Negatief record voor Nederlandse junioren, maar bondscoach Leezer is hoopvol
Het was een opvallend beeld afgelopen weekend: in het eindklassement van de Driedaagse van Axel, een van de meest prestigieuze juniorenkoersen van Nederland, was geen Nederlands vlaggetje te vinden. Pas op plek veertien vonden we de eerste. Het bleek een negatief record: nog nooit in de geschiedenis van de wedstrijd stond er géén Nederlander bij de eerste tien. We vroegen aan junioren-bondscoach Tom Leezer hoe we de uitslag moeten interpreteren.
Nog even naar de uitslag afgelopen weekend: de 17-jarige Belg Rune Boden greep na drie dagen koers in Zeeland de eindzege, voor de Tsjech Daniel Kubena en de Noor Peter Andreassen. Nederland speelde geen rol in het eindklassement, maar won op dag twee wel de tijdrit met Samuel Gunnink van Wielerploeg Groot-Amsterdam en zag Rick Versloot in twee ritten bij de eerste drie eindigen.
Leezer noemt de uitslag in Axel een ‘ongelukkige samenloop van omstandigheden.’ “In de breedte zijn er misschien iets minder topjunioren dan 5 jaar geleden, maar we hebben absoluut talenten in dit land. De Driedaagse stond dit jaar wat ongelukkig gepland. Meerdere topjunioren zaten met hun eindexamens, terwijl ikzelf met een ploeg naar de Tour du Pays de Vaud was. En dan was er ook nog eens de Ronde van Vlaanderen, waar Gijs Schoonvelde op de zesde plek reed. Dan zie je toch dat van onze beste junioren er twaalf tot vijftien niet kunnen rijden in Axel.”
Pays de Vaud
In de Tour du Pays de Vaud, een zware Nations Cup-koers in Zwitserland, leverden de Nederlandse junioren een topprestatie met vier eerstejaars junioren (Finn Bastiaanssen, Noël Goijert, Winand Breuckers, Thijs Wiersma) en twee tweedejaars (Daan Dijkman en Jilles Romers).
“Ik kijk er heel positief op terug”, aldus Leezer, die als bondscoach met de groep mee was. “De ploeg was super onervaren, met vier eerstejaars. Maar we werden gewoon derde in de openingsploegentijdrit. Vooral Jilles en Thijs reden megahard in die tijdrit, en een dag later werd Bastiaanssen tweede in een massasprint. En hij is nog maar net zestien, dus dat was heel mooi.”
Uiteindelijk behaalde Dijkman zelfs een tweede plaats in het eindklassement, “Hij werd derde in de koninginnenrit en mede door onze derde plaats in de TTT eindigde hij als tweede in het klassement, dus het waren heel mooie dagen”, eindigt de bondscoach.
Het probleem ligt hem in het feit dat ze tegenwoordig bij jegg kill djr (junioren Vlab) liever met buitenlanders rijden dan met Nederlandse jongeren. Idem bij WWV, maar wellicht dat veel Nederlandse jongeren daar niet meer willen rijden...
Deze ploegen hebben mooie programma's, waar je kunt leren koersen op het benodigde junioren niveau. Nederlanders komen er daar nauwelijks meer aan te pas tegenwoordig.
Met een beperkt aanbod Nederlandse koersen op topniveau en weinig startplekken voor Nederlandse junioren in de buitenlandse, gaat het wielrennen hier met grote stappen verder door het putje.
Hierin hebben de Nederlandse trouwens verenigingen ook een verantwoordelijkheid. Ze zitten zelf ook op deze neerwaartse spiraal.
Dat WWV en DJR voor buitenlandse renners kiezen, snap ik wel. Er zijn niet voldoende Nederlandse junioren van niveau. Ze willen geen modderfiguur slaan en hun mooie programma behouden.
Oorzaak-gevolg.
Er zijn simpelweg te weinig Nederlandse junioren. En dus ook minder talenten. Puur statistiek. Dat er weinig junioren zijn, komt door demografische ontwikkelingen (allochtonen vinden wielrennen niet zo leuk over het algemeen en de jeugd gaat liever met de fatbike naar de Mac), omdat er amper juniorenwedstrijden zijn en omdat het gewoon een dure sport is.
Carbon-frame, minimaal Ultegra erop, DT Swiss wieletjes, in de weekenden het hele land (en daarbuiten) door crossen om wedstrijden te kunnen rijden, trainingsbegeleiding, etc. Kost je als ouder veel meer geld en tijd dan je kind in het weekend bij de voetbalclub droppen. En ook bij voetbalclubs wordt het allemaal minder. Beetje fiets en bijbehorend materiaal, met nog wat om te trainen en zo, smart trainer... je bent zo € 15k kwijt. Onderhoud dan nog. Wedstrijden betekent ook vaak uren in de auto, uren daar en dan weer uren terug.
En er wordt veel meer getraind dan voorheen bij de junioren. Vroeger trainden veel junioren een paar keer per week. Materiaal speelde geen hele grote rol. En wedstrijden waren er vaak wel in de buurt. Heb weleens wat junioren gevolgd op Strava... en dan zie je dat sommige toppers een uur of 15 per week op de fiets zitten. Die tijd moet je ook maar hebben naast je school en je studie. Want als je geen mega talent bent, is de kans om als Nederlander een jaar of 10-15 een goede boterham te verdienen met wielrennen gewoon heel klein.
Eerder dit jaar deed hij dit al in de Grand Prix Fernand Durel.