Kleinste Tourpeloton in 20 jaar op 2de rustdag
Het peloton dat deze middag van start gaat in El Pas de la Casa bestaat nog uit 145 renners. Het is geleden van het jaar 2000 dat het deelnemersveld na twee weken Tour de France zó fel gedecimeerd was.
Valpartijen bij de vleet, af en toe hels weer onderweg en meermaals hard en fel koersen. Het zorgt ervoor dat er van de 184 starters in Brest nog maar 145 overblijven in de Pyreneeën. Maar liefst 21,20 % van de gestarte renners heeft intussen de Tour verlaten. Ter vergelijking: vorig jaar was dat maar 11,36 %. En in 2019 haalde zelfs meer dan 93 % van het oorspronkelijke deelnemersveld de tweede rustdag.
We moeten al terugkeren naar de eeuwwisseling om nog straffere cijfers te zien. In het jaar 2000 verliet 23,89 % van de toen 180 gestarte renners de Tour vóór de tweede rustdag.
Vijf teams zijn nog compleet: UAE Team Emirates, Israël Start-Up Nation, Deceuninck-Quick-Step, Cofidis en EF Education. Arkéa-Samsic is het hardst getroffen. Het ProTeam heeft in El Pas de la Casa nog slechts drie renners aan de start: Nairo Quintana, Elie Gesbert en Connor Swift. Groupama-FdJ en Lotto Soudal hebben nog vier man in koers.
“Je moet ook een beetje geluk hebben”, vertelde Patrick Lefevere gisteren op de persconferentie van Deceuninck-Quick-Step. “Op Tim Declercq na, hebben wij niet te veel zware valpartijen meegemaakt met de ploeg. Maar de nervositeit in het peloton – zoals altijd tijdens de Tour – in combinatie met de smalle wegen in het openingsweekend hebben snel hun tol geëist.”
Aantal renners nog in koers op de tweede rustdag
(tussen haakjes het percentage uitvallers tot en met de tweede rustdag)
2001: 152 (19,58 %) – 144 haalden Parijs
2002: 163 (14,21 %) – 153 haalden Parijs
2003: 151 (23,74 %) – 147 haalden Parijs
2004: 160 (14,89 %) – 147 haalden Parijs
2005: 158 (16,40 %) – 155 haalden Parijs
2006: 154 (12,50 %) – 139 haalden Parijs
2007: 160 (15,34 %) – 141 haalden Parijs
2008: 150 (16,67 %) – 142 haalden Parijs
2009: 159 (11,67 %) – 153 haalden Parijs
2010: 169 (14,65 %) – 167 haalden Parijs
2011: 168 (15,15 %) – 165 haalden Parijs
2012: 156 (21,21 %) – 153 haalden Parijs
2013: 181 (8,59 %) – 170 haalden Parijs
2014: 171 (13,64 %) – 164 haalden Parijs
2015: 169 (14,65 %) – 160 haalden Parijs
2016: 183 (7,58 %) – 175 haalden Parijs
2017: 175 (11,62 %) – 153 haalden Parijs
2018: 150 (14,77 %) – 145 haalden Parijs
2019: 164 (6,82 %) – 155 haalden Parijs
2020: 156 (11,36 %) – 146 haalden Parijs
2021: 145 (21,20 %) – …
Edit: zie dat harryjohan hieronder exact dezelfde vraag stelt.
Grappig feitje: de “2e rustdag” is ook helemaal niet zo’n vast moment als het lijkt. Het aantal etappes voor en na de 2e rustdag zijn niet altijd hetzelfde. Soms worden er na de 2e rustdag nog 6 etappes gereden, soms maar 5 en een enkele keer zijn er zelfs nog slechts 4 etappes na die 2e rustdag… Of heeft dit ook nauwelijks invloed op dit cijfer? ;-)
Voor andere renners is er simpelweg minder of geen aandacht in de Nederlandse media, óf wordt er een andere (hoofd) reden opgegeven.
Benoot is bijvoorbeeld gevallen, maar in het interview achteraf lees je dat het ook meespeelt om op tijd te kunnen herstellen voor zijn Olympische deelname. Zonder de Spelen zou hij ongetwijfeld langer hebben geprobeerd door te rijden.
Dat zijn al 3 van de 38 uitvallers (=8%), dat lijkt me toch op z'n minst noemenswaardig...
Daarnaast zit er idealiter meer tijd tussen de Tour de de Spelen. In 2016 was dat bijvoorbeeld 2 weken en dit jaar maar 6 dagen.
In 2012 zat er óók maar 6 dagen tussen deze twee wedstrijden, maar toen was het aantal uitvallers procentueel én absoluut (42) nog hoger dan nu... Toeval?
Er wordt ook veel aandacht aan besteed in de media, onder andere hier op wielerflits. En dan vind ik het des te opvallender dat de Olympische Spelen in dit artikel niet één keer worden genoemd. Zélfs als de conclusie van de schrijver uiteindelijk is dat het geen of weinig effect heeft op de aantallen lijkt het me in ieder geval noemenswaardig. De reacties en discussie bij dit bericht zijn daarvan al bewijs genoeg, toch?
Fijn dat de titel van het artikel inmiddels al is verbeterd! :-)
En wanneer er een kleiner deelnemersveld is, heeft elke renner natuurlijk percentueel meer waarde. De aantal deelnemers waren begin deze eeuw bijna gelijk aan dat van nu, dat verklaart wellicht ook het terugkerende verschijnsel.
Maar uiteraard klopt de kop natuurlijk wel.
Als je in absolute aantallen praat, dan is het zowiezo moeilijk vergelijken want door de jaren heen verandert het peloton telkens van grootte
Maar over die absolute aantallen wordt in het artikel verder niet gerept, alleen over de percentages. En als je dan toch over absolute aantallen gaat praten, is het de moeite waard om te vermelden dat het peloton niet altijd met hetzelfde aantal is gestart. Dit maakt dat het artikel een vertekend beeld geeft, had naar mijn mening beter gekund. Al is het verder wel interessante informatie die in dat lijstje staat (waar ik dan eigenlijk weer het jaar 2000 in mis), wat waarschijnlijk het gevoel van veel wielervolgers ook wel bevestigd, enorm veel uitvallers dit jaar!