Liefde voor nostalgie: Jeroen Linders is verwoed verzamelaar van oude racefietsen en wielershirts
foto's: Raymond Kerckhoffs
Raymond Kerckhoffs
zaterdag 13 december 2025 om 08:25

Liefde voor nostalgie: Jeroen Linders is verwoed verzamelaar van oude racefietsen en wielershirts

Special De heroïek van de wielersport heeft hem altijd aangesproken. Het was één van de redenen om jarenlang als junior en amateur-a zelf wedstrijden te rijden. Door de nostalgie tijdens Eroica Limburg herleefde die liefde voor de wielersport. Inmiddels is chocolade- en bonbonproducent Jeroen Linders een verwoed verzamelaar van oude racefietsen en wielershirts. Met achter elk object een verhaal.

De komst van Eroica Limburg deed in 2016 zijn wielerliefde weer opleven. Het retro-evenement dat in Toscane zijn oorsprong kent en waar oude wielertijden herleven leek hem een mooie uitdaging om zelf een oude fiets op te knappen en daarmee deel te nemen aan de tocht door zijn eigen Zuid-Limburgse heuvelland. Voorwaarde van Eroica is dat je alleen met een racefiets van vóór 1987 mag deelnemen. Van zijn schoonvader kon Jeroen Linders diens oude, wit gespoten fiets met Colnago-stickers krijgen.

Toen hij de graveringen bestudeerde en andere kenmerken zag, ontdekte hij snel dat het om een Benotto 3000-fiets uit 1978 ging. Hetzelfde model waar Francesco Moser en onder anderen Roger de Vlaeminck in dat jaar mee koersten toen ze de kleuren van de Sanson-ploeg verdedigden. Linders zocht oude foto’s op en restaureerde de fiets en spoot hem vervolgens in dezelfde kleuren als de toenmalige Italiaanse ploeg. Hij bouwde hem zelfs tot in de kleinste details op met onderdelen naar het model waarmee Moser en De Vlaeminck dat jaar Milaan-San Remo, Parijs-Roubaix en de Ronde van Lombardije wonnen. Zodoende had hij onder de ‘freaks’ meteen veel bekijks tijdens Eroica.

“Het restaureren van de fiets was iets waar ik meteen veel plezier aan beleefde”, vertelt Linders. “Ik was altijd al geïnteresseerd in de racefietsen van de profs en de techniek achter fietsen. Ik had al redelijk wat bijbaantjes toen ik zelf als junior ging koersen. Daardoor was ik in staat om voor 3.750 gulden een Colnago Master te kopen in de kleuren van de Panasonic-ploeg van 1989. Waarom die fiets? Omdat ik in mijn tienerjaren een groot fan van Erik Breukink was. Ja, ik had ook een poster van hem op mijn slaapkamer.”

“En ik had precies dezelfde blauwe Sidi raceschoenen als hem gekocht. In die jaren was je als je van de brave kant was fan van Breukink, terwijl je voor Steven Rooks en Gert-Jan Theunisse supporterde wanneer je van de uitgesproken kant was. Ik heb inmiddels twaalf belangrijke shirts uit de loopbaan van Erik weten te achterhalen. Vorig jaar heb ik met Erik afgesproken en heeft hij ze voor me gesigneerd en spraken we anderhalf uur over de wielersport. Prachtig toch als je ziet hoeveel tijd een voormalig kampioen voor een verzamelaar vrijmaakt.”

foto: Raymond Kerckhoffs

Realiteitscheck
Linders groeide op in het Brabantse Someren waar de wielersport in die jaren immens populair was. Eerst kwam hij voor WV Asten uit, later voor TWC Noord-Limburg en TWC de Kempen. “Ik wilde eigenlijk naar R&TC Buitenlust, maar hoorde dat er bij de Kempen een terugval in leden was. Om die reden zou ik bij die club ook klassiekers kunnen rijden. Eerlijk, ik was niet de meest getalenteerde renner. Ik was meestal al blij als ik een wedstrijd kon uitrijden.”

“Toen ik op mijn 24ste een sportmedische test in Utrecht deed, werd me duidelijk dat ik de stap naar de beteren nooit kon zetten. De arts gaf aan dat wanneer ik op honderd procent van mijn kunnen zat, de meeste andere renners pas op tachtig procent zaten. Omdat ik in die periode overdag werkte en ’s avonds nog studeerde, was het sowieso moeilijk meer op te brengen.”

De fiets bleef hij trouw, maar dan wel als een mooi-weer-fietser. Zijn fietsliefde kwam op een waakvlammetje te staan. Het opbouwen van zijn eigen zaak Linders Bonbons, die in 2024 al een kwart eeuw bestaat, vergde de meeste tijd. “Met het restaureren van die Benetto-fiets vond ik een hobby om de eerste maanden van het jaar door te komen. Op het werk zijn de laatste maanden van het jaar het absolute hoogseizoen en ben ik zeven op zeven dagen bezig. Daarna valt het stil.”

