Mathieu van der Poel: “Het gevaarlijkste aan onze sport zijn de renners zelf”
Interview Mathieu van der Poel kan vandaag zijn tweede monument van het seizoen winnen. Dat is ook de ambitie bij Alpecin-Deceuninck, die met Jasper Philipsen nog een grote kanshebber hebben op de overwinning. “Niks moet nog voor mij dit seizoen, maar natuurlijk zou het heel gaaf zijn om Parijs-Roubaix weer te winnen”, vertelde Van der Poel op de persconferentie aan de verzamelde pers.
Van der Poel en Philipsen, de nummers een en twee van vorig jaar, stonden vrijdagochtend de pers samen te woord. De twee kopmannen van Alpecin-Deceuninck vertrokken na het persmoment naar Frankrijk, waar ze een verkenning zullen doen van Parijs-Roubaix.
Mathieu, hoe waren je dagen in Spanje?
“Ik heb genoten van het goede weer in Spanje. Dat was dé reden om naar daar te gaan. Maar ik wilde ook nog wat trainen. Ik ben blij dat ik toch nog drie goede trainingsdagen heb gehad. Als ik na Roubaix geen koersen meer had, was dat niet zo belangrijk geweest. Maar daarna is het niet gedaan, dus wil ik mijn goede vorm houden.”
Philipsen: “Zie je die tan-lines niet? Hij heeft meer in de zon gelegen (lacht).”
Was je effectief gaan hardlopen de dag na de Ronde, of klopt dat niet?
Van der Poel: “Dat klopt inderdaad niet. Freddy (zijn vaste trainingsmaat Freddy Ovett, red.) en ik waren gaan fietsen, en hij was daarna nog gaan lopen. Het was een 1 april-grap van hem. Ik ben zelf geen fan van die 1 april-grappen, maar niemand vroeg het me, dus… (lacht).”
Waar waren jullie gisteren tijdens de val in de Ronde van het Baskenland?
Van der Poel: “Ik was op weg naar het vliegveld om weer naar België te komen. Ik wil wel zeggen dat ik vind dat het gevaarlijkste aan onze sport de renners zelf zijn. Wij nemen de risico’s. Dat is het grootste probleem. Het is gewoon zo dat iedereen op hetzelfde moment voorop wil zitten en dat gaat gewoon niet. Je kan het vast wel beter maken, maar helemaal veilig zal het nooit worden. Dat is jammer.”
Philipsen: “Ik was thuis en kreeg een live-update dat er een grote val was. Ik zag natuurlijk al snel dat alle grote namen erbij betrokken waren. Veel jongens liggen er misschien een paar maanden uit, dat is jammer om te zien. Helaas gebeurt het vaker de laatste tijd. Als team zijn wij gelukkig van pech gespaard gebleven tot nu toe. Dat is natuurlijk in ons voordeel. Het zorgt ervoor dat we gewoon ons plan kunnen volgen. Maar het is jammer om te zien dat veel van onze concurrenten pech hebben.”
Mathieu, de chicane. Wat vind je ervan?
Van der Poel: “Ten eerste vind ik het goed dat ze iets anders proberen. Ik ben een grote voorstander van het feit dat ze iets willen veranderen. Maar naar mijn mening is de chicane niet de juiste manier. Het de week ervoor pas beslissen, is misschien ook niet de beste optie. Het is een van de gevaarlijkste passages die we doen. Ik voel me daar ook nooit op mijn gemak in het peloton. Het is dus goed dat ze erover nadenken, maar zomaar iets veranderen om iets te veranderen is ook niet de juiste manier.”
Wat zou de oplossing dan wel moeten zijn?
Van der Poel: “Ik denk dat die weg van rechts (de weg waar de chicane is gelegd, red.) opties biedt. Na mijn reactie op sociale media kreeg ik ook een bericht van Adam Hansen (de voorzitter van de CPA, red.) Hij zei me dat er een aantal opties zijn voor de komende jaren en die zien er best goed uit. Maar de oplossing die ze nu hebben, zal er naar mijn mening alleen maar voor zorgen dat het nog gevaarlijker wordt. De eerste renners zullen er goed doorkomen, maar als je niet bij de eerste 20 zit, verlies je misschien al een halve minuut. Voor mij is het dus niet de juiste oplossing. Maar als de meerderheid van de renners vindt dat dit beter is, sluit ik me daarbij aan.”
