Revolutie in het veldrijden: startgelden verdwijnen
Er wordt al jaren over gepraat, maar straks gaat het ook echt gebeuren: het systeem van hoge startgelden in de cross gaat definitief op de schop. “Het betreft een fundamentele hervorming en tevens noodzakelijke professionalisering van de sport”, klinkt het uit de mond van diverse partijen. Met de coronacrisis als brandversneller.
Het is ondertussen een publiek geheim. Een organisator die alle grote namen – zowel heren als dames – aan de start wil, mocht vorige winter rekenen op een prijskaartje tussen de 55.000 en 60.000 euro, bovenop de normale organisatiekosten. ‘Onhoudbaar’, horen we al een paar jaar uit de monden van meerdere organisatoren. ‘Want het veldrijden is over zijn top. Bewijs daarvan de dalende toeschouwersaantallen.’
Hoger prijzengeld compenseert (een deeltje)
Door de economische crisis voortvloeiend uit Covid-19 wordt het deze winter een extra zware opdracht voor de organisatoren om het hoofd boven water te houden. Dat de veldrijders volgend seizoen moeten inleveren, is al een paar maanden duidelijk en onomkeerbaar. Maar de belangrijkste stakeholders uit het Belgische veldrijden, Flanders Classics en Golazo, willen meer en werken (samen met een aantal ander inrichters) aan een alternatief dat de kosten van de organisatoren structureel naar beneden haalt, maar waarbij tezelfdertijd de verdienste van de renners meer rationeel verantwoord wordt. Naar verluidt is ook de Belgische federatie (Belgian Cycling) betrokken in de uitwerking van de plannen.
Concrete bedragen worden niet vrijgegeven, maar zeker is dat het prijzengeld flink omhoog gaat om het gemis aan startgelden te compenseren. Daarnaast zal de top vijftien van de UCI-ranking wel nog kunnen rekenen op een vaste minimale onkostenvergoeding. Die zal voor de nummer één uiteraard iets hoger zijn dan de nummer vijftien, maar wel identiek voor de heren als de dames. Tot slot zou elke organisator nog een extra -vooraf vastgelegd- bedrag mogen besteden, bovenop de afgesproken onkosten voor die top vijftien. Het totale kostenplaatje aan rennersvergoedingen en prijzengeld zal op die manier gevoelig dalen. Naar verluidt alvast tijdelijk tot dertig procent.
“Stap in professionalisering”
Zowel Flanders Classics als Golazo bevestigen dat de verschillende partijen momenteel in de afrondende fase van de uitwerking van de plannen zitten, maar willen er voorlopig niet te diep op ingaan. “Let wel, we streven naar transparantie”, vertelt Tomas Van Den Spiegel van Flanders Classics. “Daarvoor is het nu nog te vroeg.” Erwin Vervecken van Golazo vindt dat het niet aan hem is om hierover te communiceren. “Maar dat de startgelden vroeg of laat zouden verdwijnen, was al langer duidelijk.”
Van Den Spiegel benadrukt dat dit een stap in de verdere professionalisering van het veldrijden is. “Er is nood aan een fundamentele verandering van het systeem. Het is sowieso professioneler om te vergoeden naargelang prestaties en UCI-ranking in plaats van af te gaan op het gevoel hoeveel een renner waard is. Tezelfdertijd wordt het leefbaarder voor de organisatoren, die toch nog hun vrijheid behouden omdat ze een bepaald bedrag vrij kunnen besteden.”
Voor een aantal renners hoeft dit systeem zelfs niet nadelig te zijn, klinkt het. Anderen zullen er wel financieel op achteruitgaan. De tijd dat ook de betere hobbyisten mee aan de kassa konden passeren, lijkt definitief achter ons te liggen. Tot slot: dit is uiteraard niet van toepassing in de wedstrijden om de Wereldbeker. Daar was ook nu geen startgeld voorzien, maar ligt het prijzengeld een stuk hoger.
Wat is daar zo vanzelfsprekend aan? Onkosten zijn toch onkosten, of je nou nummer 1 bent of nummer 15..?
Iedereen heeft een deel kosten als dit nu de absolute toppers zijn of de 'mindere' goden.
Maar nu krijgt de topper een mooi loon van zijn team (terecht), een hoop prijzengeld ( terecht) en nog een onkostenvergoeding. Terwijl de crossers van de tweede rij naast het prijzengeld en onkostenvergoeding moeten grijpen en nog meer afhankelijk zijn van hun sponsor...
Je zou eigenlijk zeggen dat alle renners uit de top50 (WB startgerechtigd) of top150 (specialisten) hun reiskosten (deels) vergoed mogen krijgen. Voor Amerikaanse renners zou je dan een afspraak kunnen maken met alle crossen die zo'n renner wil rijden, om de reis-en verblijfkosten te verdelen onder de organisaties.
