Onopgemerkte val leidt tot open brief CEO Soudal Quick-Step over veiligheid: “Kunnen dit niet negeren”
Na Milaan-San Remo raakten de wielerfans niet uitgesproken over de epische strijd tussen Mathieu van der Poel, Tadej Pogacar en Filippo Ganna, maar in de achtergrond waren er vooral zorgen om Martin Svrček. De Slowaak kwam ten val in de afdaling van de Cipressa, maar dit bleef aanvankelijk onopgemerkt. Het is voor Jurgen Foré, CEO van Soudal Quick-Step, reden om aan de bel te trekken.
Dit doet de Belg, die bij Soudal Quick-Step het stokje heeft overgenomen van Patrick Lefevere, in een open brief. “Martin crashte in de afdaling van de Cipressa toen hij aansluiting zocht bij het peloton. In een technische bocht ging hij over de vangrail en viel hij zo’n drie meter naar beneden. Hij was helemaal alleen en er waren geen auto’s in de buurt die hem konden gezien hebben”, citeert Sporza.
“Gelukkig was hij bij bewustzijn en riep hij om hulp via de ploegradio. Onze ploegleiders hadden meteen de reflex om de wagen te stoppen en terug te lopen. Na 500 meter vonden ze hem en konden ze hem verzorgen.”
” We lezen dat soort berichten té vaak”
De vicewereldkampioen bij de beloften in Zürich liep bij zijn val wel meerdere zware blessures op. “Omdat Martin een jonge, getalenteerde, maar nog niet zo bekende renner is in ons team, krijgt het bericht niet veel aandacht. Maar dat moet het wel krijgen. We lezen dat soort berichten té vaak.”

Martin Svrček – hier op archiefbeeld – ligt voorlopig in de lappenmand – foto: Cor Vos
Het is voor Foré reden om zich uit te spreken. “Ik wil niet met een beschuldigende vinger naar de organisatie wijzen. Het was een valpartij die tot stand kwam door verschillende factoren. Maar ik kan ook niet stil blijven. Akkoord, het is een wedstrijdincident. Maar ik kan het niet negeren en voortgaan. We moeten beter doen om dergelijke ongevallen in de toekomst te vermijden.”
Technologie omarmen
De teammanager weet ook wat de wielersport kan doen, om de veiligheid in koers te verbeteren. “Laten we technologie omarmen. Zo kunnen we bijvoorbeeld nooit meer een wedstrijd afwerken zonder communicatie met de renners”, benadrukt hij. “Oortjes zijn een cruciale bron van informatie voor de renners, waardoor ze in staat zijn om hulp te roepen.”
Dat er iets moet gebeuren, staat volgens Foré wel vast. “Na drie maanden in het seizoen heeft ons team drie renners in de ploeg die maandenlang in de lappenmand zullen liggen. Daarom wil ik de nadruk nog eens leggen op de ernstige gevolgen van elke val. Dit keer waren het ‘gelukkig’ maar gebroken beenderen, maar helaas soms ook gebroken dromen en carrières.”
- Beperken van het aantal versnellingen, breedte van het stuur en de posities van de shifters. Ook betere veiligheidscontroles op het parcours, met name op gevaarlijke punten.
- Nooit meer koersen zonder ploegcommunicatie.
- Het invoeren van een trackingsysteem binnen de koers waarmee elke renner op elk moment gevolgd kan worden. Mét directe feedback.
- Verbeterde helmen en beschermende kleding, zelfs ten koste van de aerodynamica als het moet. Te beginnen op training.
- Vaker afwerken van dezelfde lussen, om zo de veiligheid in het peloton te garanderen.
- Alle stakeholders moeten hun gezamenlijke verantwoordelijkheid nemen.
baukeingeel, mij zo noemen is een te grote eer en de rest van je onnodige reactie lezend nog ongemeend ook. Durf de naam van Mohammed en Allah op die manier te misbruiken.