“Het sleutelen aan zo’n oude fiets, maar vooral ook de zoektocht naar de precieze onderdelen vond ik fantastisch. Die Benetto deed me herinneren aan de tijd waarin ik zelf een licentie had. Een racefiets met de schakelhendels (shifters, red.) op de buizen, remkabels die boven het stuur uitstaken en ouderwetse toeclips. Prachtig toch.”

Bij Eroica Limburg keek hij zijn ogen uit. Linders leerde dat veel van deze fietsers ook verzamelaars zijn. En hoorde prachtige verhalen van het opsporen van wielermaterialen uit een (ver) verleden. “De tweede fiets die ik aanschafte was flink beschadigd en verroest, maar wel een Specialist Bicycle Development Unit (SBDU) van Raleigh. Deze specialistische afdeling produceerde alleen hoog gekwalificeerde wedstrijdfietsen. Het was opnieuw een uitdaging om die fiets in de originele staat terug te brengen.”

Verhalen
Vanaf dat moment was Linders vertrokken en heeft zijn vrouw hem regelmatig gevraagd of zijn hobby niet uit de hand aan het lopen is. Zijn interesse ligt bij de fietsen uit de jaren zeventig en tachtig, de tijd dat de stalen frames populair waren. Het moeten wel fietsen zijn waar een verhaal aan gekoppeld kan worden. Het hoeven niet de fietsen te zijn waar de oud-profs daadwerkelijk zelf op hebben gereden, maar Linders zoekt wel exact hetzelfde model als de ploegen van weleer. Zo heeft hij een Peugeot-fiets model PX10 van de gelijknamige ploeg uit 1967 weten te vinden, de fiets waarop Tom Simpson in dat jaar op de flanken van de Mont Ventoux overleed.

“Op internet ga je speuren en soms stuit je dan op zo’n oud model. Het frame van die Peugeot vond ik in Duitsland. Een vriend van mij uit Ecuador en wonende in Duitsland heeft me die gekocht en vanuit Koblenz op de fiets komen brengen, terwijl hij het frame vastgebonden op zijn rug mee droeg.”

Hij heeft een kamer helemaal ingericht als een soort museum waar zijn mooiste fietsen staan uitgestald, tientallen vrij unieke wielertruien keurig zijn ingelijst, zijn stuurplaatsjes van retro-tochten zoals Eroica zijn opgehangen en zijn werkbank een centrale plek heeft om toekomstig gevonden oude fietsen verder op te knappen.

“Meestal vind je alleen een frame en begint daarna de zoektocht om ook dezelfde onderdelen te vinden als de betreffende profploeg in dat jaar gebruikte. Ik restaureer eigenlijk alleen fietsen met Campagnolo onderdelen, dat is toch het mooiste en beste wat er in die jaren verkrijgbaar was. Vaak moest ik oude foto’s bestuderen om te kijken met welk materiaal de profs destijds precies reden. Je hebt bepaalde sites waar spullen worden aangeboden en Facebook-groepen waar verzamelaars tips over materiaal geven. Er zijn ook handelaars die zich hierop richten.”

“De uitdaging is om een fiets tot in de kleinste details te herstellen. Toch zijn er verzamelaars die honderd keer gekker zijn dan ik. Ik ben niet iemand die een fiets kant-en-klaar wil kopen. Het liefst verzamel ik alles beetje bij beetje uit de meest gekke uithoeken van Europa bij elkaar. Vooral in Italië zijn veel verzamelaars. En als zo’n fiets klaar is, dan kan ik er uren naar kijken.”

Jeroen Linders, Bennie Ceulen en Jan Janssen bij de verzameling van Linders – foto: Raymond Kerckhoffs

Jan Janssen
In zijn persoonlijke ‘museum’ lopen we elke fiets langs. Een rode Sauvage-Lejeune van Team Pelforth uit 1968. Het jaar dat Jan Janssen de Tour de France op zijn naam schreef. Deze wist Linders in Frankrijk uit te halen. “Onlangs werd er in Voerendaal een wielercafé georganiseerd waarbij men stil stond bij het WK dat in 1967 in onze gemeente plaatsvond. Jan Janssen is toen samen met Bennie Ceulen naar mijn verzameling komen kijken. Ruim een uur heeft hij naar de fietsen en de shirts gekeken. Op de rode Sauvage-Lejeune heeft hij met een gouden stift zijn handtekening gezet.”

Een Colnago Super uit 1972 heeft Linders helemaal opgebouwd zoals Eddy Merckx zijn fiets had toen hij dat jaar bij Team Molteni reed. Een Gitane Pro met de eerste aero remgrepen, zoals Laurent Fignon in 1984 bij Renault Elf had. En een Battaglin SLX waarop Team Carrera in 1987 reed. Het jaar dat Stephen Roche het drieluik Giro d’Italia, Tour de France en WK op de weg realiseerde. “Die Battaglin vond ik als jongen van 16 jaar de mooiste fiets die er was, maar die kon ik destijds nog niet betalen. Daarom ben ik nu blij dat hij in mijn collectie is.”

