Terugblik 2009: Juli
Het wielerjaar 2009 is inmiddels zo goed als voorbij, maar dat betekent niet dat Wielerflits op zwart gaat. Naast het veldrijden en baanwielrennen kijken we de komende weken aan de hand van een aantal terugblikken terug op het afgelopen wegseizoen. Dit is het zesde deel, en hierin kijken we terug naar de maand juli. Deze staat natuurlijk in het teken van de Tour de France, maar ook de andere wedstrijden worden niet vergeten.
Tour de France
De bekendste wielerwedstrijd van het jaar is de Tour de France (GT1), die begon dit jaar met een proloog in het rijke Monaco. Daar waren meteen al een opvallende zaken te zien. Fabian Cancellara is nog steeds de beste tijdrijder van de wereld, hij haalt zelfs de anderhalve minuut voor hem gestarte Denis Menchov in. De Rabo-Rus zag hier eigenlijk al zijn Tour verliezen, want op Contador, Wiggins, Evans en een aantal andere concurrenten verloor hij al rond de minuut. Robert Gesink, die debuteerde in de Tour, zette met een 31e plek een goede prestatie neer.
De proloog
Zoals verwacht was de eerste vlakke etappe er één voor de sprinters. Zelfs Stef Clement, die met drie anderen in de aanval trok, kon niet voorkomen dat de Mark Cavendish de massasprint won. Die werd overigens nog wel ontsiert door een valpartij op een paar honderd meter voor de streep. Een aantal renners misten namelijk de laatste bocht.
Een kopgroep met daarbij Koen de Kort lag lang vooraan in de derde etappe, maar zij werden rap bijgehaald toen Team Columbia op dertig kilometer van de streep, het veld in waaiers trok. De gehele Team Columbia ploeg reed samen met vijf man van Skil, Lance Armstrong, Fabian Cancellara en een aantal andere renners weg bij de rest van het peloton. Grote verliezers waren alle klassementsrenners behalve Kim Kirchen en Lance Armstrong. De groepsprint , die volgde, werd geheel verrassend gewonnen door Mark Cavendish.
Wat Team Columbia in de derde etappe had gedaan, hadden ze eigenlijk een dag later moeten doen. Want toen vond namelijk de ploegentijdrit plaats, iets waar reikhalzend naar uit was gekeken door veel wielervolgers. Vooral omdat het een zeer bepalende etappe was voor de klassementsrenners. Uiteindelijk waren Astana, Garmin-Slipstream, Team Saxo Bank en Liquigas de winnaars van vandaag. Astana won terwijl Liquigas als vierde, achter Garmin en Saxo Bank iets minder dan een minuut toegaf.
Hoe moet het niet
En er waren natuurlijk ook grote verliezers en die waren vooral te vinden in Nederlandse en Belgische hoek. Zo verloren Denis Menchov en Robert Gesink al een boel tijd, onder meer door een val van die eerste. Hetzelfde gebeurde met Cadel Evans en Jurgen Van Den Broeck, daarbij viel laatstgenoemde. Evans & co hadden geen tijd om op de Belg te wachten. Die zag daardoor zijn klassement als sneeuw voor de zon verdwijnen.
Rabobank had nog niet helemaal door de zure appel heen gebeten, want in de vijfde etappe ging het weer mis. Zo mistte Denis Menchov en Robert Gesink de slag toen het peloton in waaiers werd getrokken. Bij Gesink kwam dat voornamelijk door een forse valpartij, waarbij hij zijn pols blesseerde. Menchov kon nog terugkeren in het peloton, maar Gesink moest alles en iedereen laten gaan. Uiteindelijk kwam de Condor uit Varsseveld negen minuten later binnen dan Thomas Voeckler.
De Fransman maakte samen met Mikhail Ignatiev, Albert Timmer, Marcin Sapa, Anthony Geslin en Marcin Sapa deel uit van de ontsnapping van de dag. Na een bloedstollende slotfase bleken alleen Ignatiev en Voeckler instaat om voor het sprintende peloton binnen te komen. Albert Timmer kwam net een paar honderd meter tekort, hij werd uiteindelijk vijftiende. De negen minuten van Gesink waren eigenlijk al een voorteken, maar een paar uur naar de etappe was het definitief: Gesink moest de Tour verlaten.
Kom op Albert!
Het zou ook in de zesde etappe naar Barcelona nog even doorgaan voor Rabobank. David Millar, Sylvain Chavanel, Stéphane Augé en Amtes Txurruka tekende voor de ontsnapping van de dag. De Brit bleef uiteindelijk het langst voorop van de vier, en kon zo zelfs solo de starten van Barcelona bereiken. Daar had hij één voordeel ten opzichte van het jagende peloton: hij kon niet om ver gekegeld worden door vallende renners. Door de regen waren de straten van Barcelona spekglad geworden, en dat werd onder meer Denis Menchov fataal. De Rus moest één minuut toegeven op de Noor Thor Hushovd, die Oscar Freire versloeg.