Is die kasseistrook van Arenberg de gevaarlijkste van ze allemaal?
Van der Poel: “Voor mij wel. Die kasseien zijn ook niet bedoeld om met een racefiets op te rijden, vind ik om eerlijk te zijn. De andere stroken liggen er soms ook slecht bij, maar zijn wel doenbaar. Met 65 km/u Arenberg oprijden heeft niks met vaardigheid te maken. Dat is gewoon hopen dat je fiets het houdt.”
“Wat Visma | Lease a Bike vorig jaar deed (ze trokken door op de strook voor Arenberg om zo het peloton flink uit te dunnen en het gedrum te ontlopen, red.), was heel goed en slim. Dat was achteraf gezien de meest ontspannen manier om naar Arenberg toe te leven. Maar het probleem is nu dat iedereen dat weet, dus eigenlijk is dat niets waard.”
Philipsen: “Zelfs iemand die heel goed overweg kan met de fiets, kan nog een lekke band krijgen. Het is gewoon heel moeilijk om daar rechtop te blijven.”
Mathieu, heb je als wereldkampioen soms het gevoel dat je een belangrijke stem bent?
“Dat wil ik niet zijn. Dat is het juist. Ik geef mijn mening, maar als de rest van het peloton iets anders denkt, volg ik gewoon. Ik ga zondag gewoon de koers proberen te winnen, met of zonder chicane. Ik wil er niet teveel over nadenken.”
Parijs-Roubaix wordt gezien als een van de gevaarlijkste wedstrijden. Maakt dat jullie nerveus?
Philipsen: “Ik denk dat Parijs-Roubaix deels over geluk hebben gaat, maar ook over positioneren. Als je goed bent, zit je vooraan en dan blijf je meestal uit de problemen. Als je minder goed bent, zit je in het midden van het peloton, waar alle pechgevallen gebeuren. Het is dus wel voor een deel pech, maar het heeft voor mij ook veel te maken met goede positionering.”
Van der Poel: “Zoals in elke klassieker zijn er gevaarlijke punten. In Luik-Bastenaken-Luik bijvoorbeeld is de afdaling voor de Redoute een van de gevaarlijkste afdalingen die we hebben. We koersen nog steeds op open wegen. Het is moeilijk om alles te veranderen. Je kan wel een bepaald punt veranderen, maar er zal altijd gevallen worden. Zoals ik al zei, het zijn vaak de renners zelf. En soms moet je ook gewoon geluk hebben.”
Hoe kan Jasper zondag Roubaix winnen?
Van der Poel: “Ik denk dat we een situatie kunnen creëren zoals vorig jaar. Daar hebben we allebei baat bij. Onze kracht is dat we allebei op verschillende manieren kunnen winnen. We zijn dus een goed duo. Maar je moet ook een portie geluk hebben. Vorig jaar zijn we eigenlijk de hele koers uit de problemen gebleven. We hadden geen lekke banden of kenden geen pech. Dat is en blijft heel belangrijk in Roubaix.”
Wat gaat er gebeuren als jullie met twee op de piste komen? Wie gaat er dan winnen?
Van der Poel: “Een van ons.”
Philipsen: “Ik denk dat onze kaarten dan wel al op tafel liggen. We zullen ook in die situatie duidelijke instructies gekregen hebben. Maar we moeten eerst in die situatie komen.”
Van der Poel: “Als we de piste opdraaien, ga ik naar rechts en Jasper naar links (lacht).”
Jasper, heb je het gevoel dat je Mathieu een gunst moet doen na Milaan-San Remo?
Philipsen: “Natuurlijk wil ik op een bepaald moment iets teruggeven.”
