Terwijl kopman Denis Menchov de rustdag niet goed verteerd had volgens hemzelf, was Laurens ten Dam er stukken beter over te spreken. “Ik had nog genoeg overschot op de finish.”

“Ik voelde me in elk geval prima. Vandaag was ik heel erg goed. Ik had bijna weer de benen van de eerste week toen ik echt super was. Op het steile stuk onderaan ging Sastre even aan, dat ging me toen te hard. Later kwam ik terug en kon ik nog even kopwerk doen voor Denis, maar toen gingen de grote mannen al met elkaar in de slag en was het voor die positie over. Maar het bleef toch goed gaan. Ik kwam in een groepje met Arroyo. Die heb ik op vijf kilometer laten gaan. Vlak voor de finish kwam Seeldraeyers me nog voorbij. Ik drong niet meer aan. Het was een kwestie van krachten sparen.”

Vesuvius
“Ik heb net het routeboek bekeken. Eerst vreesde ik de etappe van donderdag met dat verraderlijke begin het meeste, maar nu heb ik toch een andere mening. De bonificatieseconden gaan misschien een zeer grote rol spelen. Vrijdag de Vesuvius. Lijkt me een col voor Di Luca. Zaterdag is ook al een aankomst die er speciaal voor hem lijkt neergelegd. Een klim van drie kilometer naar de aankomst. Die heeft hij besteld, lijkt het wel. Het wordt een klus om Denis voor zondag in het roze te houden.”

Italianen
Ten Dam is niet bang voor een Italiaans pact, zoals Menchov dat in de Vuelta nog wel eens tegenkwam onder de Spanjaarden. “Voor geen meter. Die Italianen staan elkaar naar het leven. Garzelli sprint vandaag nog even vier seconden bonificatie voor de neus van Di Luca weg en daar waren ze niet blij mee. Op het podium voor de bergtrui werd Garzelli toch even een partij uitgefloten door de Italiaanse fans. Zo is de stemming onder elkaar. Di Luca zal het zelf moeten doen.”