Terugkeer rode trui oplossing voor saaie sprintritten
Special Urenlang een voortkabbelend peloton. Het is een beeld dat we meer dan eens hebben gezien deze Tour de France 2024. De vroege vlucht in vlakke etappes lijkt volledig uit de mode. In toenemende mate wil (of mag) een renner geen energie meer verspillen aan een aanvalspoging die toch tot niets zal leiden. WielerFlits zocht uit waarom.
Niemand wordt er vrolijk van. De renners niet, de ploegleiders niet en ook de televisiekijker niet. De traditionele sprintritten staan qua amusementswaarde al in de schaduw van berg- en heuvelritten, maar nu ook de strijd om de vroege vlucht in vlakke etappes lijkt uit te sterven, is er weinig reden om een middag lang voor de buis te kruipen.
“De belangen voor de sponsors zijn niet meer heel kortzichtig om elke dag in beeld te zijn. Ze willen prestaties. Die zijn blijkbaar veel waardevoller dan de minuten die ze in beeld rijden”, vertelt Sep Vanmarcke, ploegleider bij Israel-Premier Tech. Die ploeg doet mee op basis van een wildcard. Met sprinter Pascal Ackermann en klassementsrenner Derek Gee hebben zij twee andere doelen om dagelijks voor te rijden.
Voor alle teams nemen de belangen toe in de Tour. Ook voor de ploegen die dus dankzij een uitnodiging mogen starten. Waar in het verleden zoveel mogelijk minuten in beeld rijden een belangrijke doelstelling was, kunnen zij tegenwoordig meedoen om de prijzen. “Dat geldt zeker ook voor ons”, legt Vanmarcke uit. “We hebben een competitieve ploeg mee. Elke dag scoren we goede resultaten en zitten we dichtbij de overwinning.”
Onderwerp van gesprek
Aike Visbeek, sportief directeur van Intermarché-Wanty maakt dezelfde analyse. “Bijna alle ploegen hebben een belang in het klassement of hebben een sprinter – sommige ploegen zelfs beide – mee. Dat betekent dat je niet roekeloos je energie overal aan kan besteden. De vroege ontsnappingen voor alleen publiciteit hebben dan minder prioriteit.”
Ook in het peloton is het een onderwerp van gesprek. “Er wordt echt wel gezegd van, oh, het is lang, het is saai en noem maar op”, vertelt Bart Lemmen (Visma | Lease a Bike). Ook zijn ploegmaat Wout van Aert verbaast zich over het gebrek aan strijdlust bij zijn collega’s. “Het begint met renners die wat meer zouden moeten geloven dat er wél iets mogelijk is. Wij als klassementsploegen zijn zo zenuwachtig dat we toch niet gaan achtervolgen. Je hebt gewoon effectief een kans op een ritzege. Alleen, er zijn blijkbaar geen ploegen die dat willen of kunnen proberen.”
Belangen groeien
Wat ook meespeelt is de strijd om UCI-punten. De eerste vijftien renners in de daguitslag verdienen punten. Ook voor teams zonder topsprinter is er nog genoeg te halen in een massasprint. Een tiende plaats is bijvoorbeeld goed voor dertig punten. Voor een team als Israel-Premier Tech is dat ontzettend belangrijk, benadrukt Vanmarcke. Wanneer zij aan het eind van het wielerseizoen bovenaan de ranglijst van ProTeams eindigen, verzekeren zij zich van een startplek in alle WorldTour-koersen. Vanmarcke: “Wij kunnen dus geen kansen verloren laten gaan. Meespringen met een ontsnapping die toch niet standhoudt, dient geen doel.”
Zowel renners als ploegleiders zijn het eens dat iets moet veranderen om de vlakke sprintritten weer aantrekkelijk te maken. Oliver Naesen van Decathlon AG2R La Mondiale pleit voor hogere geldprijzen bij tussensprints. “Leg iets juicy’s onderweg. Een dikke, vette cashbonus zodat toch íemand het gaat proberen. Als je daar vijf- of tienduizend euro neersmijt, gaat er wel gekoerst worden. Voor de organisatie is dat niet veel geld. Als ze dat niet doen, blijft het siësta time voor de toeschouwers, vrees ik.”