Lange tijd leek de eerste bergetappe van de Tour de France een saaie boel te worden. Negen renners kregen de zege van het peloton, dat geen trek had in de achtervolging. Zo slaagde zij er in om een voorsprong van meer dan 14 minuten bij elkaar te fietsen. Het tempo in het peloton werd onder impulsen van Astana nog wel de hoogte in gegooid. Maar toch bleven alle vluchters, op één na, vooruit. De sterkste van de negen was de Fransman Brice Feillu, hij sprong op 5,5 kilometer van de meet weg bij zijn vier medevluchters, die over waren gebleven.
Hij leek op overtuigende wijze te gaan winnen, maar Christophe Kern maakte het nog wel spanned. De Fransman kwam in de slotfase nog sterk opzetten, maar hij strandde op vijf seconden. In het peloton werd het op een goede vier kilometer van de streep onrustig, Cadel Evans en Jurgen Van Den Broeck trokken beiden een keer ten aanval. Zij waren echter niet opgewassen tegen de demarrage van Alberto Contador op 3.3 kilometer van de streep. De Spanjaard reed razendsnel weg bij de rest van het peloton, maar strandde in het algemeen klassement toch op zes seconden van Rinaldo Nocentini, die deel uit maakte van de kopgroep.
De beklimming van de Arcalis
De tweede bergetappe was een hele merkwaardige. Direct vanuit de start kregen de renners de Port d’Envalira voor de kiezen, en daarop trok niet de minste renner ten aanval: Cadel Evans. Hij ging samen met Egoi Martinez, Vladimir Efimkin, Christophe Kern en David Zabriskie achter de eerder ontsnapte Sandy Casar aan. Boven aangekomen was het verschil 52 seconden tussen Casar en de achtervolgers. Hetzelfde gat was er tussen het peloton en de vijf achtervolgers.
In de afdaling van de Envalira ontstond een nieuwe kopgroep met daarbij nog steeds Cadel Evans en onder meer Fabian Cancellara en Thor Hushovd. Na een hoop geruzie ontstond er een andere kopgroep van acht waarvan Mikel Astarloza, Luis Leon Sanchez, Sandy Casar en Vladimir Efimkin het uithielden tot aan de streep. Er werd nog wel op de Col d’Agnès geprobeerd om de vier vooraan te reduceren tot een kleiner aantal, maar dat lukte niet. In de daaropvolgende sprint in de straten van Saint-Girons was Luis Leon Sanchez de slimste, hij won voor eeuwige tweede Sandy Casar.
Kenny van Hummel maakte intussen moeilijke tijden door, de anti-klimmer verloor zo in de etappe naar Saint-Girons al meer dan 34 minuten op de winnaar. Met nog een boel bergetappes voor de boeg zou de Skil-Shimano het nog zwaarder gaan krijgen. De volgende dag was de derde bergetappe met onder meer de Aspin en de Tourmalet, helaas lag de laatste beklimming op 70 kilometer van de streep. In het begin van de etappe ontsnapte er een groepje van 12 man, waarvan er na een zware strijd vier overbleven: Jens Voigt, Franco Pellizotti, Leonardo Duque en Pierrick Fédrigo.
Arme Kenny
Op de Col d’Aspin moest Duque vooraan lossen terwijl Raborenner Laurens Ten Dam ten aanval trok vanuit het peloton. Hij kreeg onder meer ploeggenoot Juan Manuel Gárate, Jurgen van de Broeck en Egoi Martinez (die punten voor het bollentricot wilde pakken) mee. De groep probeerde met man en macht de kloof naar de koplopers te dichten, maar dichterbij dan een kleine 3 minuten kwamen ze niet. Op de Tourmalet plaatste Pellizotti een versnelling, waardoor Jens Voigt uit het groepje van drie moest lossen.
In de afdaling van de Tourmalet werd weer duidelijk dat het de Rabobank-ploeg ook vandaag niet mee zat. Laurens ten Dam kwam hard ten val en werd net zoals Voigt al snel opgenomen in het peloton. Dat peloton werd in de afdaling steeds groter en groter doordat er niet echt vol gereden werd. Toen het peloton ongeveer 80 man groot was, werd duidelijk dat de twee koplopers nog niet helemaal zeker van de overwinning waren en daarom roken de sprinters in het peloton nog kansen. Caisse d’Epargne reed voor Rojas Gil en Rabobank voor Freire, maar uiteindelijk begonnen ze enkele kilometers te laat met gas geven.
In de laatste kilometers begon Pellizotti al een beetje te linkeballen en kwam niet meer op kop. Fédrigo reed daarentegen wel door waardoor de twee uiteindelijk nog 34 seconden voorsprong hielden op het peloton. Pellizotti begon te sprinten, maar Fédrigo kwam er in de laatste meters alsnog overheen en won daardoor zijn tweede etappe. Freire won uiteindelijk de sprint van het peloton, voor Serguei Ivanov en Peter Velits.
