‘Nederlandse wereldkampioenen, Belgische knowhow’
Mathieu van der Poel rijdt al zijn hele leven voor een Belgisch team. Maar ook Lucinda Brand (Baloise-trek) en Fem van Empel en Pim Ronhaar (allebei Pauwels Sauzen-Bingoal) leerden de stiel in Vlaanderen. “Onbegrijpelijk dat Nederland geen crossteams heeft”, zegt Jurgen Mettepenningen.
Van der Poel is het bewijs dat het loont om te investeren in jong talent. Dat doet Mettepenningen bij Pauwels Sauzen-Bingoal en opleidingsploeg Bert Containers-Pauwels Sauzen. “Jeugd opleiden is de enige manier om op lange termijn mee te draaien aan de top”, zegt de manager in Het Laatste Nieuws.
Bij zijn jeugdploeg rijden twaalf renners: zes juniors en zes nieuwelingen, allemaal jongens. Maar er is ook oog voor vrouwelijk talent. Begin 2020 werd Fem van Empel als eerste meisjesbelofte binnengehaald. Zondag werd ze wereldkampioene. “Bij ons kan niemand zomaar komen rijden”, zegt Mettepenningen. “Enkel als wij overtuigd zijn van het potentieel, gaan we de renner of renster in kwestie ondersteunen.”
Scouting
Van Empel is een goed voorbeeld van hoe de ploeg te werk gaat. Tot de zomer van 2019 voetbalde ze bij Nuenen, pas in het najaar legde ze zich toe op fietsen: crossen en mountainbiken. “Haar uitslagen vielen ons meteen op”, zegt Mettepenningen. “We gingen ze bekijken. Niet veel later kreeg ze een contract, en ondertussen is ze prof.”

Ook Fem van Empel en Inge van der Heijden rijden in Belgische teams – foto: Cor Vos © 2021
Pim Ronhaar kwam als nieuweling al naar de ploeg. Hij werd ontdekt door toenmalig jeugdploegleider André Tummeleer. Mettepenningen: “Vandaag gebeurt de scouting vooral door jeugd- en damesploegleider Tom De Kort en sportief coördinator Mario De Clercq. Zij zien veel wedstrijden en houden alle uitslagen in de gaten. Tom maakt een deel van de trainingsschema’s en geeft samen met Mario crosstechnische training. Je ziet die gasten gewoon beter worden onder hen.”
200.000 euro
De concurrenten voor Mettepenningen zijn de ploegen van de Roodhoofts en die van Sven Nys. En dan stopt het. “Het is onbegrijpelijk dat er in Nederland geen grote crossploegen zijn”, zegt hij. “Ik snap niet dat daar niemand opstaat. Of toch: een paar jaar geleden was het onbegrijpelijk, vandaag is de voorsprong van de Belgische ploegen gewoon te groot.”
De jeugdploeg van Mettepenningen draait op een jaarlijks budget van 200.000 euro. Een fors bedrag, maar het loont. “Onze meerwaarde zit in topmateriaal en een topopleiding. Wij kijken trouwens niet naar nationaliteit. Of het nu een Belg, Nederlander of Tsjech is: het gaat om het talent.” Aan talent hebben ze in Nederland geen gebrek. Vooral de vrouwelijke dominantie is enorm. Mettepenningen verwijst naar de sportcultuur die in Nederland groter is, en naar de jeugdwedstrijden. “Ze organiseren veel en ook voor jongere leeftijden. Volgens mij zit daar een verschil.”
Laatste stap
Maar de echte cross-knowhow zit dus in Vlaanderen. Lucinda Brand koos in 2019 voor een samenwerking met Sven Nys om de laatste stap hogerop te zetten. In haar Nederlandse omgeving lukte dat niet. De voorbije dagen kon ze niet vaak genoeg vertellen hoe dankbaar ze is voor Nys’ trainingen en technische tips.
Wow, wat een artikel.
Ploegen met kleinere sponsors, zoals Parkhotel-ZZPR.nl, kunnen dan weer niet concurreren met de financiële slagkracht van de Belgische ploegen.
Als je ziet hoeveel mensen nu naar het WK kijken, heb je toch een mooi doelpubliek. En er zal daar toch wel een groot deel tussen zitten die wekelijks naar de cross wil kijken en niet enkel een WK.
Nu vraag ik me wel af in Nederland: is de jeugd bijvoorbeeld ook verzot aan het schaatsen of wordt dit meer en meer iets voor de oudere generatie?
