Stefan Küng mist medaille op vier tienden: “Mijn tijdrit was medaillewaardig”
Stefan Küng moest op de individuele tijdrit van de Olympische Spelen genoegen nemen met de vierde plaats. Het verschil met de bronzen medaille van Rohan Dennis was vier tienden van een seconde. “Dat verschil kan ik overal zoeken”, reageert Küng na afloop bij de Zwitserse tv.
“Na een uur zit ik drie seconden van het zilver vandaag. Alles zat zo dicht op elkaar”, vertelt de Zwitserse favoriet. “Eigenlijk had ik Primož Roglič en Tom Dumoulin niet bovenaan mijn favorietenlijst staan. Maar in deze tijdrit blijf ik elke keer op dezelfde positie staan en draaien de anderen om mij heen in de tussentijden.”
Küng kan zichzelf niets verwijten. “Ik heb een topprestatie geleverd. Die was echt medaillewaardig. Als je de tijdrit goed indeelt, heb je het gevoel dat je niet aan je limiet zit. Al was ik dat natuurlijk wel”, vindt de Europees kampioen tijdrijden.
De olympische droom van de tijdritspecialist is nog niet voorbij. “Tot en met de volgende Olympische Spelen in Parijs zijn nog drie jaar. En de Olympische Spelen blijven de Olympische Spelen. Ik ga nog niet opgeven”, blijft Küng strijdbaar. Toch zal hij deze tijdrit snel willen vergeten. “Anders kan ik een week lang niet slapen”, grapt hij.

Die zal vannacht slecht slapen. Jammer wel overigens, want hij is al jarenlang een vaste waarde in deze discipline, en ik vind het ook een coureur die met zijn neus in de wind durft te koersen.
Ik luister wel naar Herbert. Kan zo nu en dan wel lachen om wat hij dan weer zit te bazelen.
Ducrot daarentegen altijd verademend naast Dijkstra, ook die engerd van een Joris roept hij vaak tot de orde en dat maakt veel goed.
Maar het blijkt zeker nu wel hoe lastig het is om het veld op voorhand goed in te kunnen schatten door de weinige TT's die er gereden worden, de niet goed vergelijkbare profielen en het weinige rijden van de toppers tegen elkaar met een vrijbrief om er vol voor te gaan.
Je kunt nu wel een paar (voorzichtige) conclusies trekken. Evenepoel is gewoon niet op het niveau, Dumoulin is de sterke motor van weleer niet kwijtgeraakt, Ganna heeft toch moeite met echt lange TT's met een zwaarder profiel, Kung kan meer aan dan Belgische keienklimmetjes en vlakke koersen en Van Aert heeft geen onuitputtelijke motor.