Goed nieuws was er wel voor Kenny van Hummel, hij kwam op tijd binnen, maar dat kostte hem wel de nodige moeite. 38 minuten na de winnaar en meer dan 13 minuten na de voorlaatste renner werd het. Net genoeg om de volgende etappe weer te mogen rijden, dat gold niet voor Danilo Napolitano. De Italiaan kwam buiten tijd binnen. Intussen reed Rinaldo Nocentini nog steeds rond in de leiderstrui, en dat zou ook nog wel even duren voordat dat niet meer zo was.
Samenvatting
Na de rustdag was het twee keer raak voor Mark Cavendish, de onbetwiste spurtkoning van deze Tour de France. Eerst was daar de etappe naar Issoudun waar Thor Hushovd, leider in het puntenklassement en Tyler Farrar het niet konden bolwerken. Daarna was daar nog de elfde etappe naar Saint-Fargeau, waar Tyler Farrar tweede werd net voor de verrassende Wit-Rus Yauheni Hutarovich.
Etappe 12 was het toneel van de strijd om de bolletjestrui. Er lagen onder weg van Tonnerre naar Vittel zes heuvels, van categorie drie of lager. Maar noch Franco Pellizotti noch Egoi Martinez wilde de ander er met de bergpunten van door laten gaan. Zo ontstond er een kopgroep van zeven met daarbij zowel Pellizotti als Martinez en ook nog mannen als Lauren Lefèvre en Nicki Sorensen. Het was die laatste, die er met de etappezege vandoor ging en dat was geheel terecht.
Al op 22 kilometer van de streep reed hij weg bij zijn medevluchters en niemand kon hem in eerste instantie volgen. Sylvain Calzati kon toch nog aanpikken bij de Deen, maar dat was ook van korte duur. Op 5.5 kilometer van de streep plaatste Sorensen nogmaals een aanval, en dit keer kon Calzati niet volgen. Sörensen was gevlogen en hield op de streep 48 seconden over op zijn medevluchters.
Nicki Sorensen legt ze er allemaal op
Natuurlijk mogen etappes met helse omstandigheden niet ontbreken en dat werd dit jaar de etappe naar Colmar. Een redelijk lastige etappe met onder andere de beklimming van de Col du Platzerwasel. Al na drie kilometer sprongen zeven man weg: Christophe Moreau, Juan Manuel Gárate, Jens Voigt, Rigoberto Urán, Heinrich Haussler, Sylvain Chavanel en Rubén Pérez. Na een helse achtervolging van het peloton, bleven alleen de laatste drie over.
In helse omstandigheden (regen en kou), besloot het peloton de drie vooraan te laten rijden. Op de Col du Platzerwasel op ruim zestig kilometer van de streep, werd de etappewinnaar eigenlijk al bepaald. Rubén Pérez moest tijdens de beklimming lossen, en Sylvain Chavanel deed hetzelfde in de afdaling. Perez werd weer opgeslokt door het peloton, waar Thor Hushovd inmiddels was komen aansluiten en Amets Txurruka en Brice Feillu uit waren weggereden.
Na bijna vijf uur koers kwam Haussler solo over de streep in Colmar. Op ruim vier minuten van de Duitser kwam de eerste achtervolger binnen en wel Ruben Perez, weer twee minuten daar achter kwamen de grote groep binnen. De sprint van die groep werd gewonnen door Peter Velits voor Thor Hushovd, die zo de groene trui dichterbij zag komen.
Heinrich Haussler in helse omstandigheden
Ook de veertiende etappe van Colmar naar Besancon kende zijn verhalen. Zo ontstond er na 14 kilometer een kopgroep van veertien, die niet veel later tot twaalf werd teruggebracht. Mark Cavendish liet zich vrijwillig terugzakken, terwijl Jens Voigt door een lekke band en slechte fietswissel de koplopers moest laten gaan. De twaalf werkte goed samen en kregen al snel een ruime voorsprong van negen minuten. Rinaldo Nocentini leek genoeg te hebben van zijn groene trui en liet zijn mannen niet meer hard werken.
Dat kwam George Hincapie die op 5:25 stond in het algemeen klassement goed uit. Lance Armstrong, die derde stond op acht seconden, kon zo ook iets moois schenken aan zijn vriend. Astana deed dan ook geen kopwerk, maar plots begon Garmin-Slipstream wel hard te werken. Intussen was de kopgroep uiteengevallen door een aanval van Sergei Ivanov op 11 kilometer van de streep. Even leek Albert Timmer bij de Rus te kunnen komen, maar dat lukte niet. Ivanov hield zestien seconden over op de eerste achtervolgers, waarvan Nicolas Roche de spurt won. De sprint van het peloton werd gewonnen door Mark Cavendish, maar hij werd niet veel later gedeclasseerd wegens onreglementair sprinten. Bovendien liep ploeggenoot Hincapie de gele trui mis op vijf seconden.
Haalt hij het of haalt hij het niet?
