Reacties op de derde etappe Tour de France
Gisteren werd een enerverende etappe gereden in de Tour de France, een etappe die menigeen nog lang bij zal blijven. Doordat alleen Armstrong van de titelkandidaten vooraan in de waaier zat viel de schade achteraf nog erg mee, volgens de Fransman Le Mevel was Contador de ‘oorzaak’ van de breuk.
Alberto Contador
“De Tour wordt niet beslist door deze verschillen en ik ga de tactiek van onze ploeg hier niet bespreken, daar moet ieder voor zich maar een conclusie uit trekken.”
Christophe Le Mevel
“Toen de breuk ontstond, zat ik in het wiel van Contador. Als het klopt dat er 29 jongens in de eerste groep zaten, moet Alberto de 30e renner zijn geweest en ik de 31e. Hij veroorzaakte de breuk. Ik zag het gat voor hem ontstaan, maar we konden ‘m niet dicht krijgen. Met veel kopmannen in onze groep was de paniek groot.”
Cadel Evans
“Hoe ik me voel? Slecht. Maar dat is de Tour, elke dag kan iets gebeuren. De gevaarlijkste dagen zijn die waarop je niets verwacht. Het jammer is dat we heel de dag voorin reden, en dan gebeurt alles in enkele seconden. Lance Amstrong mag de mannen van Columbia dank u wel zeggen. Hij had ideale bondgenoten om zich ineens weer “alive and kicking” te voelen. Ik reed iets te ver naar achteren, 40e of zo, toen het scheurde. Alleen Silence-Lotto heeft nadien nog gejaagd, van andere teams heb ik niks gezien”, beklaagde de kopman zich.
Hendrik Redant:
“Dit was een mooie coup van Columbia, zeker met het oog op een sprint. Gelukkig was voor het eindklassement alleen Armstrong mee. Wij hebben gereden in de achtervolging omdat we de Amerikaan geen twee minuten willen geven. Blijkbaar zien de andere teams hem niet als tegenstander, wij wel. Dit is geen drama, maar een mooie les dat je constant vooraan moet rijden: we hadden gewoon in die eerste waaier moeten zitten.”
Stef Clement:
“Eigenlijk ging het helemaal niet slecht. De hele dag hebben we als ploeg in blok gereden. Attent en goed van voren. Tot op het moment dat we een bocht naar rechts kregen. Wij zaten met een paar man rond de vijftiende tot twintigste positie. In de bocht stond een vluchtheuvel. Wij werd naar de verkeerde kant gedrongen en toen we uit de bocht kwamen, zaten we met zijn allen rond de zeventigste plek. Net op dat moment trokken ze vooraan de boel aan flarden.”
Erik Breukink
“Vooraan zat natuurlijk het hele Team Columbia. Dat zijn stuk voor stuk goede renners, die als een geoliede machine kunnen rijden. Daarachter wil echter iedereen het gat dichthebben en is het veel lastiger organiseren. Ook van ons moesten er een paar meedraaien, maar dan moet iedereen wel naar voren kunnen komen met het tempo dat op dat moment gereden wordt. Dat is geen eenvoudige opgave.”
Rudi Kemna
“Tot op de minuut konden we de renners aangeven wanneer het ging gebeuren. Het was alleen jammer dat onze sprinter Kenny van Hummel op dat moment op de verkeerde kant van de weg reed. Dit zijn onze kansen. In de bergen zul je ons misschien niet met zes renners in een kopgroep van 30 man zien.”