Ploegleiders Belkin: “Dit jaar een klassieke zege”

foto: Cyclingstory
Belkin Pro Cycling wil dit voorjaar een klassieker winnen. Na een tweede plaats van Sep Vanmarcke in Parijs-Roubaix, gaat de ploeg in 2014 voor een hoofdprijs. WielerFlits vroeg de ploegleiders naar de ambities voor het voorjaar.
Het team rijdt begin volgende maand met de renners van zijn klassieke kern in de Ronde van Qatar. Het doel is om het team klaar te stomen voor het Vlaams openingsweekend, zo legt Nico Verhoeven uit. “Het voorjaar begint met de Omloop en Kuurne”, stelt hij. “Als klassiek team moet je daar goed zijn. Het is niet zo dat de prioriteit daar ligt, maar met Boom, Vanmarcke, Wynants en Tjallingii hebben we een aantal renners waarvoor het hoofddoel in Vlaanderen en Roubaix ligt. Dan moet je in die periode al goed zijn. Daarom willen we daar al een goed resultaat boeken”, geeft hij aan.
Na een periode in de lage landen, volgt in maart Milaan-San Remo. Volgens Verhoeven is die wedstrijd niet meer hetzelfde als voorheen. “Milaan-San Remo wordt een beetje een klimklassieker. Dat is een buitenbeentje geworden,” stelt hij. “Wij rijden daar met heel veel ambitie. Naast Mollema zal ook Gesink daar gaan rijden. We hebben meerdere jongens die op dat parcours uit de voeten kunnen. Met Lars Petter Nordhaug hebben we nog een renner die dat aankan, net als Jonathan Hivert. Het zal met die nieuwe helling afwachten worden, maar ik denk zeker dat we goed gewapend zijn voor die wedstrijd. Belkin gaat er starten met een ploeg die men eerder in Amstel of Luik zou verwachten,” kondigt hij aan. “Door de zwaarte en de omschakeling van Milaan-San Remo, denk ik dat alle ploegen een beetje die richting op gaan denken”, verwacht hij.

In de kasseiklassiekers rekent de ploeg op Sep Vanmacke en Lars Boom. Ploegleider Frans Maassen heeft vertrouwen in zijn twee kopmannen. “Ze rijden daar voor de overwinning. Het doel is zo lang mogelijk met de beste mee te rijden. Vorig jaar hebben ze laten zien dat ze er heel dicht bij zitten, maar om te winnen moet alles kloppen. Dat lukt je helaas maar een paar keer in je carrière. Ik hoop dat het dit jaar wordt,” geeft hij aan. “We gaan ervoor om een voorjaarsklassieker te winnen. Vorig jaar waren we in Parijs-Roubaix er het dichtste bij. Met Boonen en Cancellara zijn er twee extreem sterke favorieten, maar daar achter zitten Boom en Vanmarcke”, stelt hij.
Verhoeven denkt dat wanneer Belkin van pech gespaard blijft, het in het voorjaar mee kan spelen om de prijzen. “We moeten ten eerste zorgen dat we allemaal fit blijven. Vorig jaar is Vanmarcke gevallen in Tirreno, waardoor hij enkel in Roubaix zijn niveau gehaald heeft. Uiteindelijk wordt hij nipt tweede. Een topprestatie, zeker wanneer je kijkt waar hij vandaan kwam”, blikt Verhoeven terug. “Boom is eigenlijk het hele voorjaar niet echt top geweest. Roubaix was zijn beste wedstrijd, maar hij heeft daar niet het niveau gehaald wat we van hem verwachten. Als die twee honderd procent in vorm zijn in wedstrijden als Harelbeke, Gent-Wevelgem, Vlaanderen en Roubaix, dan denk ik dat we bij de beste teams van de wereld behoren. Daarachter hebben we met Tjallingi, Leezer en Wynants een hele sterke kern.”

Zijn collega Jan Boven heeft vertrouwen in de breedte van de Belkinploeg. “Waar we onze kracht vandaan moeten halen is een heel sterk collectief. Dat hebben we vorig jaar ook in Roubaix gezien”, geeft hij aan. “Ik denk niet dat wij een ploeg hebben die de koers kan dragen, zoals Quick Step al jaren heeft. Ik denk dat we de kat uit de boom gaan kijken, en daar ook op gaan anticiperen.” Hij hoopt dat dit deze tactiek zal resulteren in een overwinning in een topkoers. “Vorig jaar hebben we gezien dat Lars en Sep geen ideale voorbereiding kenden”, kijkt hij terug. “Vlaanderen kwam te vroeg, maar in Roubaix hebben we laten zien wat we ook dit jaar willen laten zien: meestrijden om het podium. We hebben het doel om daar in één wedstrijd echt uit te pakken. ”
De komende dagen lees je op WielerFlits interviews met de kopmannen van het voorjaar. Morgen: Lars Boom en vrijdag: Sep Vanmarcke