Eindelijk was daar dan weer eens een bergetappe en wel de finish bovenop Verbier. Pas na 75 kilometer slaagden tien renners er in om een gat te slaan met het peloton, daarbij zaten onder meer Mikel Astarloza, Jurgen Van Den Broeck, Fabian Cancellara en Simon Spilak. Zij werden door het beulswerk van Liquigas al ongeveer aan de voet van de Verbier bijgehaald door het peloton.
Op de flanken van de Verbier trokken Saxo Bank en Garmin Slipstream het tempo de hoogte in en met succes. Onder meer Denis Menchov en Franco Pellizotti moesten het peloton laten gaan. Het bal van de grote werd geopend door Frank Schleck, maar hij kwam niet weg. Wie dat wel lukte was Alberto Contador. Op een goede zes kilometer van de streep plaatste hij een demarrage. Meteen was daar een enorm gat, wat de counterende Andy Schleck niet kon dicht rijden.
Wel bleef de Luxemburger hangen tussen Contador en de achtervolgers, waar Andreas Kloden en Lance Armstrong het tempo bepaalden. Contador liep seconden voor seconde uit en had bovenop 43 seconden gepakt op Andy Schleck. Bovendien nam hij de gele leiderstrui over van Nocentini. Achter de Spanjaarden zakten zowel Andreas Kloden en Lance Armstrong er gedeeltelijk doorheen. Zij werden achtste en negende, daartussen zaten onder meer Vincenzo Nibali en de verrassende Bradley Wiggins. De Brit bleek een hoop kilo’s lichter toch te kunnen klimmen.
Contador op Verbier
Na de rustdag was er weer een bergrit, maar zonder finish bergop. Wel twee lastige beklimmingen met de Col du Grand-Saint-Bernard en de Col du Petit Saint-Bernard. Op de eerste col scheidden Franco Pellizotti, Egoi Martinez en Vladimir Karpets zich af van een grotere kopgroep. Maar in de afdaling kwam alles toch weer samen en begon de grote kopgroep gezamelijk aan de Col du Petit-Saint-Bernard begonnen.
Daar bleek Franco Pellizotti nog altijd bij de sterkste te behoren, dat kon niet gezegd worden van de lossende Vladimir Karpets en Egoi Martinez. Samen met onder meer Jurgen Van Den Broeck, Amaël Moinard, en Mikel Astarloza kwam de Italiaan boven. Achter de achtervolgers waren er ook wat aanvalletjes op te merken bij de groten. Die zorgden ervoor dat Cadel Evans het podium moest opgeven. In de afdaling van de Saint-Petit-Bernard groeide de kopgroep tot acht man door het aansluiten van Stephane Goubert, Pierrick Fedrigo, Sandy Casar en Nicolas Roche .
In diezelfde afdaling kwam de Duitser Jens Voigt hard ten val, even werd gevreesd dat het heel slecht met hem ging. Maar het viel achteraf gezien toch mee, hij zou zelfs al in september weer zijn rentree maken. Vooraan was Astarloza de slimste, hij reed op een paar kilometer van de streep weg bij zijn medevluchters en hield zes seconden over. Niemand minder dan Sandy Casar werd tweede.
De verschrikkelijke val van Voigt
Etappe zeventien was de koninginnenrit van deze Tour de France en één van de laatste mogelijkheden voor de gebroeders Schleck en Wiggins om Contador van zijn tweede tourzege af te houden. Op de eerste van vijf beklimmingen reed een groep van twintig man, met daarbij Franco Pellizotti, Rigoberto Uran en Denis Menchov weg. Na boven aangekomen te zijn werden ze bijgehaald en voorbij gestoven door Thor Hushovd. De Noor bleek een uitstekend daler te zijn en zag bovendien twee tussenprints in het vooruitzicht.
Dat bewoog hem tot een solo van een goede 80 kilometer, want de twintig achtervolgers slaagden er niet in om bij Hushovd te komen. Het peloton, dat geleid werd door Saxo Bank, zat ook niet te stil en wilde het verschil wel beperkt houden. Op de Col de Romme, de voorlaatste beklimming, werd de Noor bijgehaald door het peloton, of beter gezegd, wat daar nog van over was. Na de Romme volgde nog de Colombière, dus het beloofde wat te worden voor de renners.
Tribute of Thor
De gebroeders Schleck beloofden voor de etappe dat ze gingen aanvallen en dat deden ze dan ook. Alleen Alberto Contador en Andreas Klöden konden volgen, Bradley Wiggins, Lance Armstrong, Vincenzo Nibali en Christian Vandevelde moesten in de achtervolging. Al snel liep het gat op richting de minuut, dus zag Armstrong zijn tweede plek in het algemeen klassement in gevaar komen. Maar hij kon niks beginnen met in zijn wiel Wiggins en Nibali. Tussendoor was er ook slechts nieuws te betreuren, Kamikaze Kenny was in de achtervolging op het deelnemersveld ten val gekomen en moest de Tour verlaten.