Om het verhaal rond een fiets compleet te krijgen ging Linders ook op zoek naar de shirts die bij deze fietsen hoorden. En ook qua shirts heeft hij al een aantal bijzondere exemplaren weten op te sporen. Via via kwam hij bij iemand terecht die een hele verzameling weg deed. Deze persoon had maar één wens, dat zijn spullen bij een echte verzamelaar terecht zouden komen en niet bij iemand die een businessmodel achter alle retro spullen zocht. Linders kon daardoor de gele trui van Bernard Hinault uit 1982 scoren. “Ik liet dat shirt drie jaar geleden signeren, toen Hinault gast was in Eroica Limburg. Hinault keek verbaasd en zei me dat er nog maar heel weinig originele gele truien van hem uit 1982 zijn.”

Ook bijzonder is zijn groene trui uit de Tour de France van 1981 van Freddy Maertens. “Maertens reed dat jaar met Boule d’Or, maar het was verboden om voor de tabaksindustrie reclame te maken in de Tour. In de Tour reed de ploeg daarom met de naamsponsors Sunair en Sport80. Later in de criteriums na die Tour mocht hij in België wel met de naam Boule d’Or rijden. Dit was dus zijn groene criteriumtrui.”

Nieuwe vrienden
Eroica heeft zijn leven verrijkt. Niet alleen heeft het de verzamelwoede aangewakkerd, Linders heeft er ook nieuwe vrienden door leren kennen. “Ik startte in mijn eentje in Eroica Limburg in 2016, maar sloot me onderweg bij een groep Belgen aan. Met die groep heb ik daarna ook in Wallonië de retrotocht La Savoureuse door de landschappen van de Condroz en de Famenne gereden. Zodoende kwam ik met steeds meer mensen in aanraking die oud materiaal verzamelden. Inmiddels bestaat ons groepje uit Duitsers, Zwitsers, Fransen, Engelsen, Belgen, Italianen en zelfs een Ecuadoriaan.”

“Het is zelfs zo dat we in 2022 – toen Eroica Limburg niet doorging – met en voor ons groepje van zo’n 25 man een retro tocht met oude fietsen door Zuid-Limburg hebben georganiseerd. Dit initiatief is vorig jaar (2023, red.) door de Zwitsers in Zwitserland overgenomen en in 2024 zijn de Duitsers aan de beurt. Ik rij die retro tochten overigens altijd met mijn eerste fiets, de Benetto. Omdat ik bang ben dat ik één van de andere fietsen beschadig.”

De speciale chocolade-bonbons van Linders – foto: Raymond Kerckhoffs

Zijn hobby met het wielrennen en zijn werkzaamheden in de chocolade/bonbons komen de laatste tijd geregeld samen. Linders werkt alleen voor bedrijven en maakt veelal bonbons met een logo. Hij heeft ook een vorm die geschikt is om shirtjes te maken. “In eerste instantie dacht ik niet aan het wielrennen, maar aan voetbal. De grotere clubs hebben allemaal fanshops en een bonbondoos van zo’n club leek me een leuk item. Voor Roda JC, KRC Genk en PSV heb ik deze chocolade gemaakt.”

Shirtbonbons
In het wielrennen deelde Linders ook geregeld shirts van bepaalde ploegen uit wanneer die in de buurt waren. Zo maakte hij shirtbonbons voor Team Sunweb, Garmin-Sharp en Jumbo-Visma en gaf die aan mensen van de ploeg wanneer het team in Limburg verbleef voor enkele wedstrijden.

“Meestal werd die chocolade al opgegeten voordat het bij de juiste personen van de ploeg terecht kwam die er marketingtechnisch misschien iets mee konden. Philip Roodhooft, van het team van Mathieu van der Poel, zag er wel iets in. Voor zijn ploeg en later ook zijn sponsors heb ik chocoladeshirts gemaakt. Als dank kreeg ik dit jaar nog een getekende regenboogtrui van Mathieu van der Poel cadeau. Nu heb ik een mooie deal met de Amstel Gold Race.”

“Voor het wielercafé in Voerendaal maakte ik voor de prominenten een speciale chocoladedoos. Organisator Leo van Vliet vond dit zo leuk, dat ik enkele weken later al een afspraak en een bestelling had. Het mooie van het wielrennen is dat je van het ene in het andere valt. Is het niet zakelijk, dan kan ik de contacten nog altijd gebruiken om een handtekening van één van de kampioenen op mijn shirt te krijgen.”

Meer van dit soort unieke wielerverhalen lezen? Dit interview was eerder te lezen in de RIDE Magazine Voorjaarsgids 2024. In elk magazine gaan we in de rubriek ‘Man en Fiets m/v’ op zoek naar het verhaal achter bijzondere mensen met een band met wielrennen of fietsen. Profiteer van de December Deal, waar je de laatste Najaarsgids en de nieuwste Wintergids 2025 krijgt voor maar €14,95. Klik hier om die te bestellen!

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.