Tadej Pogacar omarmt de reputatie van Hautacam
Analyse De klim naar Hautacam kent nog niet de grote historie, maar toch ontplooit de 13,5 kilometer lange klim zich als de berg van de waarheid in het moderne wielrennen. Voor de zevende keer doemde de Pyreneeëncol op in het Tour-parcours. Toch hebben Miguel Indurain (1994), Bjarne Riis (1996), Lance Armstrong (2000), Vincenzo Nibali (2014) en Jonas Vingegaard (2022) in het verleden hier hun Tour-zege al bekrachtigd. Daarom mag de 11,5 kilometer lange raid van Tadej Pogacar als een reuzenstap naar zijn vierde Tour de France-zege worden gezien.
Pogacar wist dat hij het op deze klim moest doen. Net zoals Armstrong in het verleden ook altijd op de eerste de beste aankomst bergop zijn concurrenten al een fysieke dreun uitdeelde die mentaal de rest van de ronde bleef doordenderen.
Dit was ook dé bergrit voor Pogacar. Niet te veel en te lange cols. Geen bergpassen boven de 2000 meter. En we zitten nog altijd niet in de derde week waar de lange adem een belangrijke rol speelt.
Hautacam op 1520 meter hoogte, ik heb het al eens de berg genoemd waar vraagtekens in uitroeptekens kunnen worden omgebogen. Het tijdsverschil op de finish van 2’10 benadrukt de suprematie van Pogacar. Pas een keer eerder heeft de Sloveen bergop meer tijd op Vingegaard gepakt.
In 2021 was de Deen nog onwetend van zijn klimtalent en gaf hij 3’20 op de kopman van UAE Emirates in de eerste Alpenrit naar Le Grand Bornand. Later die Tour waren het nog slechts 32 seconden op Tignes en vervolgens drie tellen op Saint Lary Soulan en twee tellen op Luz Ardiden.

foto: Cor Vos
Al gaf Pogacar vorig jaar ook de nodige klappen aan de klassementsrenner van Visma | Lease a Bike door in Valloire 37 seconden te pakken. Op Saint Lary Soulan 39 seconden, Plateau de Beille 1’08, Isola 2000 1’42 en op de Col de la Couillole 7 seconden. Toen kon Vingegaard nog zijn gebrekkige voorbereiding door zijn verschrikkelijke valpartij in het Baskenland als excuus aandragen. Nu is de waarheid keihard.
In de Tour de France van 2022 kreeg Pogacar op Hautacam nog zijn tweede plak slaag in die ronde van Vingegaard. Na de afstraffing op de Col du Granon werd hij op deze Pyreneeëncol naar de vaantjes gereden door Wout van Aert die als satellietrenner goud waard was voor zijn Deense kopman. Vingegaard nam destijds op vier kilometer van de streep het heft over.
Mister Sixty
Bekijken we Vingegaards tijd van 2022 op Hautacam, dan was dat 36’34. Nu deed hij 37’18 over de klim. Pogacar zette op deze zeventiende juli de op een na snelste tijd uit de historie neer met 35’08. Daarmee reed hij de 34’40 van Riis uit 1996 niet uit de boeken. Al was de Sloveen in de eerste twee kilometer van de klim nog 1’11 sneller dan Riis, vervolgens verloor hij gedurende de hele klim terrein op het record uit een duister verleden. Riis werd dat jaar immers Mister Sixty genoemd, vanwege vermoedens over zijn hematocrietwaarde van zestig procent, wat wees op onnatuurlijke manipulatie met epo.
Hautacam mag qua snelste tijden ook nog altijd de klim van de manipulatie worden genoemd. Van de achttien snelste beklimmingen werden er liefst zestien gerealiseerd in 1994 en 1996. Terwijl de finish op deze klim destijds na ritten van respectievelijk 263,5 kilometer en 192 kilometer lag, terwijl de rit van dit jaar 180,6 kilometer telde met enkel de Col du Soulor en Col de Bordères in de aanloop. Alleen Pogacar (tweede) en Armstrong (vijftiende tijd) konden zich dus tussen de ‘brommers’ van de jaren negentig klasseren.
Met zijn twintigste ritzege in de Tour de France heeft Pogacar deze Tour nu al helemaal naar zijn hand gezet. Na de tik die hij aan Vingegaard al uitdeelde in de 33 kilometer lange tijdrit in Caen en deze raid op Hautacam heeft de Sloveen de gele trui om zijn schouders met een voorsprong van 3’31 op zijn eeuwige rivaal. Remco Evenepoel staat inmiddels al op 4’45.

Foto: Cor Vos
Natuurlijk, in 2023 verloor Pogacar op de Col de la Loze nog 5’45 op Vingegaard. Het is echter duidelijk dat de Sloveen sindsdien enorme stappen heeft gezet. Zo’n inzinking lijkt niet realistisch. Daarnaast verloor Visma | Lease a Bike ook nog eens hun tweede troef in het klassement. Matteo Jorgenson zakte van vijfde naar een tiende plaats in het klassement en kan met een achterstand van 12’12 nauwelijks meer druk vanuit een vroege vlucht zetten.
Nee, Hautacam lijkt weer de winnaar van de Tour te hebben aangewezen. Met nog negen ritten voor de boeg heeft Pogacar het geel net zo stevig om zijn schouders als in 2021, toen hij ook vrijwel onbedreigd naar de eindzege reed. De concurrentie kan aan de voet van deze klim in het bedevaartsoort van de ‘Onbevlekte Ontvangenis’ Lourdes alleen nog maar een schietgebedje doen en hopen op een wonder…

UAE en Pogacar hebben het gat dichtgefietst en dan blijkt gewoon dat Pogacar een nog groter talent is dan Vingegaard. Hetzelfde zie je overigens ook bij Wout en Mathieu.
Daarnaast zaten er toen meerdere Jumbo-renners op de top van hun kunnen, met Kuss, Roglic, Van Aert, enz. Nu zijn er al een paar voorbij hun top bij de ploeg.
Ik denk ook dat we niet mogen onderschatten hoe zwaar die Tours van ‘22 en ‘23 Pogacar in zijn eer hebben gekrenkt. Die wil Visma nu op zijn beurt vermorzelen.