Louis Barré was dé revelatie van de Amstel Gold Race: “Had misschien de benen om Evenepoel te volgen”
Louis Barré was zondag de grote revelatie van Amstel Gold Race. De 25-jarige Fransman van Intermarché-Wanty verraste door de finale mee te kleuren en uiteindelijk zesde te worden. En zelf denkt hij dat er mogelijk nóg meer in had gezeten.
“Ik wist dat het parcours me goed lag, maar ik wist niet goed wat ik van deze Amstel Gold Race kon verwachten, aangezien ik vorige week de Ronde van het Baskenland ziek heb moeten verlaten”, vertelt Barré op de site van Intermarché-Wanty. “Maar uiteindelijk voelde ik me erg goed en heb ik me de hele dag goed kunnen positioneren. Dat is wat in de finale het verschil gemaakt heeft om de beste renners te kunnen volgen, met uitzondering van drie toppers die er met kop en schouders bovenuit staken.”
Ondanks de suprematie van deze toppers, denkt Barré dat hij er meer uit had kunnen halen. Hij zat echter niet op het wiel van Remco Evenepoel, toen deze de sprong maakte naar Mattias Skjelmose. De Belg en de Deen reden vervolgens samen naar Tadej Pogacar, waarna ze mochten sprinten om de overwinning. “Misschien had ik de benen om Remco Evenepoel te volgen toen hij naar de kop van de koers gereden is, maar het was enorm tactisch met veel versnellingen, waardoor het moeilijk in te schatten was welke aanval de beslissende zou zijn.”
Vroeger aanzetten in de sprint
Uiteindelijk moest Barré in de sprint van een klein achtervolgend groepje enkel Wout van Aert en Michael Matthews voor laten. “Door de tegenwind in de laatste rechte lijn werd de sprint voor de vierde plaats pas laat op gang getrokken. Het was slechts een inspanning van 20 seconden, achteraf gezien had ik vroeger moeten aanzetten.”
“Maar als je de namen in de top-vijf bekijkt, denk ik dat we mogen besluiten dat ik het niet zo slecht gedaan heb. Ik ben zeer tevreden met dit nieuwe referentieresultaat in een WorldTour-klassieker.”
-OMG, zó jong en straks volkomen verpletterd onder de toorn des orakelend vingerwijzer, Kerckhoffs mag de pen alvast gaan slijpen wat dat met de mentale staat gaat doen allemaal.
Barré, Barré, ... Het hàd zo mooi kunnen zijn wanneer je de nederigheid had kunnen opbrengen...
Maar de meesten hadden ook flink op hun adem getrapt, en waren bang voor de extra inspanning, die op de volgende helling zomaar eens de inspanning te veel zou kunnen zijn. Dus bleven ze zitten. Wout, Tiesj, maar ook Barre.
En daarom staan Skjelmose, Pogacar en Evenepoel terecht op het podium. Omdat die de inspanning niet geschuwd hebben. Misschien is dat wel de les die Barre moet meenemen...