Het zou dus mooi zijn als skeeleren Olympisch wordt, kunnen we daar ook nog wat medailles ophalen. En in (relatieve) tegenstelling tot langebaanschaatsen is skeeleren wel uitdrukkelijk heel internationaal.
Ik denk dat in Nederland langzaam het besef nog moet doordringen dat het veldrijden enorm in de lift zit. Het kan haast niet anders met al dat Nederlandse succes, dat men er langzaam over na begint te denken. En het zou me dan ook niet verbazen, dat als deze trend zich voortzet, we weldegelijk een Nederlands crossteam kunnen verwelkomen in de nabije toekomst.
Dat Nederland gemakkelijk een paar medailles op zal halen wanneer skeeleren Olympisch wordt valt te betwijfelen. In die sport speelt Nederland slechts een marginale rol internationaal gezien. Het zijn vooral Zuid-Europese en Zuid-Amerikaanse landen die de prijzen pakken.
Sowieso trouwens bespottelijk dat skeeleren nog geen Olympisch onderdeel is, maar rijden op de rug van een dier wel. Middeleeuws gedoe.
Bert Containers-Pauwels Sauzen zou trouwens wel een fantastisch naam zijn voor een World Tour ploeg.
Als je Sven Nys als ploegleider hebt, zal je toch wat meer bijleren dan pakweg Mouray (Frankrijk) of Simunek (Tsjechie).
Als je natuurlijk het geld hebt om een goeie (belgisch/nederlands?) omkadering aan te trekken en paar goeie renners kun je natuurlijk ook goeie ploeg oprichten.
Is dan misschien wel belgische ploeg met buitenlands geld, maar je moet ergens starten.
Had er een opiniestuk van gemaakt met de vraag waarom lukt het niet om structureel Vlaams wielertalent voort te brengen met al die knowhow. Nu komt het over als ja maar jullie pakken dankzij ons zoveel prijzen, wat natuurlijk een enorm simplistische kijk op de zaken is. Kennelijk vond de schrijver dat daar de nadruk even op moest. Nou feliflapstaart.
In 2018 was Thijs Aerts nog een van de betere beloften, is er bij de profs nog niet echt uitgekomen.
2018-2019 hadden ze Andreas Goeman die goed reed bij de beloften maar nu de stap gezet heeft naar de weg.
Yentl Bekaert was bij de junioren en beloften vaak voorin te zien, maar is dit jaar er ook niet uitgekomen.
Het budget heeft er natuurlijk ook mee te maken. Met Van Kessel en Hermans hadden ze ook 2 subtoppers, die ze niet meer naar waarde konden betalen.
Maar met alleen Beckaert en Goeman als laatstejaarsbeloften en Nys en nog een eerstejaarsbelofte was de vijver bij Telenet sowieso klein.
Pauwels heeft met Bellens, Kopecky en Verburg ook drie jongens laten gaan dit jaar. Toch hadden ze nog Van den Bosch en Ferdinande op het WK voor België, Camps was reserve en Kamp en Ronhaar voor Nederland.
Misschien is het goed om via deze route de talenten te ontwikkelen tot professionele veldrijders. Maar toch lukt het via deze structuren niet om veldrijders het laatste stapje te laten zetten; alle mannelijke crossers in deze ploegen blijven uiteindelijk hangen op een niveau dat nog een stukje verwijderd is van Mathieu en Wout.
Dat kan liggen aan het uitzonderlijke talent van deze twee. Maar misschien ook wel doordat de mix van goede crossbegeleiding en een wegprogamma op hoog niveau. En daarom kun je misschien wel beter in een goede wegploeg zitten die je vrijheid geeft om fatsoenlijk te crossen, dan een goede crossploeg met een matig wegprogramma.
Is het niet voor iig grootste deel verdienste v verenigingen?
Heb niet het idee dat het (voor volwassenen) makkelijk is om aan wedstrijden mee te doen. En vgns mij is recent de drempel door een wijziging in leden/licentie etc. structuur weer hoger geworden.
NL TV laat het best afweten natuurlijk. Voetbal, voetbal, voetbal en schaatsen....
Anderzijds is het natuurlijk ook idioot als voor een superklein taalgebied als het Nederlands 3x zendtijd aan iets wordt besteed.
Bij nationale crossen schiet het niveau wel in een keer wat omhoog, maar alsnog heb je wmb genoeg doogroeimogelijkheden.
Overigens is dit op de weg wel anders; maar met de nieuwe structuur wordt het dit jaar allicht een klein beetje beter.
