Terugblik 2009: Oktober
Het jaar 2009 loopt ten einde, en dat geldt ook voor de terugblikken op Wielerflits. De voorbije acht weken is er op deze site teruggekeken naar het wielerjaar 2009. Alle mooie momenten kwamen ter sprake van Denis Menchov in de Giro tot aan de koninginnenrit van de Ronde van België. Dit is het laatste deel, waarin we terugkijken naar de maand oktober. Hierin wordt er veel gekeken naar de Italiaanse eendagswedstrijden waarin voor de Nederlanders en Belgen het uitstekend deden.
Circuit Franco Belge
Oktober ging van start met het Circuit Franco Belge (2.1), deze wedstrijd werd vorig jaar nog geteisterd door hevige regen. De eindwinnaar van vorig jaar Juan Antonio Flecha was dit jaar ook van de partij, maar hij was niet opgewassen tegen het sprintersgeweld. Tyler Farrar wist zowel de eerste als de tweede etappe te winnen, de Amerikaan kwam zo op tien overwinningen te staan voor dit seizoen. In de derde etappe werd het een stuk spannender.
Een interessante vroege kopgroep bestond uit Langeveld, Nuyens, Van Avermaet, Boonen, De Jongh, Dekkers, Bakelants, Vandewalle, Lowik, Rousseau, Usov, Gerard en Schär. Maar hoewel het de mannen veel moeite kostte weg te geraken, werden ze niet veel later ingerekend. Het parcours was zwaar en het peloton bleef dan ook niet lang heel.
Later ontsnapten Steven de Jongh, Rick Flens, Olivier Kaisen en Klaas Lodewijck. Maar ook hun inspanning was niet genoeg. Nadat alles weer bijeen was gekomen, zette Rabobank een waaier op. Er reden toen negen man weg, met onder andere Farrar, Flecha, Stamsnijder, Hayman, Van Dijk en Boonen. Deze groep spurtte uiteindelijk voor de winst, en Boonen was de snelste. Jimmy Casper was op een handvol seconden de snelste van het peloton.
Hoewel Boonen de etappe won, keek hij in het algemeen klassement nog wel tegen een achterstand van acht seconden aan op Farrar. De laatste etappe was het weer sprinten, en dit keer ging de winst naar Juan Jose Haedo, die Yauheni Hutarovich en Roger Hammond versloeg. Tyler Farrar zag zijn eindzege bijna in rook opgaan door een lekke band op vijf kilometer van de streep. Met veel pijn en moeite wist de Amerikaan op een kilometer van de streep weer terug te keren, maar sprinten zat er niet meer in.
Eendagswedstrijden
In Oktober werden er geen echte etappekoersen verreden, eendagswedstrijden des te meer. Drie oktober werd er zowel in Duitsland als in Italië gekoerst. Duitsland was het toneel van de Münsterland Giro (1.1), een wedstrijd die normaal gesproken uit draait op een massasprint. Dat was dit jaar echter anders. Vijf man, Aleksejs Saramotins, Jean Zen, Thierry Hupond, Wouter Mol en Dirk Müller reden de hele dag in de aanval.
Ondanks dat wist het peloton, met als bekendste sprinters André Greipel en Kenny van Hummel, de vijf niet meer bij te halen in de slotfase. Datzelfde gold voor vier van de vijf vluchters. De Let Aleksejs Saramotins was er ook in de slotfase van onder gemuisd, en hij kwam solo over de streep. Met op een kleine zes seconden de Nederlander Wouter Mol.
Tegelijk met de Munsterland Giro werd de Memorial Cimurri (1.1) verreden. Deze Italiaanse wedstrijd over iets meer dan 190 kilometer was dit jaar een prooi voor thuisrijder Filippo Pozzato. Hij versloeg zijn landgenoten Luca Paolini en Daniele Colli in een semi-massasprint. Een dag later kon er weer champagne gedronken worden bij Katusha, want Pavel Prutt wist de Tour de Vendée (1.1) te winnen. De Rus had op de streep tien seconden voorsprong op de achtervolgende groep, waarvan Matthieu Ladagnous de sprint wist te winnen voor Thomas Voeckler.
Een zege voor Pipo Pozzato
De Memorial Cimurri was de eerste, maar zeker niet de laatste eendagswedstrijd in Italië, op acht oktober werd de Coppa Sabatini (1.1) verreden. Al in het begin van de wedstrijd reed een kopgroep van 24 renners weg, en het peloton liet hen rustig begaan. Zodanig rustig zelfs dat na 100 kilometer het volledige peloton (87 renners) uit koers werd genomen omdat het verschil met de vluchters te hoog was opgelopen.
