Recensie: Het Duel, de titanenstrijd tussen Mathieu van der Poel en Wout van Aert
Mathieu van der Poel beklom op zijn negende (!) in de zomer, huilend van de pijn, naast zijn vader de Mont Ventoux en Alpe d’Huez. De dag na de beklimming van de Alp wilde Mathieu nog een keer naar de top. Vader Adrie vond het genoeg en pakte hem voor die dag zijn fiets af.
Wout van Aert kreeg voor zijn eerste communie een tweedehands mountainbike. Hij en zijn fiets werden onafscheidelijk. Toen ‘Woutje’ tien was merkte zijn vader (lid van een recreatieve wielerclub) op vakantie in Duitsland dat hij moest lossen bij zijn zoontje.
Wiep Idzenga beschrijft in Het Duel gedetailleerd de drang naar de fiets bij beiden. Hoe Van der Poel en Van Aert als kind ravotten in de modder op hun fietsjes. Dat ze elkaar in die jaren al geregeld tegenkwamen bij crossjes in West-Brabant. Dat Van der Poel vier maanden jonger is dan Van Aert, en in eerste instantie strijd leverde in een andere leeftijdscategorie. Dat de officiële telling van hun duels begon op 6 september 2009 bij een veldrit in Essen-Horendonk, net over de grens in België.
Daarna volgden vele crossen en koersen waarin ze elkaar beconcurreerden. Idzenga pikt in het boek de Ronde van Vlaanderen van 2020 eruit, beschrijft het koersverloop vanaf vijftig kilometer voor de finish en blikt tijdens die kilometers terug op de (wieler)levens van Van Aert en Van der Poel. Het is niet gek dat hij de Ronde van 2020 heeft gekozen. De twee vertolkten een hoofdrol dat jaar en de Hoogmis kende een bloedstollend wedstrijdverloop. Ook het boek is een thriller. Alleen: als een lezer bij een thriller al weet wie de moordenaar is, is er weinig meer aan. Bij Idzenga weet de lezer wie de winnaar is, maar het blijft tot de laatste bladzijde spannend. Hulde daarvoor.
Niet alleen de fragmenten over de Ronde zijn bekend. Bij sommige terugblikpassages, zoals het gebakkelei na afloop van Gent-Wevelgem, waar Van Aert Van der Poel beschuldigde alleen maar op zijn wiel te rijden, dacht ik: dit verhaal weet ik nu wel. Toch werkt de formule (Enerzijds het verhaal van de Ronde van 2020, anderzijds komt de lezer alles te weten over Van der Poel en Van Aert).
Van de eerste kennismaking met hun vriendinnen, tot het wel of niet inhuren van een mental coach, Idzenga beschrijft prachtig wat hun achtergrond is en hoe dat bepalend is voor wie ze zijn. (‘Van Aert was nu eenmaal geen Van der Poel die bij zijn geboorte de lotto had gewonnen’). Doelend op het feit dat MVDP een vader en een grootvader had die al grote kampioenen waren.
Idzenga heeft een mooi boek geschreven over twee kampioenen die waarschijnlijk nog niet eens op de helft van hun carrière zijn. Ze hebben elkaar nodig gehad om tot zulke hoogten te stijgen. Daar zijn beiden het ook over eens. ‘Als hij er niet was geweest, dan zou ik niet de Mathieu zijn die ik vandaag ben’, zegt Van der Poel. En Van Aert: ‘Hem kloppen is dé reden waarom ik zo hard train.’ De schrijver spreekt nergens een voorkeur uit voor één van de renners, zelden geeft hij zijn mening. En als hij het doet, is het alleen ironisch (‘Hoewel Van Aerts’ manager Nick Nuyens in het bezit was van een diploma communicatiewetenschappen blonk hij zelf uit in miscommunicatie’).
Meestal worden dit soort boeken geschreven na afloop van carrières. In eerste instantie dacht ik dan ook dat Het Duel te vroeg is verschenen. Maar dat is niet zo. Er is zoveel over de tweestrijd te melden. Hun (gedeelde) geschiedenis, karaktertrekken, de beslissingen die ze namen in eerdere koersen. Veel daarvan is ook al wel verteld, maar de kracht van het boek is dat Idzenga vrijwel alle feiten, gebeurtenissen en wetenswaardigheden opduikelt zodat zelfs de meest fervente wielerliefhebber nog nieuwe informatie krijgt en tot andere inzichten komt.
Idzenga schrijft dat hij in de toekomst het meeste uitkijkt naar een strijd om het puntenklassement in een grote ronde. ‘Van Aert en Van der Poel die in de zomer drie weken lang knokken om de groene trui in Parijs, wat een genot zal dat zijn.’ Voor optimaal koersplezier de komende jaren is Het Duel verplichte kost.
En tja, beiden rekenden daar af met een moegestreden MvdP, terwijl de arme WvA in geen velden of wegen te bekennen was (ik overdrijf hier voor dramatisch effect).
(Julian had het boek nog niet gelezen, want nog niet in het frans verkrijgbaar)
Wout lijkt inmiddels tekort te komen op de vertrouwde vlaamse wegen, het is nu toch meer een sprinter, klimmer en tijdrijder geworden
Dan denk ik aan Tom Dumoulin - Quintana als gevecht tussen 2 uitersten, Geogheghan Hart - Kelderman qua dramatiek.
Pinot - Nibali in de Italiaanse wedstrijden.