foto: Sirotti

Laurens ten Dam staat komend seizoen als kopman aan de start in de Vuelta. Samen met Steven Kruijswijk moet hij zorgen voor een goede eindnotering namens Blanco Pro Cycling Team. Eerder werd al bekend dat Ten Dam zal starten in de Tour. “Ik had zelf aangegeven dat ik de Tour en de Vuelta wilde rijden, maar met het kopmanschap in de Vuelta heb ik nog iets meer gekregen”, vertelde de Nederlander aan persbureau ANP.

Het voelt voor Ten Dam als een waardering voor een goed en constant jaar. “Het wordt een nieuwe ervaring. Ik heb ook wel eens een goed klassement gereden in Zwitserland en Californië, maar altijd vanuit een schaduwrol. Nee, ik schrik er niet van. Ik ben 32 en ik hoor ook wel eens van mensen dat ik niet voor anderen hoef onder te doen”, aldus de nummer acht van de afgelopen Ronde van Spanje.

In zowel de Tour als de Vuelta was Ten Dam afgelopen seizoen in de derde week nog sterk. Dat noemt hij het grootste winstpunt. “En dan heb ik er tussen nog 11 criteriums gereden. In de Vuelta heb ik in het begin nog 43 seconden laten liggen omdat ik me voor Gesink en Mollema heb opgeofferd. Reinier Honig, met wie ik voor de Vuelta een keer trainde, voorspelde dat ik in de top 10 kon eindigen.”

“Hij stuurde nog een berichtje. Hij noemde me een ‘stomme kloot’, vond dat ik aan mezelf had moeten denken. Hoe ik zo goed kon zijn? Ik weet het niet, alle kwartjes vielen gewoon precies de goede kant op.” Ten Dam spreekt over een cultuuromslag in het wielrennen. “Vroeger waren de valsspelers altijd de winnaars, nu zijn het de Iwan Spekenbrinks: iemand die in 2010 nog de baas was van ‘dat ploegje’ en nu met Argos een lichtend voorbeeld is.”