Bij de 24 koplopers was ook de nieuwe wereldkampioen Cadel Evans, die exact tien jaar geleden in deze koers zijn profdebuut maakte. Hij deed zijn regenboogtrui alle eer aan door herhaaldelijk aan te vallen, waardoor Gilbert in een zetel naar de meet werd gebracht. Phil maakte het af in een licht bergop lopende spurt, goed voor zijn vierde zege van het seizoen. Deze koers was dus een stuk spannender dan Paris-Bourges, die op dezelfde dag werd verreden. Daar was het weer sprinten geblazen, en dat was een kolfje naar de hand van André Greipel. Tweede werd Juan José Haedo, die een behoorlijk goed najaar reed.
Gilbert klopt Visconti
Giro dell’Emilia
Een van de zwaarste eendagskoersen was toch wel de Giro dell’Emilia (1.HC). De eerste 160 kilometer waren nog relatief eenvoudig met slechts twee beklimmingen. Maar de laatste veertig kilometer waren loodzwaar met vijf keer de beklimming van de beroemde San Luca. Vladimir Duma Vitaly Kondrut, Aristide Ratti, en de Nederlander Alain Van Der Velde waren de vluchters van de dag. De vier hadden maximaal een voorsprong van negen minuten, maar Silence-Lotto en Liquigas beperkten het verschil.
Op dertig kilometer van de streep maakte Eros Capecchi de sprong naar Aristide Ratti, die zijn medevluchters had gelost. Niet veel later deed Capecchi hetzelfde met Ratti. Vervolgens maakte Jakob Fuglsang de sprong naar de Spanjaard, die toen zelf moest lossen. Met nog achttien kilometer te gaan sloten Thomas Lövkvist, Robert Gesink en Alexander Vinokourov aan bij de Deen. Achter hen was een select groepje overgebleven met onder meer Damiano Cunego, Mauricio Soler en Alexander Kolobnev. Eén ronde voor het einde hadden de vier nog maar tien seconden voorsprong op de achtervolgers.
In de afdaling van de San Luca liep het verschil weer op tot bijna dertig seconden. Vooraan was Fuglsang de eerste die een aanval plaatste op de flanken van de San Luca, hij werd gecounterd door Alexander Vinokourov. Lövkvist en Gesink reden op hun eigen tempo omhoog en konden binnen de laatste kilometer weer aansluiten. Vinokourov moest zijn counter bekopen en zakte er helemaal doorheen. De jonge Robert Gesink klopte Lövkvist en Fuglsang verrassend genoeg in de sprint. De vierde plek was voor Cadel Evans, hij was er in geslaagd om Alexander Vinokourov nog bij te halen.
Eindelijk weer een zege voor Gesink
Parijs-Tours
Waar de Giro dell’Emilia een wedstrijd is voor de klimmers van het peloton is Parijs-Tours (1.HC) er eentje voor de sprinters. Maximaal acht minuten voorsprong had een zestal, dat was ontstaan uit een vroege ontsnapping van tien. Hierbij twee Nederlanders, Aart Vierhouten en Tom Veelers), en verder Matthew Hayman, Matthieu Ladagnous, Cédric Pineau en Jean-Luc Delpech.
Het verschil werd vooral door toedoen van de Belgische ploegen, Silence en Quick-Step, serieus verkleind. Voorin kwam er op 11 kilometer van de streep verandering in de situatie toen Tom Veelers op elf kilometer van de meet, met het eerste heuveltje in zicht, zijn vluchtmakkers achterliet. De renner van Skil-Shimano werd echter snel ingehaald toen Greg van Avermaet aanging op Côte de l’Epan. De Belg kreeg zijn landgenoten Tom Boonen en Philippe Gilbert mee. Even later sloot ook de Sloveen Bozic aan.
Op de Côte du Pont Volant moest Van Avermaet passen, terwijl Bozic verrassend genoeg goed stand hield en ook op de Côte du Petit Pas d’Ane kon volgen. Hij moest dit echter bekopen toen het trio het uitvocht in de laatste kilometers: in de laatste kilometer werd hij de kop op gedrongen en toen Phillipe Gilbert wegschoot, geraakte hij niet meer in het wiel. Een fikse tegenvaller voor Tom Boonen, die op de 29- jarige Sloveen had gerekend om het wiel van Gilbert terug te vinden. Het lukte hem niet op tijd om dat zelf te doen, waardoor Gilbert hem met een halve fietslengte kon kloppen.