Er wordt vanalles aangevoerd om dit te verantwoorden, de kern zit hem echter in de 30% besparing denk ik.
Mooi plan en voor wie ? Niet voor degene waar het om gaat .
"subtop valt buiten de boot"
Hoe gaat het peloton er uit zien?
Mijn gedacht: 10 a 15 goede renners, dan hele tijd niets, vervolgens de hobby rijders.
Andere kwestie, top renners laten eerder wedstrijden aan zich voorbij gaan, om elders te pieken.
Of hij kan datzelfde budget aan reclame geven, aan VTM of VT4. Dan is hij nog steeds evenveel geld kwijt, heeft hij nog steeds geen garantie dat er toppers aan de start staan, en dus geen garantie dat er volk zal op af komen. Hij kan op die manier misschien wat mensen overtuigen om te komen kijken, maar als die daar dan staan om Jens Adams te zien strijden tegen David VDP, blijft dat publiek het jaar nadien ook gewoon weg, ondanks de reclame.
Of hij kan het geld steken in een pensenkermis of een optreden van een bandje dat een hitje heeft op Studio Brussel.
Enkel voordelen! Hahaha.
#stoppedtoexistin2012
I call bullshit. De intentie van die man en Flanders Classics is alleen maar om zelf zoveel mogelijk geld te verdienen.
Verder de cross is over de top? En wat als kleine Nys doorbreekt en de weide weer vol staat? Gaan we dan weer terug naar startgelden?
Ik quote even het altijd goed geïnformeerde Wielerflits (https://www.wielerflits.nl/nieuws/hervorming-wereldbeker-veldrijden-licentievergoeding-van-e17-500-naar-minstens-e35-000/):
Business model (lees: wat kost het de lokale organisator?)
* Totale prijzengeld seizoen 20-21: 71.135 euro (dat was vorig jaar 61.415 euro en wordt in 2021-2022 80.815 euro om op termijn de dames en de heren volledig gelijk te schakelen. Bedragen die de UCI al langer had vastgelegd, red.)
* Bij manches zonder jeugdwedstrijden: 69.320 euro
* Organisatie fee: twee opties! Ofwel (model 1) 35.000 euro, waarbij de lokale organisator beschikt over 25% van de sponsorrechten. Ofwel (model 2) 50.000 euro , waarbij de lokale organisator beschikt over 50% van de totale sponsorrechten. Dat was tot op heden 17.500 euro voor 60 procent van de sponsorrechten + een bedrag tussen 7.000 en 13.000 euro voor de nationale ploegen U23 en junioren. Dat laatste bedrag neemt vanaf nu Flanders Classics/UCI voor zijn rekening.
* Opmerking: de lokale organisator heeft recht op maximaal 5 commerciële partners en 2 extra institutionele partners.
* De volgende potentiële partners zijn gereserveerd voor de UCI/Flanders Classics: telecommunicatiebedrijven, leveranciers van allerlei fietsonderdelen, alle soorten uurwerken, IT-bedrijven en alle bedrijven die weddenschappen aanbieden.
* Geen partnership met bedrijven uit de tabak-, alcohol- en porno-industrie.
Extra verplichtingen ten laste van de organisator:
* Kosten voor verplichte anti-doping testen
[b]* De organisator moet 30 nachten (single rooms) en half pension voorzien voor UCI-verantwoordelijken en staff)[/b]
* De organisator moet 200 standaard inkomtickets en 50 VIP-tickets voorzien voor Flanders Classics/UCI
[b]* UCI / Flanders Classics krijgt toegang tot alle persoonlijke – en marketinggegevens verzameld via ticketing.[/b]
* De organisator moet op de dag van het event vervoer en eten voorzien voor medewerkers van Flanders Classics / UCI.
De commerciële waarde van renners is belangrijker dan hun sportieve waarde. Die twee zijn wel in het begin van een renners carrière onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Gaat men in het veldrijden het prijzengeld spectaculair verhogen dan hebben de organisatoren nog geen zekerheid dat de vedetten komen. Gevolg gaat zijn dat de startgelden dan toch weer belangrijk gaan worden.
In het tennis is het alleen toegelaten de topspelers te lokken met prijzengeld maar daar wordt onder tafel natuurlijk de hand mee gelicht.
M.i. wordt het startgelden in het veldrijden verbieden een farce.
Vorig jaar kon ze nog teren op haar regenboogtrui en startgeld; nu zijn de startgelden verdwenen en moet je prijs rijden. Als ze net zo fietst als vorig jaar, dan zal ze een stevige stap achteruit zetten.