Van der Poel (pikt in): “Ik verwacht dat niet. Zoals ik al zei, vorig jaar heeft hij al meer dan genoeg gedaan in Roubaix. Het gaat ook niet over iets terugkrijgen. Ik deed in San Remo wat ik deed omdat de best mogelijke optie was in die situatie. Ik weet dat hij hetzelfde zou gedaan hebben. Het is niet dat ik zoiets doe om iets terug te krijgen.”
Zijn jullie meer ontspannen dan normaal omdat jullie beiden al een monument hebben gewonnen?
Philipsen: “Het is goed dat we ons niet meer hoeven te bewijzen in het voorjaar of dat Roubaix de laatste kans is, want in Roubaix kan door pech je kans opeens verkeken zijn. Die zeges die we al hebben geven ook juist extra vertrouwen. We zijn hongerig om zondag weer voor de zege te gaan.”
Van der Poel: “Voor mij was het al een speciaal jaar in de regenboogtrui. Ik kan tot nu toe alleen maar heel tevreden zijn over mijn prestaties. Het winnen van de Ronde van Vlaanderen was het hoofddoel. Wat er nu nog komt dit jaar is allemaal bonus. Maar natuurlijk zou het heel gaaf zijn om Roubaix weer te winnen.”
Is Mons-en-Pévèle dé strook om aan te vallen?
Van der Poel: “Als de wind goed staat wel. Maar vorig jaar stond die daar niet gunstig. Het is zeker een van de zwaarste stroken, je kan er het verschil maken. In Parijs-Roubaix is de wind wel cruciaal en zeker daar. Je hebt ook het stuk na de kasseien waar je het tactisch kan spelen, maar dat is lastig.”
Heb jij RIDE Magazine al besteld?

Btw: ik denk dat het zondag wel mee gaat vallen. Haveluy, een van de zwaarste stroken ligt een paar kilometer voor Wallers. Ik verwacht dat de big dogs daar al wel een afsplitsing zullen forceren om te voorkomen met een groot peloton aan te komen.
Zeker de renners maken de koers. Maar wat wil je met groeiende budgetten, salarissen en belangen met een sport wat in feite een race is.
Dat blijft dringen, hectiek, beetje afsnijden, blocken. Naast de vermoeidheid waardoor vreemde zwiepers ontstaan of het plots van lijn veranderen.
Wat de verantwoordelijkheid van de UCI en organisaties niet wegneemt om meer inspanning te leveren mbt veiligheid.
Alles bij elkaar is dit nog vrij onprofessioneel geregeld in deze sport ondanks de opgetuigde diverse functies en organisaties en dat is juist het probleem.
Dat zie je zelfs bij een topper als Wout. Die heeft een zelfvertrouwen dat conditioneel is, dus afhankelijk van een perfect doortimmerd plan. Als dingen anders gaan dan verwacht, dan hapert ie. Mathieu's zelfvertrouwen is niet conditioneel maar a priori aanwezig. Daarom excelleert hij vanuit de spontaniteit.
Het is een sport, dus gaar het om winnen en om te winnen moet je op bepaalde plekken zitten om te winnen.
De meeste ploegen hebben resultaten nodig om überhaupt een goede sponsor te vinden, dus die moeten op de belangrijke punten vooraan zitten.
Voor heel veel renners is het belangrijk om goede resultaten te boeken om het jaar daarna nog een contract te krijgen, dus die moeten op belangrijke plaatsen vooraan zijn.
Je kan niet aan je concurrenten vragen om op bepaalde gevaarlijke plekken rustig aan te doen, want dan weet je dat er daar juist aangevallen haat worden. (Zie bovenstaande).
Er zijn maar een beperkt aantal renners die bovenstaande niet of in mindere mate geldt.
Enige oplossingen zijn dus ook: de fiets, de kleding, het parcours en veiligheidsmaatregelen in de koers. Laatste 2 zijn overigens ook weer lastig vanwege de kosten die dit met zich mee brengt
Ook goed om te lezen hoe ze met elkaar omgaan. Het is logisch dat Philipsen iets terug wil doen en MvdP het vriendelijk afslaat. In de realiteit weten we dat als het erop aankomt Philipsen zal gaan werken.
