Maak kennis met de stemmen van de cross: “Voor het geld moeten we het niet doen”
foto: Guido De Meyer
Niels Bastiaens
dinsdag 26 december 2023 om 12:15

Maak kennis met de stemmen van de cross: “Voor het geld moeten we het niet doen”

Interview Hun gezichten zal u misschien niet herkennen, maar als u ooit bij een Belgische cross bent geweest, doen hun stemmen wél een belletje rinkelen. Speakers Willy De Clercq (67, links op de foto) en Niko De Muyter (50, rechts) zijn al jaar en dag dé stemmen van het veldrijden, en dat doen ze met bijzonder veel passie. We leren hen beter kennen in een dubbelinterview.

We zoeken de twee op na de Exact Cross in Essen, waar ze in de VIP-ruimte gezellig zitten na te kaarten met een drankje. “We komen dan ook supergoed overeen, ook buiten de koersen”, steekt De Clercq van wal. “Soms vraag ik me af waarom wij elkaar zo goed verstaan. Hij weet wat ik ga zeggen en ik weet waar hij op aanstuurt. Dat maakt het geweldig leuk samenwerken.” De Muyter ervaart dat hetzelfde: “Die automatismen zijn intussen zodanig gegroeid, dat alles vanzelf gaat. En dat zelfs zonder een specifieke rolverdeling.”

Heren, al zo lang ik op de cross kom, doen jullie het commentaar. Hoe zijn jullie in het speaker-vak gerold?

De Muyter: “Dat is intussen al 36 jaar geleden. Op mijn veertiende, ben ik er onverwachts mee begonnen. Mijn vader had een fietsenwinkel bij ons in Haaltert. Met zijn camionette ging hij altijd naar de koersen in de buurt, om mee te rijden als bezemwagen. Dat was goede reclame, vond hij. Ik wilde en mocht als kind graag mee naar die koersen, maar er was toen een reglement dat kinderen jonger dan 18 jaar verbood om mee te rijden in de wedstrijdcaravaan.”

“Dus werd ik tijdens die wedstrijden bij de speaker gezet. Die man dronk al eens graag een pintje, en tussen de passages van de renners door dook hij graag het naburige café in (lacht). Dan zei hij tegen mij: ‘vermeld intussen de sponsoren eens of zo.’ Op een bepaalde dag was die man ziek en zochten ze een vervangspeaker. Mijn pa zei meteen: ‘geen probleem, onze Niko doet dat wel.’ Ik had niet veel keuze, maar opeens was ik speaker bij een koers voor nieuwelingen. Het moet zijn dat het mij is bevallen, anders zaten we hier nu niet.”

De Clercq: “Bij mij is het ook begonnen bij mijn ouders, zo’n 52 jaar geleden. Die hadden een café en organiseerden zelf ook koersen. In het begin, toen ik tien jaar was, mocht ik met mijn vader mee in de pilotagewagen van de koers. Een rode vlag bestond toen nog niet. Het was echt afroepen: ‘opgelet, de renners zijn in aantocht.’ Op mijn vijftiende ging ik een stapje verder, en mocht ik commentaar geven bij de koers die wij thuis organiseerden. Daarna deed ik een paar koersen bij ons in de streek, en nu is dat uitgegroeid tot een serieuze hobby.”

Voor alle duidelijkheid: dit is niet jullie vaste job, hé.

De Muyter: “Ik werk doorheen de week bij Cycling Vlaanderen, als clubondersteuner. Mijn vak als speaker doe ik niet als vrijwilliger, maar rijk ga ik er ook niet van worden (lacht). We krijgen natuurlijk wel een vergoeding, maar na aftrek van belastingen houd je daar niet veel van over. Dat zijn peanuts. Het is de passie en de liefde voor de sport die je moeten drijven. Als je het ziet als een bijverdienste, moet je er niet aan beginnen.”

De Clercq: “Vroeger vroeg men bij die lokale koersen eerder een schoolmeester om de koers te becommentariëren. Echte speakers waren er niet. Maar bij ons is dat toch stilaan gegroeid en we mogen nu een mooi pakket van koersen becommentariëren. Ik heb er ook de tijd voor, omdat ik gepensioneerd ben. Wij zijn geen professionals, maar het is uniek dat we dit beroep zo veelvuldig kunnen uitoefenen. Eigenlijk hebben we dat allemaal te danken aan mond-aan-mond-reclame. Hoe meer wedstrijden je doet, hoe vaker je wordt gevraagd.”