Ook is er geen gedegen promotie/degradatiesysteem, dat is iets waar de KNWU nog veel van het Amerikaanse systeem kan leren waar 6 of 7 verschillende categorieën zijn met een goed promotie/degradatiesysteem. Op zich zit er nu wel verbetering in met de nieuwe startlicentie en de scheiding van amateurs en sportklasse in koersen, maar de doorstroom moet echt beter.
Qua snelheden; clubkoersen is tot daar aan toe. Dat is in clubverband en niet echt “klasse” gebonden. Als de vereniging niet voorziet in verschillende categorieën dan is het wat het is. Bij de KNWU funklasse is het wel zo dat licentierijders uitdrukkelijk niet meekoersen (hooguit meerijden om de opstappers te begeleiden en aanwijzingen te geven) dus dat blijft ongeveer bij 40 gemiddeld steken. Dat het tempo afschrikt snap ik aan één kant wel, aan de andere kant moet je ook wel enig niveau hebben om te gaan koersen als je die ambitie hebt. Je kunt niet verwachten dat er hele wedstrijdseries opgezet worden om maximaal 30 gemiddeld te rijden. Dan kun je beter bij de NTFU gaan koersen...
De meeste clubkoersen hebben wel verschillende categorieen, maar alles start samen gezien het eigenlijk altijd een parcours is van 1-2km. Overigens gaat de nieuwe startlicentie (voorheen basislid/funklasse) vrij vaak ook samen met de sportklasse dit seizoen. Voor mij een reden om geen sportklasse licentie meer te halen maar een startlicentie, en daarmee de combikoersjes te rijden. Ik rij in de zomer toch vooral fixed gear criteriums dus voor die paar wegkoersjes ga ik niet 100 euro neerleggen.
Er is een samenwerkingsverband tussen de KNWU, NTB en de KNZB om op elkaars licenties mee te mogen doen met wedstrijden. Kom lekker openwaterzwemmen en triathlonnen met je startlicentie joh! ;)
Ik vond VD Haar beter rijden toen hij begeleid werd door Richard.
En bij de vrouwen is het simpel, de meeste jonge Belgische meisjes hebben gewoon weinig tot geen interesse in topsport, het zit er gewoon niet in en dat gaat ook niet gebeuren. Het kan en moet natuurlijk beter dan wat het nu is, maar 5 Belgische dames met podiumkansen op een WK gaat nooit gebeuren. Dat gaan zal altijd wel variëren tussen 0 en 1, misschien ooit een "gouden generatie" met 2.
Nederland heeft een echte vrijwilligers wielerverenigingen cultuur, met veel oude clubs die jaar in jaar uit zich inzetten voor alle categorieën. In België heb je een (betaalde) belangenvereniging die toevallig door Pa gesponsord een club oprichten voor zoonlief of dochter, zodra die bij een team gebracht stopt de club. Elke club kan ook elk jaar zijn leden gewoon wegsturen omdat ze niet goed genoeg zijn of omdat ze opeens een andere categorie gaan steunen. Er is dus totaal geen continuïteit, als wat mindere renner/renster bij de jeugd de motivatie te bewaren is dus in België veel moeilijker. En let wel Lucinda was helemaal niet zo'n grote topper in de jeugd, waarom ze trainde amper, dat is ze pas gaan doen bij de dames en had daardoor nog een enorme groei mogelijkheid. Maar waarschijnlijk als ze elk jaar zou zijn weggestuurd bij weer een papa's belangenvereniging was ze ook al lang gestopt voordat het moest beginnen.
Zelf eigenlijk al eens in Gent geweest of hoe kom je tot je conclusies?
Ondanks dat de stad stevig investeert in een nieuw circulatieplan, veiligere infrastructuur, fietsstraten, fietsbruggen, fietstunnels, enz. klagen almaar meer mensen dat de stad overspoeld wordt door fietsers (de vele studenten, maar ook bij de milieubewuste Gentenaren zelf is de fiets een zeer populair vervoersmiddel). Jaren geleden al telde de stad een pak meer fietsen dan inwoners en dat zal er de laatste jaren alleen maar erger op geworden zijn.
Gent profileert zich al jaren als dé fietsstad van België, maar ondanks dat er zware investeringen gedaan worden krijgt de stad de enorme aantallen gewoon niet 'verwerkt'.
Gent/Leuven waren daarom aanvankelijk ook voorbeelden van waar je wel veel fietsers ziet. West-Vlaanderen ook wat meer dan gemiddeld is mijn indruk.
Mag ik op mijn beurt vragen of je wel eens in een grote Nederlandse stad bent geweest? En hoe de fietsers daar zich gedragen?