KNWU voelt ongemak bij WK in Rwanda, wil gesprek met UCI over toewijzing
De KNWU heeft haar zorgen uitgesproken over het aanstaande WK wielrennen in Rwanda. Volgens algemeen directeur Maurice Leeser en technisch directeur Wilbert Broekhuizen voelt de Nederlandse wielerbond ‘ongemak’ bij het wereldkampioenschap, omdat Rwanda onder vuur ligt vanwege de mensenrechtensituatie. De KNWU roept op tot verandering in de manier waarop WK-locaties worden toegewezen, waarbij mensenrechten en inspraak van nationale bonden mee zouden moeten wegen.
Hoewel er voor de deelname van Nederlandse renners op papier geen obstakels zijn – de betrekkingen tussen Nederland en Rwanda verlopen normaal, er is een ambassade ter plaatse en de veiligheid lijkt gegarandeerd – erkent Leeser dat de situatie gevoelig ligt. “We hebben onze ogen en oren niet in de binnenzak zitten”, zegt hij in een interview met Trouw. De bond voerde al gesprekken met ministeries en buitenlandse collega-bonden, maar benadrukt dat de verantwoordelijkheid om wel of niet deel te nemen uiteindelijk bij de overheid ligt.
Mensenrechten
De KNWU heeft wel begrip voor het besluit van de UCI om het WK naar het ‘wielergekke’ Rwanda te brengen. Leeser noemt het ‘fantastisch dat het WK voor het eerst in een Afrikaans land plaatsvindt’.
Toch roept Leeser op tot een kritischere blik bij toekomstige toewijzingen. Tijdens het UCI-congres dat parallel aan het WK in Rwanda wordt gehouden, wil hij het gesprek aangaan over het proces. De nationale bonden moeten mee kunnen beslissen, stelt hij. En er zou naar meer aspecten gekeken moeten worden dan enkel het parcours, de organisatie en de veiligheid in de omgeving. “Het zou goed zijn als andere criteria, zoals mensenrechten, een prominentere plek krijgen in die afweging. Als prominent wielerland speelt Nederland een belangrijke rol in zo’n discussie.”
Reacties zijn gesloten.