De Muyter: “We moeten ook wel, want speakers zijn met uitsterven bedreigd. Ik doe intussen ook de Zesdaagse van Gent en veel Vlaamse klassiekers op de weg. Allemaal als ‘hobby’. Ik vind het fantastisch om dat te mogen doen, maar het is ook intensief. Je vertrekt om 7 uur ’s ochtends, je praat de koersen de hele dag aan elkaar, en voor 20 uur ben je niet thuis. Waar vind je nog mensen zo gek om dat te doen? (lacht). Jonge mensen zeggen: ‘ik heb een huis dat ik moet afbetalen, rekeningen komen binnen.’ Als ze iets naast hun werk doen, zijn er lucratievere opties dan speaker zijn.”

Wat is het grote verschil tussen jullie en de commentatoren op televisie?

De Clercq: “Als speaker kan je jezelf meer uitleven. Wij kunnen opgaan in het enthousiasme van de wedstrijd. Een tv-commentator mag dat eigenlijk niet. Bij Michel Wuyts was het nationaal nieuws als hij eens door zijn enthousiasme ‘Tommeke, Tommeke, Tommeke, wat doe je nu’ riep, maar dat kunnen wij eigenlijk altijd hé (lacht).”

“Je staat ook meer in contact met het publiek en de renners. Ik herinner me nog dat duel tussen Wout van Aert en Mathieu van der Poel, vorig jaar in Herentals. Het publiek ging geweldig in die wedstrijd op. De man van het geluid ging daar volledig in mee door constant opzwepende muziek af te spelen, en ook wij werden steeds heviger (lacht). In het Kuipke, waar Niko commentaar geeft, heb je hetzelfde. Je gaat zo hard mee met het enthousiasme van het publiek dat je zelf ‘Iljoooo’ wil beginnen roepen.”

Foto: Jens Morel

De Muyter: “Anderzijds hebben wij ook onze stiltemomenten. Dan speelt er wat muziek Als er even niets te vertellen valt, is het geen probleem als het een minuut of twee stil is. Maar op televisie is twee minuten zwijgen wél bijzonder lang. Een Ruben Van Gucht heeft die ademruimte niet.”

De Clercq: “Maar hoe langer, hoe meer ik wel ondervind dat die mannen veel respect voor ons hebben. Deze ochtend is co-commentator Paul Herygers nog bij ons geweest. Hij vroeg ons: zijn er nieuwtjes, mannen? Die professionele commentatoren weten ook dat wij het heel intensief volgen. Ik ken Ruben Van Gucht heel goed, vanaf hij nog kind was. Soms overleggen we over jeugdrenners, als hij een kampioenschap moet becommentariëren. Een leuke appreciatie.”

Komt die appreciatie ook van de renners, die jullie natuurlijk ook bezig horen?

De Clercq: “Ik krijg weleens mee dat renners enthousiast zijn over ons commentaar. Zeker als we nuttige informatie meedelen, zoals hun voorsprong of achterstand. Als een renner pech heeft gehad, proberen we die vocaal ook wat te ondersteunen. We kijken niet alleen naar de nummers één en twee in de uitslag, maar willen iedereen eens genoemd hebben.”

“Om eerlijk te zijn, dat contact met de renners heb je veel meer in de cross dan op de weg. Die crossfamilie is ook veel kleiner en leeft dichter bij elkaar. Kijk, ik ken Sven Nys en Sven Nys kent mij. Ik ken Bart Wellens en hij mij ook. Ik ken Patrick Lefevere ook, maar vraag aan hem niet wie ik ben. Je ziet in de cross vijf maanden lang elke week dezelfde mensen: renners, oud-renners, pers, publiek. Dat is het leuke eraan. Het is persoonlijker en familialer.”

De Muyter: “Ik heb ook met wegrenners een goed contact. Laurens De Vreese, ex-prof bij Astana, heeft me vorig jaar uit de nood geholpen. Ik kreeg zaterdag de vraag of ik zondag een koers wilde becommentariëren op de piste. Mij lukte dat niet, maar dan moest ik terugdenken aan een gesprek dat ik ooit met Laurens had. ‘Als je ooit eens een speaker nodig hebt, dan mag je me altijd bellen’. ’s Avonds laat belde ik dus naar Laurens. Die zat op een familiefeest en was al goed beschonken. ‘Ja, ja, ik ga dat doen’, zei hij. Waarschijnlijk had hij vijf minuten later al spijt dat hij ja had gezegd. Maar hij was zondag op de piste. En hij heeft dat goed gedaan (lacht).”

