Koen Bouwman strandt op 300 meter van de finish: “Bernal kwam voorbij als een raket”
Interview “Welk gevoel ik heb? Balen”, was de heldere eerste reactie van Koen Bouwman op Campo Felice. “Ik heb een déjà vu van 2018. Toen werd ik in de achtste etappe gepakt in de slotkilometer. Nu op driehonderd meter…”
“Het was een zwaar begin”, vertelde Bouwman. “Ik zat best vaak mee, maar verspeelde daardoor wel veel krachten. Ik dacht dat ik in de finale niet goed genoeg meer zou zijn. Daarom heb ik het op de een na laatste klim zo zuinig mogelijk gedaan. Ik klom van wiel naar wiel en boven kwam in de groep van George (Bennett, red.) terecht.”
“Vervolgens reed ik naar Bauke Mollema en die DSM-jongen (Michael Storer, red.). Met ons drieën kwamen we best dicht bij koploper Bouchard, waarna ik alleen de oversteek maakte. Op twee kilometer van de finish haalde ik hem bij. En de rest… Dat zal iedereen wel gezien hebben op tv, vermoed ik. Bernal, dat was een raket die mij voorbij snelde, terwijl dat gravel voor geen meter bolde. Toen was het voorbij.”
“Jammer, heel erg jammer”, zuchtte Bouwman, die uiteindelijk vijftiende werd in de daguitslag. “Gisteren had ik ook al geprobeerd in de vroege vlucht te zitten, maar was het niet gelukt. Toen was het meer een casino, vandaag moest je echt de benen hebben. Dat geeft dus wel aan dat ik de benen heb. Misschien komen er de komende twee weken nog kansen, maar als je er zo dichtbij bent, is het toch wel klote.”
Reacties zijn gesloten.