Steven Kruijswijk hield in de Giro d’Italia ook in de derde bergrit op rij knap stand. De renner uit de Rabobankploeg werd tiende, maar kijkt terug op een zware dag. “Veel beklimmingen en als iedereen 7,5 uur op de fiets zit, zijn we allemaal wel aan het einde van ons Latijn. Ik heb nog niet zo vaak zo kapot gezeten,” vertelde hij tegen Rabosport.

Kruijswijk kon rekenen op de hulp van zijn ploegmaat Pieter Weening. “Pieter was in de finale prima. Hij heeft nog veel voor me gedaan en me goed afgezet aan de voet van de slotklim.” De rustdag komt voor Kruijswijk als geroepen. “Ik dacht dat ik er weer goed bijzat, maar ik ben wel toe aan de rustdag.”

Ploegleider Nico Verhoeven is vol lof over zijn renner. “Als je in zo’n etappe tiende wordt, dan ben je gewoon erg goed. En hij is nog maar 24, dus er is nog veel marge. Vorig jaar kon hij in de schaduw van Bauke Mollema en Weening zichzelf in een grote ronde ontdekken, maar dit jaar moest hij bevestigen.” Verhoeven verwelkomt de rustdag van morgen. “Na drie van zulke etappes is een rustdag welkom, ook al heeft Steven nog geen zwak moment gekend.”