Nee, ik zie Philipsen niet op kop rijden voor VdPoel of wachten als die laatste een technisch mankement heeft en een gat moet dichten. Daarvoor dicht hij zichzelf en ook anderen hem te veel kansen toe.
Maar goed, als het inderdaad de renners zijn, dan is het aan de grootheden in het peloton om leiderschap te tonen, in plaats van dat uit de weg te gaan, zoals hij hier vervolgens doet.
maakt', die andere renners 'tot het uiterste dwingt te gaan'.
Mathieu pleit zichzelf niet vrij van ook een renner te zijn die risico's neemt, maar indien hij
door zijn onstuimigheid ook al eens op zijn bakkes gaat, is hij de énige die daar schade aan
overhield en nooit de aanstichter om een hele resem renners hierin mee te sleuren.
Dat sommige renners, die zijn skills niet bezitten, die vervolgens compleet de pedalen
kwijt raken in hun obsessie om in Matje's wiel te kunnen plakken, op hun bakkes gaan?
Tja, daar ga je niet die blunderende idioten de schuld geven, maar het doodleuk naar
Mathieu gaat verhalen, omdat hij die arme zielen tot het uiterste dwong?
Die klappert afgelopen PR op de carrefour was ook na één dit type acties. En het is allemaal harstikke mooi en kundig maar daarom niet minder waar.
Dat misschien wel de meest stuurvaardige man in het peloton dit zegt geeft natuurlijk wel aan dat er echt iets moest veranderen. Maar ik schrok toch wel toen ik de chicane zag. Maar goed, denk dat je beter op asfalt dan op kasseien kan vallen. Swings and roundabouts zullen we maar zeggen.
Verder moet er echt snel door een kundig iemand naar de schijrem gekeken worden. In alle drie de crashes (Gino, DDV, gister) gaan ze te snel; bij Gino en gister schatte de eerste(n) de bocht niet goed in, rekenend op hun rem gaan ze te snel en vliegen uit of houden net de bocht, en de rest volgt als makke schapen. Gaat het fout, gaan velen er overheen, tot de eersten die nog in rechte lijn kunnen remmen, en, hier met dank aan de schijfrem, snel stilstaan.
Maar gister (90km/h volgens een 'parcoursbouwer' op Radio1) en bij Gino (105km/h) gaan ze veel te hard op de 'slecht-tot-niet zichtbare' bocht af.
Dat was niet zo met remblokjes. Dan remde je van te voren al af.
Dat *moet* terug. Linksom of rechtsom.
De crash in DDV is anders. Drie mannen besluiten "he ho, let's go!". En drie sportieve mannen zetten flink aan. Maar; ze reden al grofweg 80km/h. Maar vooral, ze reden met het voorwiel in de kont van de voorganger. En de een geeft wat meer kracht dan de ander, wielen raken elkaar, einde verhaal.
Ik denk dat dit door de schijfrem komt. Ik zie een analogie met de komst van de ABS en de bumperklevers die opeens echt tegen je bumper aanzaten; ze konden toch sneller stilstaan dan jij.
Het is in ieder geval een verschijnsel sinds de schijfrem.
En dit *moet* weg.
Rijders moeten weer gedwongen worden een kleine afstand tot hun voorganger te respecteren. En dat gaan ze niet doen omdat iemand dat zegt.
Maar ik denk dat andere remmen daarin een rol kunnen spelen : ik hou van de redenering door het absurde : zonder remmen ging het Gino-peleton niet zo hard op die bocht af. Et ceatera.
Voor mij zijn remmen die de topsnelheid niet zo laten oplopen maar wel beschikbaar zijn voor een noodstop, een hoeksteen van de oplossing voor de huidige crisis.
Hij is ook niet de zwaarste renner, sprinter, hardrijder, tijdrijder.
Optie is nog: op riskante afdaling of lastige punten in het parkoers de boel neutraliseren met een motor of zo, gecontroleerd passeren, en weer verder. Fijn voor de gelosten ook.
Nog even los van dat domme pech en de invloed van het weer ook altijd zullen blijven bestaan in zelfs perfecte harmonie tussen de vele partijen.