Interview Mathieu van der Poel, Toon Aerts en Wout van Aert zijn de drie podiumkandidaten straks. Outsiders voor medaille: Michael Vanthourenhout en Lars van der Haar. Maar die laatste houdt alle druk af. “Ik heb geen verwachtingen. Dan ben ik ontspannen en presteer ik op mijn best.”

Dat het WK-parcours wel een rondje was waar Lars van der Haar zich kon in vinden, dachten we. Foute gok. De Utrechtenaar vindt het maar niets. “Ik heb de omloop grondig verkend, ja. Saai, toch. Die schuine kant, daar komt elke prof wel vlot door. Net zoals die andere paar hellinkjes. Ik vind er niets aan. En dan heb je nog balken, waarover ik sowieso niet ga springen. Dat zou in zeven van de tien keer goed gaan, maar dat betekent dat het ook drie keer fout loopt. Ze zijn net iets te hoog voor mij.”

Ploegmaat Aerts
Conditioneel is Van der Haar in orde. Stiekem droomt hij misschien wel van een podiumplaats, maar die ambitie uitspreken doet hij niet. “Ik weet uit ervaring dat ik beter presteer als ik niet te veel verwachtingen heb. Dan ben ik op mijn best… Of ik iets wil doen voor Mathieu indien nodig? Absoluut! Maar als die rijdt zoals hij al het hele seizoen rijdt, zie ik niet in wat we voor hem kunnen doen. De enige hulp die ik in die omstandigheden kan bieden, is in het wiel blijven zitten als iemand achter hem aan gaat.”

Van der Haar is ploegmaat van Toon Aerts bij Telenet-Fidea. Geen probleem, vindt hij. “We hebben daar een jaar geleden al een goed gesprek over gehad. Die afspraken gaan wat mij betreft gewoon verder. We hoeven elkaar niet in de weg te rijden, maar ik zal ook niet voor hem op kop rijden. Ik veronderstel dat andersom hetzelfde geldt. We hebben het er niet over. Grapjes maken over wie de beste Telenet-renner wordt? Nee, joh. In België maken ze hun renners al gek genoeg. Daar hoef ik niet bij te helpen.”

Playstation
Tot slot polsen we bij Van der Haar ook nog even naar de gemoedstoestand van Van der Poel. “Of Mathieu ontspannen is? Ik zou het begot niet weten. Die hebben we amper gezien, want hij zit de hele dag door op zijn Playstation te spelen. Ik ben trouwens uitgenodigd om op de kamer een spelletje mee te spelen. Hem verslaan? Daar durf ik nog niet aan te denken. Mathieu is niet slecht op de fiets, maar  op de Playstation is hij volgens mij vijf keer zo goed.”