Terugkeer rode trui
Een andere oplossing is de terugkeer van de rode trui. Tussen 1983 en 1989 werd deze trui in de Tour de France uitgereikt aan de leider in het tussensprintklassement. Het concept is simpel. In iedere rit zijn er meerdere tussensprints waar je punten kunt verdienen. De renner met de meeste punten krijgt de rode leiderstrui.
Van de zeven eindwinnaars zijn er drie afkomstig uit Nederland; Jacques Hanegraaf (1984), Gerrit Solleveld (1986) en Frans Maassen (1988). Laatstgenoemde is momenteel in de Tour actief als ploegleider bij Visma | Lease a Bike en is voorstander van een terugkeer van dit nevenklassement. “Ik won die trui in mijn Tour. Het was überhaupt een droom voor mij om deel te nemen. Ik wilde mezelf dus ook tonen. Dat deed ik dus door veel aan te vallen, wat mij uiteindelijk deze trui opleverde.”
Ook Visbeek oppert de terugkeer van dit klassement en ziet er de waarde van in voor renners én publiciteit van de sponsoren: “Dit gaat honderd procent zeker werken, want iedereen wil een leiderstrui hebben. Als je bijvoorbeeld tien dagen aan de leiding staat in het sprintklassement en je mag dagelijks het podium op. Dat is een goed verhaal richting je sponsors.”
Haken en ogen
Voor een terugkeer van de rode trui moeten wel nog wat plooien worden gladgestreken. Allereerst moet de Tourorganisator ASO het willen en ook de UCI zou moeten meebewegen. In de UCI-reglementen (artikel 2.6.018) staat dat een profwedstrijd maximaal vier leiderstruien mag uitreiken. De Tour zit met de gele (algemeen), groene (punten), bolletjes (berg) en witte (jongeren) trui aan dat maximum.
Een vijfde trui erbij zou bij de UCI een fundamentele regelwijziging vergen. Al zijn er ook alternatieven. De prijs voor de strijdlust (ander kleur rugnummer) en ploegenklassement (team aan de leiding draagt gele helmen) zijn creatieve oplossingen voor extra nevenklassementen. Bovendien is er onder het publiek een roep om jongerenklassementen (beste renner onder de 25 jaar) af te schaffen, omdat renners op steeds jongere leeftijd aanhaken bij de wereldtop.
Dat is ongetwijfeld een controversieel besluit, maar wel eentje die het koersverloop wellicht ten goede komt. Overigens zou ook de Tourorganisatie een aantal aanpassingen moeten doen. Al enkele jaren kiezen ze voor maar één tussensprint per rit, dat zou uitgebreid moeten worden naar minstens drie tussensprints per rit.
Dat er iets mag veranderen, is duidelijk. De rode trui zou een oplossing kunnen zijn. Maassen: “Dan krijgen we geen gênante situatie zoals nu, waarin in de Tour niemand in de aanval wil. Want dat kan niet.”
Waarom wil niemand meer in de vroege vlucht? Reportage in de WielerFlits Update vanaf 15.27
Sowieso vind ik niks mis met kabbelende sprintetappes in een grote ronde. Zeker doordeweeks. Je kunt toch niet elke dag de hele rit kijken en het zou jammer zijn als je cruciale momenten moet missen en zelfs als je niet hoeft te werken (of naar school hoeft) is het ook wel lekker een beetje weg te soezen bij het mooie franse landschap en de verhalen van de commentatoren zonder dat je echt op hoeft te letten.
Een mooie vroege vlucht maakt het dan wel iets minder saai, dus het is wel wenselijk dat aan te moedigen, maar dit is niet de oplossing ben ik bang.
Het probleem van dit jaar is dat er veel ploegen zijn met een sprinter en dat er niet één sprinter bovenuit steekt. Hierdoor hebben veel ploegen een belang bij een sprint. Waarschijnlijk schatten ze bij Jayco in dat een sprint met Groenewegen meer kans biedt dan met Juul-Jensen in de ontsnapping.
Wat ik vooral mis in het verhaal is welk probleem er precies opgelost moet worden. "Saaie" sprintritten zijn van alle tijden toch? Dit jaar misschien wat meer dan normaal maar we hebben toch al wel een aantal zeer boeiende etappes gezien?
De meest simpele oplossing is de parcoursen aanpassen. Het is dit jaar wel heel erg óf sprint óf berg in de Tour. Er is eigenlijk maar één echte overgangsetappe (rit 18). Zo'n rit die voor sprinters sowieso te zwaar is en voor klassementsmannen geen finale heeft. Enkele sprintetappes is prima, die moeten er ook zijn, maar zoals nu heeft de tweede week 50 procent sprintetappes op papier. Al heb ik nog de hoop dat er morgen wat gebeurt met een heuvelachtig laatste uur, maar de kans dat dat een (uitgedunde) sprint wordt is ook gewoon groot.