Bovenstaande in acht nemende, kan ik niet anders dan concluderen dat je hier vooral bent om inhoudsloze ragebait reacties te plaatsen.
2. Oortjes dan wel 1-way maken; de opgefokte ploegleiders in de auto's zouden juist niet hoorbaar moeten zijn voor renners.
3. No-brainer. Meteen doen.
4. Ook mee eens, al moet je hier wel rekening houden met het ademend vermogen. Renners in 30+ graden een berg opsturen in een motorpak is leuk, maar dan vallen ze allemaal van hun fiets vanwege oververhitting. Helmen zijn overigens echt al veilig, mits je ze goed gebruikt.
5. Niet mee oneens, doet wel af aan de charme van wielrennen.
6. Eens, maar dit moet je met regelgeving gaan forceren.
MAAR er is wel een kanttekening bij te plaatsen, leuk allemaal voor de WT-renners en daar is de kost niet zo'n ding. Maar wat met lagere competities waar er minder geld voor handen is, ik zie om eerlijk niet hoe je kinderen/jongeren kan voorzien van voldoende dure beschermende kleding. Als ik zie hoeveel wielerkleding ik zelf heb van toen ik nog deelnam aan wedstrijden, dat vervangen door beschermende kleding zou belachelijk duur zijn, laat staan bij een tiener die er een jaar mee toekomt voor alles te klein is.
Ik ken geen voorbeelden van mensen die met hartslag 180 urenlang in enorm warme beschermde kleding (zonder andere koeling) hun werk moeten doen. Daarnaast is er ook nog het competitie-element in wielrennen; je gaat je tegenstander niet weg laten rijden omdat je bang bent oververhit te raken. Die profs gaan gewoon door totdat ze flauwvallen, dat weten we allemaal. Dyneema is overigens best een leuk idee en wordt bij de profs gelukkig al wat vaker toegepast, maar voor de normale wielrenner of jeugd vrijwel niet verkrijgbaar nog. En het beschermd 'slechts' tegen schaafwonden.
Het probleem is dat bescherming in principe altijd ten koste gaat van ademend vermogen. En dan breng je dus weer andere risico's in het spel.
Kijk eens rond bij een paar profs op strava, vooral de bergetappes. Dat gaat echt hard hoor, en met hoge hartslagen. Als je een uur lang op je limiet een berg op rijdt, zit je hartslag ook een uur lang op je limiet.
Verder vind ik de vergelijking met 'arbeiders' moeilijk te trekken. Het blijft appels met peren, ongeacht hoe zwaar je beroep ook kan zijn. De meeste vrouwen in het profpeloton verdienen overigens vrij weinig hoor, daar hoef je niet jaloers op te zijn.
Die beschermde kleding is mooi, maar mogelijk geen stand houdt bij bergritten/heuvelritten waar je nog meer over je max moet gaan dan in vlakke etappes en waardoor je dus nog meer ontploft en het nog meer een gevaar vormt voor de gezondheid (Zeker voor de niet klimmers kan dat een probleem opleveren, zeker als je moet vechten tegen de tijdslimiet)
Het vaker afwerken van dezelfde lussen werkt voor eendagskoersen, maar niet voor etappekoersen. En er moeten dan ook rekening gehouden worden met werkzaamheden, daar moet je dan als koers of omheen proberen te werken of de koers dat jaar niet afwerken, dus daar zit ook nog iets waar je dan moet gaan kijken, hoe je dat dan gaat oplossen. Dat zou je als organisatie dan samen kunnen gaan doen met de renners/ploeg verantwoordelijken.
Tracker/gps hoort er sowieso al te zijn.
Wat ook bijdraagt aan veiligheid, is minder volgers in koers (Motards). Wat je hier dan bijvoorbeeld mee kan doen is 3 televisiemotards (1 voorin de koers, 1 bij peloton en 1 die eventuele achtervolgende groepjes blijft volgen. Een aantal politiemotards en 2 of 3 journalisten, van de organisatie zelf.
De noodknop bestaat al lang in mijn werkveld, simpel en effectief.