In de afdaling van de Romme bleek Andreas Kloden honger te hebben, want hij ging rustig energierepen naar binnen werken. Niet veel later bleek waarom hij dat deed. Op de flanken van de Colombière trok Contador ten aanval, en meteen kraakte de Duitser. Andy en Frank Schleck konden wel mee en zij reden dan ook meteen hard door. Want een geloste Klöden bracht hun podiumdroom dichterbij. Intussen vond Lance Armstrong het genoeg, op de Colombiére ging hij op zijn pedalen staan en meteen zaten Nibali en Wiggins op een flink gat
Maar helemaal vooraan stonden ze ook niet stil, er werd goed samengewerkt en boven op de top van de Colombiére was het verschil tussen de drie en Klöden al gegroeid tot ruim een minuut. Armstrong, Nibali en Wiggins zaten al op een goede twee minuten. In de afdaling liep het verschil met Armstrong niet meer op, wel met de zwalkende Klöden,. De Duitser leek last te hebben van een hongerklop, en werd nog bijgehaald door Armstrong en een zeer goed dalende Nibali. Het trio verloor uiteindelijk meer dan twee minuten, dat werd ook de voorsprong van Alberto Contador op Andy Schleck in het algemeen klassement.
Schleck, Contador, Schleck
Een dag later was het al weer feest voor de klassementsrenners, men mocht gaan tijdrijden. En wel veertig kilometer lang om het meer van Annecy. De vroeg gestarte Mikhail Ignatiev zette een hele goede tijd neer waar veel renners zich op stuk beten. Fabian Cancellara was de eerste renner die er in slaagde om de tijd te verbeteren van de Rus. Maar zelfs de Zwitser bleek in de derde Tour-week niet meer op zijn sterkst te zijn. Alberto Contador, die als laatste was gestart, dook er nog net onder en pakte zo zijn derde ritzege.
Contador is alles en iedereen te snel af
Nog drie etappes scheidden de renners van Parijs, met als eerste de rit naar Aubenas. Daar sprong na negen kilometer een groep van twintig man weg, Milram en Rabobank moesten in de achtervolging, want zij hadden niemand mee zitten. Het leek lange tijd vergeefse moeite te zijn, maar door onenigheid vooraan, werd een groot deel van de kopgroep weer bijgehaald. Alleen Leonardo Duque, José Luis Arrieta, Iván Gutiérrez, David Millar en Yaroslav Popovych gaven nog niet op.
Zij werden aan de voet van de finale klim (2e categorie) bijgehaald, en het spel kon beginnen. Eerst sprong Laurent Lefèvre weg, hij kreeg later het gezelschap van wereldkampioen Alessandro Ballan. Boven aangekomen hadden zij een handvol seconden voorsprong, maar er moest nu nog een goede tien kilometer worden gereden. Het was Team Columbia dat er voor zorgde dat alles in de laatste kilometer weer bij elkaar kwam. Mark Cavendish liet zijn ploeggenoten niet in de steek en pakte met overmacht zijn vijfde etappe-overwinning.
Zelfs een klim van tweede categorie is niet te zwaar voor Cav
Nu wachtte voor Contador nog één gevaarlijke etappe, namelijk die naar de Mont Ventoux. Een groep van zestien renners met daarbij onder andere Juan Manuel Garate, Joost Posthuma, Tony Martin en Christophe Riblon kregen de zege van het peloton. Zij mochten een voorsprong van ruim tien minuten bijeen fietsen, maar toen vond Saxo Bank het wel genoeg. Niet veel later liep het verschil nog harder terug, toen Astana alles op een tiental kilometer van de streep in waaiers trok.
Met een voorsprong van vier minuten begonnen de koplopers aan de klim. Juan Manuel Garaté sprong meteen weg, en kreeg alleen Tony Martin mee. Bij het peloton werd het voornamelijk een tactisch steekspel. Frank Schleck was namelijk van het podium gevallen en hij moest bijna veertig seconden goed maken op Lance Armstrong om op het podium te komen. Bovendien moest hij ook nog Bradley Wiggins en Andreas Kloden voorbij.
Doordat er veel werd getreuzeld bij de achtervolgers konden Garate en Martin vooraan blijven, terwijl hun medevluchters één voor één werden opgeraapt. Franco Pellizotti had in het begin van de Ventoux moeite, maar kwam als een diesel toch op stoom. Hij haalde Contador & Co bij, en liet die vervolgens achter zich. In de slotkilometers werd het verschil tussen Garate/Martin en Pellizotti kleiner en kleiner. Bovendien moesten bij de groep der favorieten diverse mensen (Klöden en Wiggins) lossen, waardoor het tempo ook daar omhoog ging.
Met nog iets meer dan een kilometer te gaan, werd de goed klimmende Joost Posthuma bijgehaald door eerst Franco Pellizotti en niet veel later Contador & Co. De Italiaan zakte er in de laatste kilometer toch doorheen, en zo konden Garate en Martin gaan sprinten om de overwinning. Juan Manuel Garate bezorgde zijn werkgever Rabobank daar een groot plezier door te winnen. Het maakte de verloren Tour de France een klein beetje goed. Contador kraakte niet, net als Lance Armstrong, zo werd het een één-drietje voor Astana, met daar tussenin Andy Schleck.
