“Sprinttrein Argos-Shimano kan zich meten met de wereldtop”

foto: Marcel Koch
Argos-Shimano gaat dit jaar met zijn Duitse sprinters Kittel en Degenkolb naar de Tour in jacht op dagsucces. De ploeg heeft de afgelopen periode veel aandacht besteed aan de sprinttrein, die de kopmannen zo goed mogelijk aan de finish moet afleveren. Adriaan Helmantel, trainer bij Argos-Shimano, is ervan overtuigd dat de renners van de Nederlandse formatie daarin tot de wereldtop behoren. WielerFlits sprak met hem.
Met Kittel en Degenkolb neemt de ploeg twee sprinters mee met verschillende kwaliteiten. In de vlakke ritten rekent het op Kittel, Degenkolb komt in beeld wanneer de etappes iets lastiger worden. “We hebben kritisch gekeken naar de overwinningen die zij behaald hebben en hoeveel hoogtemeters daarbij overbrugd moesten worden,” legt Helmantel uit. “Het blijkt dat de vlakke etappes, tot 750 hoogtemeters, de overwinning heel vaak voor Marcel is, maar zelden voor John. Dan krijg je een tussenfase waarbij het een beetje fift-fifty is. Wordt het nog iets zwaarder dan wint Marcel eigenlijk nooit en John heeft daar de meeste van zijn overwinningen gepakt. Dat hebben we ook terug gezien in de Giro. Wanneer het een echt vlakke koers is, beschikt John niet over de absolute topsnelheid om met de topsprinters te wedijveren. Wanneer het lastiger wordt zoals vorig jaar in de Vuelta, weet hij dat beter te behouden ten opzichte van zijn concurrenten. Daarnaast heeft hij wat moeite met het gedrang in hectische finales. Wanneer het wat lastiger is geweest, dan is het vaak wat overzichtelijker. Dan komt hij beter tot zijn recht.”
Een succesvolle sprinttrein vergt de nodige voorbereiding. De ploeg heeft er aandacht aan besteed tijdens trainingen, maar Helmantel stelt dat vooral tijdens wedstrijden een succesvolle trein ontstaat. “Een lead-out is heel iets anders dan een sprint. Er zitten er immers nog een paar achter je. Het doel is niet dat jij zo hard mogelijk fietst, maar dat de trein uiteindelijk zo hard mogelijk rijdt. Je kunt een paar aspecten goed trainen, maar de hectiek en het nemen van beslissingen in een fractie van een seconde is veel moeilijker te trainen. Het is vooral belangrijk om het te doen, in de wedstrijd te ervaren, te analyseren en achteraf te bespreken met elkaar. In Qatar zag je dat het nog niet liep. Er zaten nieuwe jongens bij die nog niet goed reageerden op bepaalde commando’s. In Oman ging het wel goed en dat resulteerde in een etappezege”, kijkt hij terug. Hij geeft aan dat de voorbereiding op een massasprint gecompliceerd is. “Er zijn zoveel factoren die daarbij een rol spelen. Dat maakt het lastig, maar ook boeiend.”
De Nederlandse formatie is niet de enige ploeg die met een sprinttrein naar Frankrijk afreist. Ook Greipel (Lotto-Belisol) en Cavendish (Omega Pharma-Quick Step) krijgen de nodige renners ter ondersteuning mee. Argos-Shimano durft de concurrentie aan. “Ik ben ervan overtuigd dat wij ons kunnen meten met de wereldtop,” stelt Helmantel. “Ook door wat wij in het verleden hebben laten zien. Wij hebben niet de allersterkste sprinttrein, maar zijn wel ervaren en op elkaar ingespeeld. Er zit een goede kop op alle renners. Wij hebben geen renner als Tony Martin die op vijf kilometer van de streep op kop kan gaan rijden. Maar dat is niet nodig om succesvol te zijn. Wij kunnen Marcel op een hele goede manier afzetten. Hij heeft ook niet per sé vijf man nodig. Soms is het al genoeg om hem op vijfhonderd meter in een goede positie af te zetten.” De concurrentie tussen de sprinters is de komende Ronde van Frankrijk enorm. Greipel en Cavendish lijken de voornaamste concurrenten, maar Helmantel denkt dat Kittel niet voor hen onder hoeft te doen. “Marcel is op het moment sneller dan Greipel, maar hij kan Cavendish ook aan”, stelt hij.