Misschien moet je er voor zorgen dat er ook onderweg World-Tour punten te rapen zijn. Bijvoorbeeld inderdaad bij meerdere tussensprints of bij een vorm van een Gouden Kilometer. Dan blijft er ook écht iets over voor de ploegen die strijden tegen degradatie.
De witte trui is ook wel eens voor de beste debutant geweest (om 30 jarige Colombianen een kans te geven). De huidige witte vervangen door de rode vind ik een goed plan.
De Tour laat zich niet drijven door ons ongeduld. Het is eigenlijk kijken naar een viswedstrijd. Het kan uren stil zijn, maar het kan ook opeens gebeuren.
En ook niks mis met af en toe een wandeletappe; heerlijk rustgevend. Maar als we 8 van dat soort wandeletappes hebben in iedere grote ronde, dan haak ook ik uiteindelijk af. Terwijl ik grote fan ben van slow TV...
En uiteindelijk moet bij een viswedstrijd ook af en toe iets gevangen worden. Als je weet dat je mensen laat vissen in een vijver zonder vis, dan gaat er natuurlijk niemand kijken.
Hoe meer klassementen des te meer interne strijdjes en discussiemateriaal, helemaal top.
Alleen geen lichtblauwe trui ontwerpen voor beste daler doen, hoe tof ook krijg je daar natuurlijk gezeik van.
Meer iets zwaardere overgangsetappes, net te zwaar voor het gros van de sprinters maar te makkelijk voor goede klimmers en het waarderen van strijdlust lijkt mij meer op te leveren voor kijk plezier.
Maar waarom heb je in kleinere wedstrijden die niet of amper in beeld komen dan wél nog renners in de vroege vlucht?
Verleden had je inderdaad meerdere tussensprinten in een etappe. Dat is toen terug gebracht naar 1 tussensprint zodat de groene trui daadwerkelijk bij de beste sprinter zou komen.
nu wordt er juist weer geroepen om meerdere tussensprints in een etappe.
Gewoon zoals vroeger, 2 kortere ritten op 1 dag van telkens 100km bv.
Of maak ontsnappingen een stuk interessanter: Als een ontsnapping van 8 of minder renners het haalt in een etappe die aangeduid was als sprintersrit, worden de uitgedeelde UCI-punten en het prijzengeld x5 gedaan.
Neem een etappe als die van gisteren: veel ploegen rekenen zich rijk als ze het profiel zien, maar dan ineens blijkt dat Pogacar er zijn zinnen op heeft gezet. WEG KANS!! Dan hebben ploegen als EF en AG2R leuk even in beeld gefietst, maar iedereen is dat na afloop weer vergeten. En ook in de uitslag kom je niet voor.
Waarom zou je dan niet met dezelfde strijdlust een sprintetappe beginnen. Natuurlijk heeft EF ook een sprinter mee (Marijn vd Berg), maar denk je werkelijk dat die een resultaat gaat fietsen in een massasprint. Net als Zingle, Coquard of dat soort figuren: kansloos!
En het voordeel van aanvallend koersen voor dit soort ploegen heeft 3 voordelen:
- je komt in beeld
- je hebt een grotere kans op winst vanuit een vluchtgroep dan vanuit een massasprint
- na een zware etappe is een sprint vaak minder geregisseerd, en heb je ook als sprinter van de tweede lijn meer kans.
In mijn ogen zijn er slechts enkele ploegen die het beste alles op de massasprint zetten. En dan kom je uit bij Philipsen, Girmay, Groenewegen. En Cav: niet zozeer vanwege zijn winstkansen, maar wel vanwege de publiciteit die dit oplevert bij zijn record. Maar pakweg Gaviria, Jakobsen, Ackermann of dat soort sprinters kunnen op dit moment niet de resultaten overleggen die maken dat ze "een zekerheidje" zijn in een massasprint.
Maar ik vrees dat de eerste de beste sprintersrit weer hetzelfde, niet aan te gluren schouwspel gaat worden. Want heel veel tactisch vernuft heb ik nog niet ontdekt in de stroom auto's achter het peloton.