Garate maakt de Tour van Rabobank een beetje goed
Nu was het nog één etappe in deze Tour de France, die ene met de finish op de Champ-Elysees. Ook dit jaar werd er weer volop aangevallen, maar zoals vaak hielden de vluchters niet stand. Mark Cavendish en Mark Renshaw bewezen nogmaals het beste sprintduo ter wereld te wezen. Renshaw trok zo hard de sprint aan dat de rest meteen twintig meter achter lag. Het was vervolgens een koud kunstje voor Cavendish om zijn ploeggenoot te verslaan.
Het slotstuk
In het algemeen klassement had Alberto Contador uiteindelijk meer dan vier minuten voorsprong op nummer twee Andy Schleck. Lance Armstrong moest zelfs meer dan vijf minuten toegeven op de Spanjaard. Het bergklassement werd gewonnen door Franco Pellizotti met een ruime voorsprong op Egoi Martinez. Iets minder ruim was het verschil tussen Thor Hushovd en Mark Cavendish in de strijd om de groene trui. Slecht tien punten scheidde de twee. Het jongerenklassement werd zoals verwacht gewonnen door Andy Schleck met drie minuten voorsprong op Vincenzo Nibali en tien minuten op Roman Kreuziger.
Ronde van Oostenrijk
De maand juli is niet alleen de maand van de Tour de France, er worden ieder jaar ook een aantal andere leuke wedstrijden verreden. Een daarvan is de Ronde van Oostenrijk (2.HC), waar Robert Gesink vorig jaar dicht bij een etappeoverwinning was. Gestart werd er met een etappe van Dornbirn naar Dornbirn, slechts 142 kilometer lang en uitermate geschikt voor de sprinters. Het was voor de man in vorm André Greipel een koud kunstje om Graeme Brown te verslaan in de sprint.
De twee volgende etappes waren vele malen zwaarder met onder meer een finish op de beruchte Kitzbüheler Horn. Het was Michael Albasini die als eerste boven kwam, na al meer dan 160 kilometer vooruit gereden te hebben. Alleen de Zwitser slaagde erin om uit de greep te blijven van de achtervolgers. Van hen kwam de Italiaan Giampaolo Caruso als eerste boven op slechts vijf seconden.
Etappe drie was aangestipt als de koninginnenrit van deze ronde, en dat was zeker juist. Er werd namelijk halverwege de etappe naar meer dan 2500 meter hoogte geklommen, daarna volgde nog een lastige slotfase. Rabobank bepaalde voor een groot deel de etappe, Koos Moerenhout zat mee in de ontsnapping van de dag en kwam als eerste boven op de beruchte Gross Glockner.
Hij voelde zich zelfs zo goed dat hij wegreed bij zijn medevluchters, maar dat kwam hem duur te staan. Omdat hij niet genoeg had gegeten, kreeg hij last van een hongerklop. Zo zag hij zijn voorsprong van zes minuten op de achtervolgers als sneeuw voor de zon verdwijnen. De Zwitser Leonardo Bertagnolli probeerde het kunstje van Koos te herhalen en begon met twee minuten voorsprong op de achtervolgende groep aan de slotklim.
Je zou denken dat zo’n voorsprong meer dan genoeg is, maar Pieter Weening liet het er niet bij zitten en ging in de contra-attack. Uiteindelijk slaagde Weening er in om op vijfhonderd meter van de streep bij de Italiaan te komen en hem te kloppen in de sprint. Albasini wist vierde te worden en zag zo zijn voorsprong op zijn naaste concurrenten zelfs nog iets groter worden.
Met twee loodzware etappes achter de rug kregen de vluchters twee dagen achter elkaar een vrijgeleide mee. De Tsjech Jan Barta en Dries Devenyns profiteerden daar allebei van. Zij slaagden er in om zowel hun medevluchters als het peloton voor te blijven. In etappe zes vonden de sprintersploegen het meer dan genoeg en werd het weer ouderwets sprinten. De winnaar moge duidelijk zijn: dat was André Greipel, en weer moest Graeme Brown zijn meerdere erkennen in de Duitser.
Koos Moerenhout zorgde in de tijdrit van Podersdorf am See naar Illmitz voor het tweede Rabobank-succes. Erkende tijdrijders als Svein Tuft en Laszlo Bodrogi waren niet opgewassen tegen de kracht van Koos en moesten respectievelijk twee en vijftien seconden toegeven. Leider Albasini deed het helemaal niet slecht en werd vijfde, en met nog één etappe te gaan was eindwinst zo goed als binnen. In de laatste etappe moest Brown voor de derde keer deze ronde op de tweede plek van het podium staan, en dat terwijl Greipel voor de derde keer op het hoogste schavot mocht gaan staan.