Ik neem aan dat jullie je meestal grondiger voorbereiden. Kruipt daar, als niet-professionals, veel tijd in?

De Clercq: “Uitslagen bijhouden, daar ben je per week toch een paar uur mee bezig. Niet alleen van de Belgische crossen, maar ook in Nederland, Tsjechië en alle UCI-crossen. Als er hier plots een Tsjech komt meedoen, moet je daar toch ook iets over kunnen zeggen. En verder: je leest bronnen zoals WielerFlits en je probeert daar de belangrijkste zaken van mee te nemen of soms op te schrijven. Maar ik ken ook collega’s die jullie hele voorbeschouwingen afdrukken. Ieder zijn eigen manier.”

De Muyter: “Willy is gepensioneerd, die heeft daar alle tijd voor (lacht). Ik probeer veel te lezen, maar dat lukt niet altijd. Vroeger had ik een Excel-bestand met alle uitslagen. In het begin van het jaar probeer ik dat elke keer weer goed bij te houden, met veel goede moed. Maar als het drukker wordt op het werk, is dat het eerste dat sneuvelt. Als ik zeg dat ik er een uur per dag mee bezig ben, dan onderschat ik het waarschijnlijk nog.”

De Clercq: “Het zijn ook alle categorieën, die je moet volgen hé. Van nieuweling tot junior tot alle profs: van alles moet je wel iets afweten. Die nieuwelingen, dat zijn vaak nog de moeilijkste. Daar vind je heel weinig over terug. Over Wout van Aert is het gemakkelijk om het laatste nieuws mee te pikken, maar voor informatie over die nieuwelingen moet je vaak diep graven.”

De slotvraag is voor Willy: hoelang zie je jezelf nog commentaar geven?

De Muyter: “Hij mag niet stoppen van mij (lacht).”

De Clercq: “Het staat nog niet honderd procent vast, maar ik heb besloten om in 2026 te stoppen. Dan ben ik 70, dus kan ik het nog een jaar of drie doen. De weg ben ik al aan het afbouwen. En ze moeten mij ook nog willen, hé. En je moet gezond blijven. Je wil het op een waardige manier blijven doen. We hebben ooit een speaker gehad, die zo slecht zag dat hij iemand naast zich moest hebben om aan hem te vertellen wie er eigenlijk passeerde. Zo ver wil ik het nooit laten komen.”

De Muyter: “We zullen dan wel opvolging moeten vinden, want zo veel andere vaste speakers zijn er niet in België. Als er mensen zouden zijn die dit lezen met de juiste passie, heb ik voor hen maar één raad. Gewoon doen! Er bestaat geen opleiding tot speaker, dus is het een kwestie van klein beginnen, veel ervaring opdoen en zo snel bijleren. We hebben jonge mensen die ons vak willen voortzetten broodnodig, dus bij deze een warme oproep!”

RIDE Magazine
4 Reacties
25-12-2023 10:52
Mooi kijkje achter de schermen, dank!
25-12-2023 10:06
Leuk dit. Op Eurosport Player zet ik ambiance geluid wel eens aan als ik de vervelende humor van die Jeroen even zat ben en dan hoor ik dus het prima commentaar van deze heren. Kun je cross prima mee volgen.
Maar omdat ik Thijs van Amerongen wel graag hoor, blijf ik toch ook weer teruggaan naar NL commentaar.
Bij wegwedstrijden kies ik ook vaak voor andere taal dan NL. Kelly en McEwen zien bv alles in de koers terwijl Kroon graag babbelt en soms iets niet ziet.
26-12-2023 10:11
@Jacques comijn makkelijk commentaar. Die mannen zijn van een uitstervend ras. Beetje meer respect voor de Speakers bij de koers. Anders sta op en ga het zelf doen.
25-12-2023 18:27
Een beetje minder roepen en tieren zou wel aangenamer zijn
Altijd er boven willen kraaien....
En driemaal alles herhalen he Willy....zo vervelend

Reacties zijn gesloten.

RIDE Magazine