Parcours Milaan-Turijn weer op de schop: meer klimwerk in de finale
Vorig jaar draaide Milaan-Turijn nog uit op een clash tussen de sprinters, maar de vraag is of de rappe mannen dit jaar (woensdag 13 maart) weer in aanmerking komen voor de overwinning. Het parcours van de stokoude klassieker is namelijk weer gewijzigd, in het voordeel van de puncheurs.
In 2022 keerde Milaan-Turijn terug naar zijn roots. Niet alleen werd de wedstrijd weer de generale repetitie voor Milaan-San Remo, ook werd het weer een koers voor de sprinters. Vanuit Rho reden de renners – over een afstand van 192 kilometer – over overwegend vlakke wegen naar de finish in Orbassano, een plaats even ten zuidwesten van Turijn.
Dit is blijkbaar niet voor herhaling vatbaar, aangezien de organisatie nu weer de voorkeur geeft aan een geaccidenteerde wedstrijd, met in de finale het nodige klimwerk. Rho is net als vorig jaar de startplaats. In de eerste pakweg negentig kilometer koerst het peloton nog door de Povlakte en zijn de wegen dus vlak. Eenmaal in Borgo d’Ale begint de weg een eerste keer echt te stijgen richting Cossano Canavese.
Twee potentiële scherprechters
Dit blijkt een voorbode voor een toch wel pittige finale, over een lokale slotomloop van goed 44 kilometer, met als scherprechters de beklimming naar Prascorsano (met stroken tot 9%) en Colleretto Castelnuovo. Na deze laatste hindernis is het nog goed achttien kilometer tot de finish. Na tien dalende en vlakke kilometers, lopen de slotkilometers richting de streep in Salassa ook weer lichtjes bergop.
Vorig jaar werd Milaan-Turijn, in een sprint, gewonnen door Arvid de Kleijn. De Nederlander wist af te rekenen met onder meer Fernando Gaviria, Casper van Uden, Nacer Bouhanni en Dylan Groenewegen. De Kleijn fietste zich zo in de voetsporen van onder meer Ferdi Kübler, Roger De Vlaeminck, Giuseppe Saronni, Francesco Moser, Gianni Bugno, Alberto Contador en Primoz Roglic, die ook op de erelijst staan van Milaan-Turijn.
Reacties zijn gesloten.