Winnaar Danilo di Luca was zoals verwacht een gelukkig man, maar stond niet te lang stil bij zijn etappewinst. “Ik sprintte goed, maar ik heb ook gewonnen op intelligentie toen ik op 350 meter begon te spurten naar Soler, met Garzelli in mijn wiel. Ik ben in ieder geval nog net zo explosief als twee jaar geleden.”

“Ik vind Gilberto Simoni een gevaarlijke klant voor de vijfde rit. Hij is één van de drie favorieten voor de etappe, de tweede is Ivan Basso en de derde kan wel eens een verrassing zijn… Carlos Sastre”, vertelde hij Cyclingnews.

Lövkvist’s trui
Thomas Lövkvist mag voor het eerst in zijn carrière in het roze fietsen. “Het hoogtepunt van mijn carrière”, aldus de Zweed van Columbia. “En we gaan mijn trui ook fanatiek verdedigen. Ik ben wel wat verrast door deze ontwikkeling, want we werkten op de slotklim om Rogers in het roze te helpen. Toen er renners voor hem vielen, heb ik ze ontweken en zo kom ik aan deze trui. Het belangrijkste is dat hij in de ploeg is. Of ik hem kan behouden? Alles is mogelijk. Morgen geven we mijn positie in ieder geval niet zomaar uit handen.”

Basso’s tevredenheid
Ivan Basso zag tijdens de klim een hoop groene shirtjes om zich heen, en dat deed hem goed. “Dit is hoe het team in elkaar is gezet, om deze bergen te controleren. De klim was zwaar, maar te kort om een beslissing te forceren. Di Luca heeft knap gewonnen. Wij wilden dat Pellizotti zoiets ging doen, maar Soler gooide roet in het eten en waardoor Danilo het uiteindelijk deed. Maar wij treuren niet want we reden prima en het voelde goed.”

Voigt’s gepoker
Italiaan Francesco Bellotti reed samen met Jens Voigt het langste vooraan. Al snel op de klim, die met twee minuten voorsprong was begonnen, gaven de medevluchters op. Voor Voigt en Bellotti tijd om te gaan pokeren, schrijft Cyclingnews. “Hij speelde zijn spel, ik dacht een kans te hebben én ik had de bergtrui in mijn achterhoofd. Ik hield vol, maar op vijf kilometer was het afgelopen. Voigt leek de hele tijd in moeilijkheden, maar zoals altijd gaat hij gewoon door. Hij bleef aanvallen en ik kon het remonteren niet volhouden.”