Lars Boom is optimistisch over de kansen van de Nederlandse ploeg op het WK in Geelong. Ondanks zijn ziekte voorafgaand aan het WK ziet de Brabander kansen om in Australië hoge ogen te gooien. Dat vertelde hij tegen de Belgische krant La Dernière Heure.

“Ik denk dat ik mag vertrekken met de ambitie om ver te komen,” aldus Boom. “De afstand van 260 kilometer hoeft voor mij geen nadeel te zijn. Langere wedstrijden beginnen mij steeds meer te liggen.” Ook de zwaarte ziet hij niet als een belemmering. “Het is een mooie omloop met twee steile en lastige hellingen.”

Boom is positief over de kansen van de Nederlandse selectie. “Naar mijn mening heeft onze ploeg een kans. Wanneer je van start gaat in een wedstrijd moet je altijd in jezelf geloven. We hebben een paar renners die net uit de Vuelta komen en daarom in vorm zijn. Dus waarom niet ?”

Wereldkampioen worden zou voor Boom een droom zijn. “Natuurlijk ben ik een van de renners die ervan droomt om wereldkampioen te worden.” Boom werd in 2008 al eens wereldkampioen veldrijden. De regenboogtrui op de weg slaat hij hoger aan. “Dit is wat mij betreft samen met de Tour een van het hoogste wat je als profrenner kan bereiken.”