Filippo Pozzato, die al een tijdje eenzaam achtervolgde, eindigde op afstand op de vierde plaats vlak voor een sprintende groep van zo’n 15 man. Oscar Freire won de sprint omdat een groot deel van de concurrentie later binnenkwam, opgehouden door een valpartij op zo’n 15 kilometer voor het einde.
Parijs-Tours in zes minuten
GP Beghelli
De volgende Italiaanse eendagswedstrijd was de GP Beghelli (1.1). Alexandr Dyachenko, Dries Devenyns, Ermanno Capelli, Emanuele Sella en Edwin Carvajal) sprongen na 25 kilometer weg uit het peloton. Het vijftal kreeg de zegen van het peloton en mocht zo een aantal minuten voorsprong bij elkaar fietsen. Ruslan Pidgornyy en Esad probeerden nog de oversteek te maken, maar zij waren te laat aan de achtervolging begonnen en werden weer opgeslokt door het peloton.
De koplopers kregen slechts vijf minuten voorsprong van het peloton, dat werd geleid door LPR. Zo gebeurde lange tijd niets totdat na negentig kilometer bekend werd dat Robert Gesink, de winnaar van gisteren, in de remmen kneep. “Nog wat last van de kramp van gister en ik wil niets kapot maken. Nu nog mooi 6 dagen herstellen,” zo schreef hij op zijn Twitter.
Met het oprijden van het plaatselijk circuit was de voorsprong gedaald tot iets meer dan twee minuten. Dat kwam niet alleen door LPR, maar ook door ISD, dat voor Visconti reed. Vijftig kilometer van de streep barstte de koers open. Gasparotto, Fischer, Visconti, Paolini, Ginanni en Impey maakte de sprong naar de vijf vooraan. En zo ontstond er een kopgroep van elf.
Er was hen echter geen lang leven beschoren, door toedoen van Saxo Bank werden ze op twintig kilometer van de streep weer opgeslokt door het peloton. Met het ingaan van de slotronde waagden Vinokourov, Clarke, en Riblon het erop. Zij pakten al snel een halve minuut, maar dat was niet genoeg.
Op de top van de enige beklimming in het circuit had Vinokourov een kleine voorsprong op het uitgedunde peloton. De Duitser Paul Martens probeerde nog de sprong te maken naar Vino, maar dat maakte niets uit. Uiteindelijk werden ze beiden opgeslokt door het peloton, waarvan Francisco Ventoso de sprint won voor Giovanni Visconti.
Laatstgenoemde liep dan wel de zege wist, hij veroverde wel de leiderstrui in de Europe Tour. Een klassement waar Kenny van Hummel lange tijd boven aan stond, slechts een tweede plek of hoger in de Nationale Sluitingprijs – Putte-Kapellen (1.1) zou de Nederlander nog kunnen redden. Helaas werd hij daar slechts veertiende, de zege ging naar de Fransman Denis Flahaut voor het Willems Verandas duo Stefan van Dijk en James Vanlandschoot.
Jayco Herald Sun Tour
Terwijl het seizoen in Europa liep, ging het Australische juist van start en wel met de Jayco Herald Sun Tour (2.1). De enige grote ploeg die daar aan de start was Garmin-Slipstream, met onder meer Christopher Sutton en Bradley Wiggins. Hoewel Sutton bekend staat als een rappe man, was er in de openingsetappe wel iemand sneller: Jaan Kirsipuu. De Est versloeg Sutton in een rechtstreeks duel, terwijl de derde plek naar Jonathan Cantwell ging.
Der Jaan kan het nog steeds
Maar Christopher Sutton ging niet bij de pakken neer zitten, hij zou keihard terugslaan. De tweede, derde en vierde etappe schreef de Australiër op zijn naam. Wie daar het meest van zal balen is zijn landgenoot Jonathan Cantwell. De sprinter van Fly V Australia werd maar liefst drie keer achter elkaar tweede. Hoewel Sutton veel bonificatieseconden had verzameld, ging de eindzege niet naar hen.
Een van de drie van Sutton
Die eer was voor ploeggenoot Bradley Wiggins, die een uitstekende tijdrit aflegde. Hij reed de tien kilometer in Geelong meer dan tien seconden sneller dan ploeggenoot Svein Tuft. Sutton werd zesde op bijna vijftig seconden van de winnaar. De slotrit eindigde weer in in een massasprint met als verrassende en misschien ook wel terechte winnaar Jonathan Cantwell. De Australiër zag zijn harde werken zo beloond worden.
