Laurens De Plus: “Ik hoop dat de Tour kan doorgaan, maar de twijfel groeit”
Indien de Tour de France deze zomer doorgaat, dan verwacht Laurens De Plus dat hij en zijn ploeggenoten in goede conditie aan de start zullen staan. Dat vertelt de klimmer van Jumbo-Visma aan Het Nieuwsblad. “Als we voor de Tour nog op hoogtestage kunnen, zie ik het goed komen”, aldus De Plus.
Jumbo-Visma hoopt zijn renners door middel van trainingen klaar te kunnen stomen voor La Grande Boucle. “De Tour is de enige wedstrijd waarmee onze ploeg en mijn trainer Marc Lamberts nog rekening houden”, stelt De Plus. “Ik hoop dat de Tour kan doorgaan, maar de twijfel groeit. Stel dat het coronavirus in Colombia nog wat langer zou uitdijen dan in Europa, dan kan je moeilijk tegen Egan Bernal zeggen dat hij niet mag meedoen.”
In tegenstelling tot collega’s als Oliver Naesen, Thomas De Gendt en Jasper De Buyst, zitten lange ritten van meer dan 250 kilometer er voor hem niet in. De Plus en zijn collega’s rijden maximaal twee á drie uur per dag. “Meer mag niet, om onze weerstand niet te schaden”, klinkt het. “Ondanks de korte duur zit er voldoende interval in om de training zo kwalitatief mogelijk te maken.”
Jumbo-Visma was van plan om in mei op hoogtestage te gaan naar de Sierra Nevada. Of dat doorgaat, valt nog maar te bezien. “Die stage is voorlopig niet gecanceld, maar het ziet er toch niet bijster goed uit”, aldus de Plus. “Zodra de situatie verbetert, zal de ploeg ons wel wegsturen naar een veilige plek, waar we bergop kunnen trainen in functie van de Tour.”
De Plus heeft er vertrouwen in dat hij op tijd fit zal zijn voor de Tour. “Andere renners hebben misschien wedstrijdhardheid nodig, maar klimmers en klassementsrenners kunnen zich perfect klaarstomen met enkel training”, legt hij uit. “Als we voor de Tour nog op hoogtestage kunnen, zie ik het wel goed komen.”
Desalniettemin zorgt de coronacrisis voor een onzekere situatie, ook uit wedstrijdoogpunt. “Als je in de aanloop naar de Tour enkele goeie wedstrijden hebt gereden, zorgt dat voor mentale rust. Je weet hoe je er voor staat tegenover de tegenstanders. Nu zullen we op voorhand in het duister tasten.”
Eerlijker lijkt het mij om renners toe te laten die in een gebied verbleven hebben dat gedurende enige weken als veilig werd beoordeeld (geen nieuwe besmettingen), in combinatie met een afzondering van twee weken met de ploeg, geen symptomen en een medische test een dag voor de start.
In combinatie met afsluiting van start- en aankomstzones, bergen, geen promotiekaravaan, geen perszaal, ploegen in verschillende hotels, etc.
De vraag is of dit allemaal wel haalbaar is, en of je de mensen kunt overtuigen om niet massaal langs de kant van de weg te komen staan als het peloton vlak voor hun deur passeert.
Ik denk dat je het beter niet laat doorgaan als de situatie begin mei nog niet gekalmeerd is, maar ik vrees dat de ASO heel machtig is in Frankrijk en ze kost wat het kost de Tour zullen willen laten doorgaan als het enigszins kan, zoals ze ook Parijs-Nice hebben laten doorgaan, langer dan andere koersen, terwijl Frankrijk en de rest van Europa toch al vrij hard in brand stond.
Stel Europa, Azië en Noord Amerika zijn veilig en in Zuid Amerika zijn nog heel veel Coronaproblemen. Dan kun je hier prima een Tour organiseren. Je moet toch ergens het leven weer oppakken. En als het veilig is voor meerdere werelddelen dan rijden we met die landen een Tour.
Daar is niets discriminerends aan. Je kunt niet van een winstgevende organisatie als de ASO en bijbehorende sponsoren verwachten dat zij iets af gaan lasten terwijl het voor een groot deel van hun veld veilig is.