Lotte Kopecky is na Amstel Gold Race niet alleen blij met zege van ploeggenote Bredewold
Voor de start van de Amstel Gold Race voor vrouwen waren veel ogen gericht op Lotte Kopecky, maar de wereldkampioene deed nooit mee om de overwinning. En toch was de Belgische blij na afloop van de Limburgse klassieker, want haar ploeggenote Mischa Bredewold ging er met de zege vandoor.
Kopecky zat zelf een beetje ‘gevangen’ in de finale, want ze maakte geen deel uit van een omvangrijke kopgroep, in tegenstelling tot haar ploeggenotes Lorena Wiebes, Kata Blanka Vas en de uiteindelijk winnares, Mischa Bredewold. “Jullie willen koers, dan krijgen jullie koers”, reageerde ze na afloop met een brede glimlach voor de camera van Sporza. “Maar dat jullie het niet gezien hebben, is natuurlijk niet mijn fout.”
“Voor ons was het ideaal, want wij hadden drie rensters mee”, doelt ze op de aanwezigheid van Wiebes, Vas en Bredewold. “De achtervolging werd niet meteen in gang gezet en zo werd het gat vrij snel behoorlijk groot. Het was niet aan ons om te rijden. Ik had er zelf ook bij kunnen zitten en dan was het een ander verhaal geweest, maar ik ben blij dat we het met de ploeg mooi hebben afgewerkt.”

Kopecky voert de forcing op de Cauberg – foto: Cor Vos
De finale van de Amstel Gold Race werd dus gekleurd door de ‘outsiders’, terwijl de topfavorieten zich afzijdig hielden. “We hebben ons allemaal een beetje laten verrassen”, aldus Kopecky. “Maar elke topploeg had wel een renster mee in de kopgroep. Dan weet je dat ze daarachter snel naar elkaar kunnen kijken.”
Over Bredewold
Kopecky had na afloop dus wel een reden om te juichen, want haar ploeggenote Bredewold kwam na een ware thriller als eerste over de meet. “Mischa is een jonge renster die al mooie stappen heeft gezet. Ze is een steengoede renster. Binnen onze ploeg moet ze haar eigen kansen zien af te dwingen. Dat doet ze vandaag en ze benut die optimaal. Dit houdt de sfeer goed. En wat ik ook meeneem: het gevoel was goed en dat is heel belangrijk voor me”, besluit de wereldkampioene.