Ronde van Lombardije
De laatste klassieker van het jaar was de Ronde van Lombardije (1.HIS). Grote favoriet was toch wel Phillipe Gilbert die een paar dagen voor de start van Lombardije nog op eenvoudige wijze de Giro del Piemonte wist te winnen. De vlucht van de dag was voor Reinier Honig, Nicolas Roche, Marco Velo en Serguei Klimov. Zij bereikten een maximale voorsprong van acht minuten, Lampre en Silence-Lotto hielden ze echter onder controle. Aan de voet van de Madonna del Ghisallo was het verschil nog maar een minuut. Daar zagen we voor de tweede keer een Nederlander in de aanval trekken. Met behulp van Reinier Honig die nog één keer alles gaf, sloeg Johnny Hoogerland een gat met het peloton.
Johnny op de Ghisallo
Snel haalde hij de andere koplopers bij, en kwam ook als eerste boven op de top van de Ghisallo. In de afdaling van die klim ontstond een nieuwe kopgroep met Dries Devenyns, Matteo Carrara, Johnny Hoogerland, Gustav Larsson en Mauro Santambrogi. Liquigas, Silence-Lotto, ISD en Rabobank hadden de slag gemist, zij moesten daarom ook in de achtervolging. Voor Rabobank zaten lange tijd alleen Robert Gesink en Bauke Mollema in het grote peloton. Maar uiteindelijk kwamen ook nog Lars Boom en Sebastian Langeveld aansluiten. Zij zorgden samen met Caisse d’Epargne en Liquigas dat het gat kleiner werd.
De beklimming van de Civiglio op 16 kilometer van de streep is niet heel lastig, al zal Bauke Mollema daar wel anders over denken. Hij ging in één van de bochten onderuit en zo zag Gesink zijn laatste helper wegvallen. Terwijl Carrara vooraan moest lossen, probeerden Sanchez en Evans weg te springen. Zij kwamen niet weg, maar zorgden met hun aanvallen er wel voor dat op de top van de Civiglio alles weer bij elkaar was gekomen.
De Civiglio
Een steile afdaling zorgde ervoor dat het vooraan gedeeltelijk uit elkaar viel. Beneden aangekomen bleken een aantal renners zich te hebben losgemaakt van het favorieten groepje. Onder meer Mauro Santambrogio en Alexander Vinokourov, Jakob Fuglsang hadden een kleine voorsprong op de groep der favorieten. Op de laatste beklimming, de San Fermo, liet Evans zich weer zien. Hij probeerde het gat dicht te rijden naar de drie vooraan, en dat lukte ook met behulp van onder meer Robert Gesink en Damiano Cunego. Meteen nadat de groep der favorieten aansloot bij Vinokourov en Fuglsang sprong Philippe Gilbert weg.
Gilbert springt weg
Alleen de Spanjaard Samuel Sanchez was in staat om de ontketende Belg bij te houden. Bovenop de San Fermo hadden de twee acht seconden voorsprong op een groep van zeven, met daarbij Robert Gesink, Damiano Cunego, Alexander Kolobnev en een aantal anderen. Vooraan werd goed samengewerkt, en ze liepen steeds verder uit. Met zestien seconden voorsprong reden ze onder het vod van de laatste kilometer door. De sprint-à-deux die volgde, werd gemakkelijk gewonnen door Gilbert. Alexander Kolobnev won op vier seconden de sprint van de achtervolgende groep, die een stuk groter was geworden in de afdaling.
En hier sprint hij
Afsluiting
Hoewel de Ronde van Lombardije de laatste grote klassieker van het seizoen is werden er nog wel twee kleinere wedstrijden gehouden, die het vermelden waard zijn. In Frankrijk vond de Chrono des Nations (1.1), een tijdrit over bijna vijftig kilometer, plaats. Het was Alexandre Vinokourov die zich weer eens goed liet zien. De Kazach haspelde zijn ronde meer dan een minuut sneller af dan Jean-Christophe Peraud en Yuri Krivtsov.
In Japan wist Chris Anker Sörensen op de valreep nog een zege te pakken: de Japan Cup (1.HC). Hij kwam solo over de streep in Utsunomiya, met meer dan twintig seconden voorsprong op nummer twee Daniel Moreno. Andere bekenden namen in de top tien waren die van Juan José Cobo (vierde), Joaquin Rodriguez (zesde) en Gustav Erik Larsson (tiende).
Terugblik:
Januari en Februari
Maart
April
Mei
Juni
Juli
Augustus
September