn zicht en zat diep in de put, maar knokte zich terug in het leven. Ook al is het niet zeker of zijn zicht ooit zal terugkeren. In gesprek met WielerFlits vertelt Van Jaarsveld zijn bijzondere verhaal.
Van Jaarsveld was vorig jaar nog een ambitieuze junior. Hij koerste tegen Joshua Tarling in Kuurne-Brussel-Kuurne en in Nederland regelmatig tegen Max van der Meulen. Hij ging naar de Topsportacademie in Zwolle om zich nog meer te kunnen richten op het wielrennen. Hij wilde profwielrenner worden en daar alles voor laten. In 2024 zou hij als eerstejaars belofte deelnemen aan de Ster van Zwolle, maar toen ging het mis.
Een paar dagen na een trainingskamp in Spanje met WV De Hanzerenners nam het zicht van de jonge coureur in rap tempo af. “Binnen een maand ben ik van normaal zien naar nog maar tien procent gegaan”, aldus Van Jaarsveld. “Ik had geen idee wat er aan de hand was en het heeft minstens een maand geduurd voordat ze erachter zijn gekomen wat er precies met me gebeurde.” Logischerwijs moest Van Jaarsveld passen voor de Ster. “Het is eigenlijk een beetje alsof ik door een boterhamzakje kijk.”
Ziekte van Leber
De jonge coureur leerde dat hij de ziekte van Leber heeft. Leber is een zeldzame oogziekte waarbij de cellen in de oogzenuw plotseling niet goed meer werken en het zicht vaak snel in beide ogen afneemt. De ziekte ontstaat door een ‘foutje’ in het DNA. Waarom de drager van de ziekte slechtziend wordt, is in de wetenschap nog niet helemaal bekend.
“Ik wilde de top bereiken in het wielrennen, hoge ogen gooien bij de beloften. Je maakt plannen, maar die zijn nu allemaal onzeker. Ik houd me vast aan de gedachte dat het beter kan worden: sommige Leber-patiënten kunnen op een gegeven moment weer zestig tot zeventig procent zien. Maar ja, elke patiënt met Leber is uniek. Sommige mensen kunnen nooit meer zien dan tien procent. Het is irritant dat je moet hopen en er niet hard voor kunt werken, dat is toch een beetje mijn topsportmindset.”

Van Jaarsveld als junior – foto: Cor Vos
Wereldkampioen paracycling?
Van Jaarsveld gooide al snel na zijn diagnose het roer om en kwam via de KNWU in aanraking met paracycling. “Ik moet proberen om een normaal leven te leiden, te blijven functioneren. Zodoende kwam ik bij paracycling uit, waar ik op de tandem kan rijden. Binnen een aantal maanden reed ik al op het NK met Brian Megens als piloot. Dat ging best goed, we werden tweede achter Tristan Bangma. Ik reed ook al in Bretagne een meerdaagse koers op de tandem en won alle etappes.”
Recentelijk beleefde paracyclingcarrière van Van Jaarsveld een ultiem hoogtepunt. Op de tijdrit werd hij Nederlands kampioen. Deze keer met Gino Knies als piloot. “Nederlands kampioen worden was altijd mijn grote droom, nu ben ik het geworden, maar het voelt toch een beetje krom. Ik weet hoe moeilijk het is om zo’n trui te bemachtigen, en nu ging het best snel en makkelijk. Maar het is heel mooi en ik ben heel blij ermee, daar niet van.”
Volgend jaar hoopt de Nederlander naar het WK te mogen. Dit jaar kwam hij daar nog niet voor in aanmerking omdat hij pas te laat begon met paracycling om kans te maken op kwalificatiepunten. Van Jaarsveld hoopt het dan Tristan Bangma, die op de Paralympische Spelen drie gouden medailles behaalde en in Zürich twee keer wereldkampioen werd, moeilijk te maken. “Ik hoop hem in de toekomst te kunnen uitdagen. Als ik Bangma’s wattages hoor, dan gaat hij een geduchte tegenstander worden in de toekomst. Maar aan de andere kant: in mijn beste periode zat ik daar niet heel ver vanaf. Het zou heel mooi zijn om ooit de regenboogtrui te bemachtigen.”