Tour de Qinghai Lake
Niet alleen in Oostenrijk werd er een etappekoers verreden, hetzelfde gold voor China. Daar stonden de renners aan de start voor de Tour of Qinghai Lake (2.HC), een wedstrijd die Maarten Tjallingii drie jaar geleden wist te winnen. De openingsproloog van 4.8 kilometer was een kolfje naar de hand van Andrey Mizourov, hij was zes seconden sneller dan thuisrijder Fuyu Li. In de tweede etappe waren al grote tijdsverschillen te noteren, van het trio Shengjun Wu, Andrey Mizourov en Niklas Axelsson was de eerste het sterkste. Hij hield negen seconden over op Mizourov en Axelsson, terwijl de rest al meer dan anderhalve minuut moest toegeven.
Kort etappe 1 en 2
Jure Kocjan was in de derde etappe het snelst in de massasprint voor Mitja Mahoric en Valentin Iglinksiy. Na etappe vier zag Andrey Mizourov zijn voorsprong slinken, het Iraanse duo Ghader Mizbani Iranagh en Ahad Kazemi Sarai pakte anderhalve minuut op de Kazach. Die verloor ook nog eens veertig seconden op Mitja Mahoric en aantal andere achtervolgers. De drie volgende etappes eindigden allemaal in een massasprint of een semi-massasprint, twee keer was Valentin Iglinksy de snelste, en één keer Jure Kocjan. Etappe zeven en acht waren gekenmerkt als bergetappes en dat was ook wel te zien aan de uitslag.
Slovenië één en twee
In de zevende etappe was het weer Jure Kocjan die won, hij versloeg zijn elf medevluchters. Samen hadden ze meer dan vier minuten voorsprong op het peloton, of beter gezegd, wat daar nog van over was. De laatste lastige rit probeerde Ghader Mizbani aan te grijpen om de leiderstrui te veroveren, maar dat lukte hem niet. Wel pakte hij de etappewinst, door leider Andrey Mizourov te verslaan in een sprint-à-deux. En tenslotte was er ook nog een Nederlands succesje, in de allerlaatste etappe moest drievoudig etappewinnaar Jure Kocjan zijn meerdere erkennen in Tom Veelers.
Tom Veelers mag juichen
Brixia Tour
Er werd van 22-27 juli een mooie wedstrijd verreden in Italië: de Brixia Tour (2.1). Van de zes etappes die werden verreden, hadden er vier een aankomst bergop. Uiteindeiljk werd het de ronde van de Italianen Mattia Gavazzi en Giampaolo Caruso. In de eerste etappe (1a) sprintte Gavazzi met gemak naar de overwinning, terwijl Caruso in deel twee van de etappe de sterkste was op de flanken van de Mezzane di Villanuova sul Clisi.
Een dag later klom Caruso weer als de beste, alleen kreeg hij dit keer Leonardo Bertagnolli er niet af. En dat was wel jammer want in de sprint-à-deux die volgde op de Navazzo di Gargnano, wist Bertagnolli te winnen. De volgende dag werd er was het weer een zware koers. Maar toch werd er gesprint in Borno. Het was echter niet zoals in etappe drie een sprint-à-deux maar een sprint-à-six, waar de minder bekende Santo Anza niet de minsten klopte. Leonardo Bertagnolli werd tweede voor Francesco Masciarelli, Giampaolo Caruso was nummer zes en verloor weer geen tijd.
De vierde etappe van de Brixia Tour was de zwaarste van allemaal, er werd geklommen tot een hoogte van 1800 meter. Zoals verwacht won Giampaolo Caruso op de Passo Maniva, maar het verschil was klein. Przemyslaw Niemiec, die in 2009 één van zijn betere jaren kende, gaf maar zes seconden toe, vijf minder dan Francesco Masciarelli. De laatste etappe werd weer gewonnen door Mattia Gavazzai, die eerder al de eerste op zijn naam schreef.
Sachsen Tour
In de Tour de France ging het vrij slecht met Rabobank, maar dat was wel anders in de Sachsen Tour (2.1). André Greipel mocht na de eerste etappe de bloemen in ontvangst nemen, hij won weer eens een massasprint. Maar in de daaropvolgende etappes speelde Rabobank een grote rol. Zo was daar in etappe twee een ouderwerts één-tweetje. Na een dag strijd versloegen Sebastian Langeveld en Paul Martens gezamenlijk Dirk Müller in de sprint. Met zijn overwinning pakte Langeveld ook de leiderstrui.
Nu een één-tweetje van Rabobank
Helaas kon hij die maar één dag vasthouden, Patrik Sinkewitz kwam in etappe drie solo over de streep met meer dan tweeënhalve minuut voorsprong op het peloton over de streep. De sprint van dat peloton werd gewonnen door Maarten Tjallingii, die net als de rest van zijn ploeggenoten een sterke ronde reed. Dat bleek wel, want Langeveld versloeg een dag later Marco Pinotti in een sprint-à-deux. Het peloton was echter niet ver weg, op slechts twee seconden van het duo won Jos van Emden de sprint van die groep.
