KNWU-voorzitter stelt hardop vragen
Nederland start dit jaar op het WK met slechts 6 man en KNWU-voorzitter Marcel Wintels evalueert mede daarom eens goed het beleid. Hij schrijft in zijn column in Wielermagazine dat de Nederlanders in de grote wedstrijden nogal eens ontbreken.
Ook uit hij voorzichtig kritiek op de buitenlandse toppers bij de blikvanger van de Nederlandse ploegen en vraagt hij zich af of de Nederlandse wielerliefhebbers voor hen warmlopen. Wintels: “Wellicht staan de buitenlandse kopmannen van Rabobank de ontwikkeling en kansen op goede klasseringen van de Nederlandse renners soms wat in de weg.”
Het gaat Wintels niet alleen om het beleid van de ploegen, maar ook om het beleid van de KNWU zelf: “Waar stoppen we ons geld in? Geld overigens waarvoor we afhankelijk zijn van NOC*NSF en dat we heel specifiek moeten investeren in programma’s die zij van belang vinden. Dat betekent dat er vooral geïnvesteerd wordt in disciplines die kansvol zijn bij de Olympische Spelen. Want de kans op olympische medailles is bepalend voor de topsportfinanciering vanuit NOC*NSF. Moeten we ‘blind’ NOC*NSF volgen als het gaat om de olympische disciplines met een behoorlijk medaillepotentieel, soms in prachtige maar kleinere disciplines met minder betekenis en exposure? Of moeten onze inspanningen en dus ook subsidiemiddelen en ‘eigen’ geld nadrukkelijker in het wegwielrennen, toch nog altijd verreweg de grootste en meest aansprekende discipline, gestopt worden?”