Recensie: De Raboploeg
Een biografie over de Raboploeg, eind 20ste en begin 21ste eeuw één van de grootste ploegen in het internationale wielerpeloton, kan niet geschreven worden zonder Jan Raas te hebben gesproken. De ploegleider die (samen met Rabobank-baas Herman Wijffels) aan de basis stond van ‘Het Rabobank Wielerplan’ kríjgt auteur Maarten Kolsloot ook te spreken. Het gaat niet van harte, maar dat wisten we al. Raas wil er eigenlijk niets meer mee te maken hebben en zegt het ook: “En jij rakelt de boel weer op met je boek.”
Ik had ook zo mijn twijfels. Over de Raboploeg is al zoveel gezegd en geschreven. Moet dat inderdaad allemaal weer worden opgerakeld? Ja, is het antwoord. Alleen al hierom: de vraag die bij vele wielerliefhebbers nog steeds leeft is, waarom Raas en de Rabobank uit elkaar zijn gegaan. Tot nu toe is dat niet duidelijk geworden, omdat de hoofdrolspelers zwijgen. Raas mag niet praten, omdat hij een contract van de Rabobank heeft ondertekend en geld heeft meegekregen (Raas: “Dat is mijn pensioen”). En zegt daar dus ook niets over. Het enige dat de oud-ploegleider wel tegenover de auteur kwijt wil: “Wat ik weet, is schokkend.”
Jan Raas
Kolsloot probeert toch zijn vinger er op te leggen wat de redenen voor de breuk zijn geweest. In zijn speurtocht achterhaalt de auteur niet de gehele waarheid, maar de lezer komt wel veel meer te weten wat er speelde. Eén van de factoren die bijvoorbeeld heeft meegespeeld waarom Raas door de Rabobank van het project werd gehaald, is dat hij steeds vaker afwijkend gedrag ging vertonen. Nadat zijn gezin een overval en een gijzeling meemaken, Raas een pistool tegen zijn hoofd krijgt en hij de overvaller met een mokerhamer te lijf gaat, zit hij volgens sommigen tegen paranoïde aan.
Als de ploegleider een aantal maanden later in het vliegtuig naar Barcelona zit om een bezoek te brengen aan de Catalaanse week, droomt hij weg. In zijn slaap raakt hij in gevecht met een van de overvallers en slaat hij er op los. Raas nu: “Op een gegeven moment word ik wakker en blijkt dat ik aan het vechten was met de man voor me in het vliegtuig. Ik sloeg hem helemaal in elkaar. Vreselijk. Ik heb daarna honderd keer mijn excuses gemaakt.”
Een krankzinnige anekdote, maar wel één die alles zegt over de toenmalige geestestoestand van Raas. En zo zoekt Kolsloot de puzzelstukjes bij elkaar en ontstaat er een beeld waarom de breuk heeft plaatsgevonden.
Het project
Maar de ploeg was natuurlijk meer dan alleen Raas, die als ploegleider in 2003 uit elkaar ging met Rabobank. Kolsloot beschrijft uitvoerig de zestien jaar dat Rabo deel uitmaakte van het wielerpeloton. Dat doet hij door diep in de materie te duiken, en dat is ook het sterke punt van het boek. Kolsloot spreekt met meer dan 270 betrokkenen (waaronder Michael Rasmussen, Denis Menchov en Oscar Freire), leest faxberichten, e-mails en brieven, spit archieven door en beschrijft uitvoerig het Wielerproject.
De eerste contacten met de Rabobank, de (mislukte) plannen, het reilen en zeilen van de ploeg, de onvermijdelijke irritaties en ruzies, en vooral ook de gedrevenheid het project te laten slagen. Niet alleen het professionele wielrennen moest worden gesteund. Nee, Nederland moest op de fiets en een nieuwe Nederlandse Tourwinnaar was het doel. Dat ging soms heel ver. In de aanloop naar de Tourstart in Rotterdam in 2010 betaalde de Rabobank 121.313,54 euro voor vijftien Dikke Banden Races voor basisschoolleerlingen.
Kolsloot achterhaalt het allemaal en beschrijft gedetailleerd de gedrevenheid en drang naar succes. Wat me vooral opviel was de krampachtigheid waarmee dat streven naar succes soms gepaard ging. Jonge renners worden gedrild. Eten is van levensbelang. Waarmee vooral bedoeld wordt: zo min mogelijk eten. Alles wat renners eten, moeten ze opschrijven. Pindakaas is uit den boze. Als een renner een keer meerdere plakjes kaas op zijn broodje doet, ontploft een verzorger.
“Pas toen de jonge Lars Boom en Eddy van IJzendoorn naar de opleidingsploeg van Quick-Step gaan, zien ze dat het ook anders kan”, schrijft Kolsloot. Hij citeert Van IJzendoorn: “Renners bij Quick-Step schepten op wat ze wilden. Het was de omgekeerde wereld. ‘Chocomel met slagroom? Dan pak je dat toch lekker. Dat deed Cancellara ook’, zei een verzorger.”
Anekdotes
De Rabobank sponsorde de wielerploeg van 1996 tot 2012. Het is voor een auteur onmogelijk om een wielerboek te schrijven over die periode, zonder het over doping te hebben. Veel is daar ook al over geschreven, maar Kolsloot laat met de kennis van nu wel zien wat een knotsgekke tijd dat was. Exemplarisch is een anekdote van de vader van Marc de Maar. Hij herinnert zich hoe zijn zoon in de Ronde van de Toekomst zijn ploeggenoot Bernhard Kohl bergop moet duwen. Enkele jaren later ziet hij Kohl de cols op vliegen en eindigt de Oostenrijker op het podium in de Tour.
Kolsloot laat een mooi tijdsbeeld zien. De gedeelten over de zakelijke beslommeringen van de bank zijn niet het meest boeiend, maar de prachtige verhalen zijn dat wel. Van de salarisonderhandelingen van Michael Boogerd tot het op de vlucht slaan van Michael Rasmussen uit een studentenkroeg in Maastricht. Het zijn voor elke wielerliefhebber heerlijk anekdotes om te lezen. In de laatste alinea laat hij Herman Wijffels aan het woord. Terugkijkend op al die jaren noemt de vroegere baas van de Rabobank het Wielerplan ‘een behoorlijk geslaagd’ project. Kolsloot heeft er zelf een meer dan geslaagd boek over geschreven.
Gemiste kans van Wielerflits.