Sinkewitz en Langeveld zegvieren
Ook in de laatste etappe stond Rabobank weer op het podium, maar niet op het hoogste treetje. Thomas Lövkvist was samen met vier anderen, waaronder Maarten Tjallingii op pad gegaan in de etappe van en naar Dresden. De Zweed liet zijn metgezellen in de slotfase achter zich en hield op de streep negentien seconden over op Silvere Acermann. Maarten Tjallingii werd op 25 seconden van Lövkvist derde, samen met het peloton. Patrik Sinkewitz had in etappe drie zoveel tijd gepakt dat hij zijn leiderstrui in etappe vier en vijf niet meer in gevaar zien komen. De Duitser kon zo nog een overwinning toevoegen aan zijn erelijst na een twee-jarige schorsing.
De laatste is voor Lövkvist
Tour de Wallonie
De Tour de Qinghai Lake en de Ronde van Oostenrijk waren niet de enige .HC wedstrijden die werden verreden in juli. De Tour de Wallonie (2.HC) en de Ronde van Denemarken mogen niet vergeten worden. In die eerste werd er veel gesprint. Stefan van Dijk reed zowel in de eerste als tweede etappe sterk, maar hij kwam twee keer tekort. De eerste keer moest hij alleen Freddy Bichot voor zich dulden, de tweede keer Juan José Haedo en Wouter Weylandt. Wel mocht hij in de derde etappe starten in de leiderstrui, maar dat zou voor slechts één dag zijn.
Geklopt door een Argentijn en een Belg
Matthew Goss en Pavel Brutt waren in Thuin als enigen overgebleven van een vroege vlucht. In de sprint-à-deux was de Australiër met gemak de sterkste, Gilbert won op slechts vijf seconden van de twee de spurt van het peloton. Freddy Bichot die niet op het podium kwam in de etappe, nam wel weer de leiderstrui over. Etappe vier was een merkwaardige, na 80 kilometer ontstond er een kopgroep van maar liefst 29 renners. Daarbij zaten onder meer Johnny Hoogerland, Alexander Kolobnev, Juliën El Farès, Pavel Brutt en Thomas de Gendt.
Brutt wordt tweede
Op dertig kilometer van de streep sprongen die laatste drie weg bij hun medevluchters. Dat terwijl het peloton al op grote achterstand lag. De drie geraakten moeizaam weg, toch wisten ze langzaam een voorsprong op te bouwen, in de straten van finishplaats Perwez hadden ze al vijftig seconden te pakken. In de sprint-à-troi was Thomas de Gendt te sterk voor zijn medevluchters, Pavel Brutt werd weer tweede en El Farès derde. De Fransman nam wel de leiderstrui over en zou hem in de slotetappe niet meer afstaan. Die massasprint werd gewonnen door Matthew Goss voor ploeggenoot Juan Jose Haedo en de Nederlander Stefan van Dijk.
En hier weer
Ronde van Denemarken
De Saxo Bank-mannen gingen in eigen land weer vrolijk door met winnen en wel in de Ronde van Denemarken (2.HC). Matti Breschel won in de straten van Rebild met gemak voor Simon Gerrans en landgenoot Martin Pedersen. Een dag later was het echter een andere Saxo-Bank man die won, namelijk Nicki Sörensen. Hij bleef uit de greep van het peloton na deel uitgemaakt te hebben van een grotere kopgroep. De sprint van de achtervolgende groep werd gewonnen door eveneens een Saxo Bank-renner: Matti Breschel.
De Saxo Bank heerschappij zou nog even doorgaan, de koninginnenrit met de Kiddesvej (365 meter lengte, gemiddeld 12,3% met pieken tot 21%) was een kolfje naar de hand van Fuglsang. De Deen was veruit de sterkte in het deelnemersveld, na twee stevige demarrage’s kwam hij solo over de streep in Vejle. Matti Breschel en Nicki Sörensen maakten het feest compleet door tweede en vierde te worden.
De honger van Saxo Bank was eindelijk gestild en zo konden ook andere renners proberen de zege te pakken. Daar maakte Cervélo handig gebruik van, ze zaten met zijn tweeën (Jeremy Hunt en Roger Hammond) mee in een kopgroep van vier. Hunt rondde het ploegenspel uiteindelijk goed af, hij versloeg Daniel Holm Foder en ploeggenoot Roger Hammond in de sprint. Met nog een tijdrit en een vlakke etappe voor de boeg was de kans dat Fuglsang zijn leiderstrui ging verliezen klein, maar toch gebeurde het bijna.
In de tijdrit was Maurizio Biondo heer en meester, hij was maar liefst 28 seconden sneller dan Aleksej Saramotins. En om aan te duiden hoe groot dat verschil was: de nummer twintig gaf slechts 21 seconden toe op de nummer twee. Biondo is inmiddels echter op doping betrapt. Fuglsang moest alles geven en hield uiteindelijk drie seconden over. De laatste etappe was Saxo Bank weer dicht bij een etappeoverwinning, maar Matti Breschel moest Sebastian Siedler voor zich dulden.
Terugblik:
Januari en Februari
Maart
April
Mei
Juni